Verzameld werk. Deel 5
(1977)–Arthur van Schendel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 441]
| |
De zomerreis | |
[pagina 443]
| |
Wie op reis gaat zal zo verstandig zijn, behalve klederen en andere benodigdheden, enige boeken in zijn koffer te pakken. Soms, na veel bewonderen van de natuur en van kunstwerken, voelt men de behoefte aan verpozing; soms ook geeft de snelste spoortrein, het vrolijkste badplaatsje de teleurstelling dat alles toch niet zo ver en niet zo mooi is als men verwacht had. Bovendien, 's avonds wanneer er niets te bewonderen is, zou men er uit verveling toe kunnen komen een gezelschap lastig te vallen met zijn mening over dingen en mensen waar niemand belang in stelt. Liever dan het genoegen van anderen te verstoren late men zich door een boek naar landen voeren waar het zeker mooi is. Welke boeken men mee zal nemen hoeft geen zorg te geven, immers wie op reis gaat is gewoonlijk ook ter school geweest en bezit derhalve een kast vol met de allerbeste. Er mogen er enige aanbevolen worden welke men gerust alle, liefst in een kleine uitgave, in de koffer kan doen: de werken van Shakespeare, de vertellingen van de duizend-en-één-nacht, wat Nederlandse lyrische poëzie, Wolfram von Eschenbach, Percy's Reliques, de fabelen van La Fontaine, de Fioretti van Franciscus. Daarbij nog iets over geschiedenis, natuurkunde, filosofie, al naar voorkeur en smaak. Dat er een bijbeltje of gebedenboekje meegaat, al naar het geloof, behoeft niet gezegd te worden. Ook buiten het eigen land kan men daar wel eens naar verlangen en niet alleen op zondag. |
|