Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd
(1853)–C. van Schaick– Auteursrechtvrij
[pagina 4]
| |
Hoor ik 't roeren van den trom,
'k Moet van vreugde zingen!
Foei! hoe komt die tijd nog om?
'k Kan mij naauw bedwingen.
Jongens! troe! gelooft mij vrij!
'k Wou graag in de schutterij!
'k Wou voor 't lieve vaderland
Graag de wapens dragen.
Komt er oproer soms, of brand,
'k Zal mijn leven wagen.
Voor mijn vaderland en vorst
Klopt mijn hart en zwelt mijn borst.
Was ik toch maar achttien jaar!
Ha! wat zou 'k mij weren!
Is die goede tijd eens daar,
Vrolijk zal 'k marcheren.
Met de wapens in de hand
Strijd ik voor het vaderland.
|
|