Montaigne De hond filosoof
Chrysippus, een even hooghartig rechter over de staat der dieren als enig ander filosoof, de bewegingen des honds beschouwende, die, gekomen aan een driesprong waar hij het spoor zijns meesters bijster is geraakt, ofwel bij de vervolging van een prooi die voor hem vlucht, de een na de andere weg beproeft en, na zich vergewist te hebben dat daar het door hem gezochte spoor niet ligt, zich zonder aarzelen op de derde stort, is genoodzaakt te erkennen dat in die hond een redenering gelijk deze gaat: Ik heb tot die driesprong mijns meesters spoor gevolgd, hij moet zekerlijk een van deze drie wegen zijn gegaan; het was noch deze, noch gene, derhalve moet hij de derde gekozen hebben.
Zich door deze redenering en gevolgtrekking vergewissende bedient hij zich niet meer van zijn gevoel bij de derde weg en onderzoekt die niet meer, maar laat zich medevoeren door de kracht zijner rede.