Het aengenaem lysterken, kluchtigh en bevalligh singende veel nieuwe en noyt meer van te vooren ghedruckte liedekens
(1710-1733)–Jacobus de Ruyter– AuteursrechtvrijStemme: O Galathe, >&=c.1.
UYt Adams sijd' heeft Godt gebout de vrou,
Op dat den man sijn Vrau uyt goeder trou,
Uyt al sijn sinnen, sou vierig minnen,
En als sijn eygen Hert lief hebben souw.
2. Lief gy zijt mijn eygen vleesch en been
Ick leef in u en niet in my alleen,
O schoon Vriendinne, die ick beminne
Maeckt ons twee zielen in een Lijf gemeen.
3. ô schoone Rachel laet my Jacob zijn
en helpt mijn bange ziel eens uyt de pijn
Verdryft mijn suchten door u genuchten
g' Hebt my gewont, zijt oock mijn medecijn.
4. De doot, de bleeke doot, de doot alleen
Is 't spoock het welk ons scheyden kan van een
Ons vreught en lijden, druck en verblijden
Sal soo langh wesen onder ons gemeen.
5. Laet ons soo leven op het Aerderijck
Dat wy hier naermaels in het Hemelrijck
In s' Hemels hoven, Godt eeuwigh loven,
En worden aen de Engeltjens gelijck.
|
|