J. Schrijnen Henske met de hond
's Winters, als de stormwind over onze lage landen heenvaart en fluitend over de daken en om de schoorstenen giert, dan stormt het geestenheir door het luchtruim. Het is de Wilde Jacht, die in de volksverbeelding een zo voorname plaats inneemt. De voorstelling is oeroud en ook niet uitsluitend Germaans. In de hymne van de Rig-Veda vinden wij als aanvoerder de windgod Vâyu-Indra aan het hoofd van zijn Maruts. In de Germaanse landen voerde Wodan op zijn schimmel het geestenheir aan. In de loop der tijden hebben vele persoonlijkheden aan Wodan deze ereplaats betwist: in Engeland koning Arthur, in Scandinavië koning Waldemar, in Sleeswijk koning Abel. Frankrijk heeft de Germaanse voorstelling overgenomen en op Karel de Grote en Karel v toegepast; volgens een bourgondisch gedicht uit de xviie eeuw rijdt Charlemagne aan de spits van dit geestenheir, terwijl Roland het vaandel draagt.
Over geheel Duitsland is de sage van een vervloekte jager verspreid, die wegens het schenden van de zondag, gedoemd werd, met zijn honden achter zich, door het luchtruim te jagen tot de jongste dag. Hij draagt de naam van Hackelberg, uit hackel bärend, ‘Mantel dragend’. Het Limburgse folklore kent deze figuur onder de benaming van ‘Henske met de hond’; ‘Henske’ wordt ook als duivelsnaam gebezigd. In Gelderland spreekt men plaatselijk van Berndekesjacht, en wordt als voorrijder genoemd ‘Dirk met de beer’. Men meent te onderscheiden het gekrijs van vogels en verwijderd hondegeblaf. Wanneer op een hoeve ‘d'n bovenste neendure’ 's avonds openblijft, vliegt de wilde jacht wel eens daarbinnen om te rusten.
Het volksgeloof kent ook spookdieren. De ziel kan in diervorm het lichaam verlaten, in diervorm kan zij ook terugkeren of blijven voortleven. Zielen, die in diervorm rondspoken, kiezen daartoe bij voorkeur de gedaante van katten, hazen, wolven, honden en paarden, storm- of onweersdieren. Vandaar dat katten, hazen enzovoort, die over de weg lopen, ongeluk betekenen; het is niet het dier, dat de mens ontmoet, maar de ziel van een gestorvene. Vooral in de vroege morgen is zulke ontmoeting van belang; ‘het eerste gemoet,’ zegt men te Brugge. Zo komt het dat dieren de toekomst kunnen voorspellen, en hierdoor ver-