Geuzenliedboek 1940-1945(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Uit diepten van ellende [pagina 82] [p. 82] In angst roep ik tot U...... In angst roep ik tot U, o God! Gij hebt het menschen-wereldlot Alleen in Uwe handen. Ai, red de wereld uit haar nood, Het menschenleed is diep en groot Tot aan de verste stranden. Wij hebben zwaar gezondigd, Heer! Wij leefden gansch niet tot Uw eer, Maar kozen eigen wegen... Gij kwaamt om ons te straffen, Heer, Met Uwe roede op aarde neer, O, laat 't ons zijn ten zegen. Ons volk, het keere weer tot God, Het legge heel het smadelijk lot Aan Uwe voeten neder. Geef Gij, o God, voor wat nog wacht Ons land en volk de dragenskracht, Keer met Uw vrede weder. Behoed ons volk voor 't wreed geweld Des vijands, die geen perk zich stelt, En 't land wil onderdrukken. Hij heeft het op Uw eer gemunt. Wij smeeken, dat Gij 't hem niet gunt Dat hem dit zal gelukken. Houdt Gij ons dicht bij 't Goddelijk Woord, Leidt aan Uw Vaderhand ons voort, Langs Uwe heilige wegen. Blijf Gij Uw volk in dezen tijd Waarin het toch zoo smartelijk lijdt Nabij met troost en zegen. Redt Gij ons uit den wereldbrand, Door Uwe Goddelijke hand En doe ons alle dagen Hetzij Gij ons van ramp bevrijdt Of nog door dieper dalen leidt Van Uwe trouw gewagen. Vorige Volgende