De rede, zo ik my niet bedriege, is, dat in deze soort van Tooneel-stukken altoos eene uitmuntende hoedanigheid werd gevonden, die, om zo te spreeken, alle de anderen inzwelgt, en waar van de ontkleedinge veel wydloopigheids vereischt; zo dat den Schryver niet alleen genoodzaakt is, den gang en de beweegingen van alle de andere Personaadjen die in den samenhang van zyn verdichtsel koomen, in te sluiten, maar wat meêr is, te buigen in voordeel van de eerste: met hoe veele voorbeelden zoude ik my hier niet kunnen ondersteunen, en voorbeelden getrokken uit de grootste Meesters?
De eenparigheid van belang is noch, volgens myne gedachten, een hinderpaal tegens de voltooijinge der mindere of onderworpene hoedanigheeden; hoe meêr men dat belang verdeelt, hoe meêr men dat verzwakt; de konst bestaat dan om het zelve altoos in zyn geheel op de voornaamste Personaadjen te werpen; alle de geleegentheeden moeten dan voor hen alleen gespaard worden: nu vraage ik, hoe eindigt men hoedanigheeden die uit die geleegentheeden zyn uitgeslooten, en waar van de beweegingen en alle de redeneeringen af hangende moeten zyn van de grootheid en het bedryf van eene andere? Judicent periti.
Ik zoude den Vizier eenen volkomen Samenspanner hebben kunnen maaken, hem verstandhoudinge met de naburige Prinçen geeven, hem voor de belangen van eenen broeder van Mahomet stellen &c. Ik heb liever een vyand des Keizers van hem willen maaken; hy haat, hy zoekt hem te schaaden, hy verwekt eenen opstand in het Leeger; het oproer is een geleide tot de ontknoopinge; dit is alles wat ik hier uit hebbe willen trekken; de minste zwarigheid van eene wydlopiger vindinge, van een regelmatiger gedrag, zou my in omstandigheeden, aan myn voorwerp gantsch vreemd, geworpen hebben.
De hoedanigheid van Théodorus is niet beter volëindigt, misschien gebrekkelyker; en, om dezelve rede