| |
| |
| |
Bibliografie
eerste deel De Van-Nu-en-Straks-beweging
I. Voorgeschiedenis van Van Nu en Straks (1888-1893) door prof. dr. M. Rutten
Theophiel Coopman
Bibliografie:
Th. Coopman, Lenteliederen, ‘Met platen door Albrecht Dillens’, Gent-Dendermonde-Antwerpen 1876, ongepagineerd |
Gedichten en gezangen, ‘Met eene inleiding van Emanuel Hiel & twee etsen van Albrecht Dillens’, Antwerpen-Gent-Amsterdam-Leipzig 1879 |
1830-1880, Onze dichters, ‘Eene halve eeuw Vlaamsche poëzie, Naar tijdsorde gerangschikt, met biographische & bibliographische aanteekeningen, eene bloemlezing en eene inleiding, door Th. Coopman & V.A. dela Montagne’, Antwerpen 1880, Roeselare-Arnhem 18812 |
Kinderlust, ‘Gedichten voor de jeugd’, Met penteekeningen van H. Coopman Thz., Gent 1897 |
Geschiedenis der Vlaamsche letterkunde van 1830 tot heden, door Th. Coopman en L. Scharpé, Antwerpen 1910 |
Literatuur:
A. Vermeylen, zie aant. 18 |
R.F. Lissens, zie aant. 2 |
S. Gommers, zie aant. 2 |
Voor Th. Coopmans werkzaamheden als academielid, zie Register van de bijdragen, lezingen, verslagen enz., verschenen in de Jaarboeken en Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taalen Letterkunde, 1887-1926, Gent 1927 |
| |
Victor-Alexis dela Montagne
Bibliografie:
V.A. dela Montagne, Onze strijd, Vaderlandsche poëzie, ‘Met eene inleiding van Mr. M.H. de Graaff‘, Antwerpen-Gent-Amsterdam 1875 |
Gedichten, zie aant. 22; 2e dr., Roeselare-Haarlem 1883; 3e dr., zie aant. 21; 4e dr., zie aant. 21, 1913 |
1830-1880, Onze dichters, zie bibl. Th. Coopman Vlaamsche pseudoniemen, ‘Bibliographische opzoekingen’, Roeselare 1884 |
Toneel:
Iets vergeten, ‘Zangspel in een bedrijf, naar eene novelle bewerkt, Muziek van J. Blockx’, Antwerpen 1876, Brussel 18792 |
Anoniem, ‘Tooneelspel in een bedrijf door Edw. van Bergen en V.A. dela Montagne’, Brussel 1880; idem, onder de titel Schaakmat, in De Vlaamsche Kunstbode, 10e jg., 1880, blz. 191 en vlg. |
| |
| |
De quae-tongh, ‘Cluchts-gewys vertoont op de Camer binnen Oud-Antwerpen, gheinventeert door Fr. van Laer, gherymt door V.A. dela Montagne’, in G. de Lattin, Herinneringen aan het tooneel in open lucht, Oud-Antwerpen, Tentoonstelling 1894, Antwerpen 1903, blz. 71 en vlg. |
Voor V.-A. dela Montagnes bibliografie in tijdschriften, vgl. H. Clukers, zie aant. 20, blz. 108 en vlg. |
Literatuur:
E. de Bom, Victor dela Montagne, in Vlaanderen, V, 1907, blz. 108 en vlg. |
Idem, Het levende Vlaanderen, Amsterdam 1917, Amsterdam 19222, waarin de inleiding tot Gedichten, zie aant. 21 |
Idem, Dagwerk, voor Vlaanderen, ‘Ontmoetingen en portretten’, Feestuitgave 9 november (1868-1928), Amsterdam 1928 |
Idem, Gedichten van Arnold Sauwen, ‘Een keur ingeleid door Emmanuel de Bom’, Brussel 1939 |
A. Burfs (pseud. van Prof. F. Baur), Onze dichters der ‘Heimat’, ‘Proeve van dichterstudie’, Brussel 1909; bijdruk: De Vlaamsche dichters, ‘Proeve van dichterstudie’, ‘s-Gravenhage-Brussel 1909 |
I. Eenzame, Zij die gingen... en zij die blijven, Brussel 1924 |
R. Fonck, Victor-Alexis dela Montagne, 1854-1915, in De Vlaamsche Gids, XIII, 1924-1925, blz. 481 en vlg. |
F.V. Toussaint van Boelaere, V.A. dela Montagne, in Zurkel en blauwe lavendel, ‘Studies en kritieken’, Brussel 1926, blz. 101 en vlg. |
Idem, Victor dela Montagne, in Jaarb. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1943, blz. 53 en vlg.; overdruk, Gent 1943, met bibliografie |
L. Opdebeek, Bloemekens van den Vlaamschen rozelaar, Antwerpen 1928 |
H. Diels, Als ter wilde zee, Berchem-Antwerpen 1930 |
R.F. Lissens, zie aant. 2 |
H. Clukers, zie aant. 20 |
| |
Reimond Stijns en Isidoor Teirlinck
Bibliografie:
De bibliografie van R. Stijns en I. Teirlinck, afzonderlijk en samen beschouwd, is te uitvoerig om die hier in bijzonderheden te kunnen opnemen; we verwijzen dan ook naar de licentiaats-verhandelingen, onder de Literatuur opgenomen, waarin meestal beide schrijvers samen behandeld worden. |
Literatuur:
O. Wattez, Onze novellenschrijvers, ‘De heeren Isidoor Teirlinck en Reimond Stijns’, in NDK, 10e jg., 1887-1888, blz. 499 en vlg. |
Idem, Leven en werk van Is. Teirlinck, in Jaarboek van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1935, blz. 91 en vlg. |
H. Grosemans, Studie over Reimond Stijns als novellen- en romanschrijver, in Tijdschrift van het Willemsfonds, 3e jg., II, 1898, blz. 354 en vlg. |
F.V. Toussaint van Boelaere, Hard Labeur door Reimond Stijns, in Vlaanderen, III, 1905, blz. 471 en vlg. |
Idem, Reimond Stijns herdacht, in De Boomgaard, II, 1911, blz. 44 en vlg. |
Idem, Reimond Stijns herdacht, ‘Een voordracht’, Halle 1911 |
Idem, Hard Labeur door Reimond Stijns, Reimond Stijns herdacht, in Zurkel en blauwe lavendel, zie lit. V.-A. dela Montagne |
Idem, Een beeld van Isidoor Teirlinck, in Isidoor Teirlinck-Album, ‘Verzamelde opstellen opgedragen aan Isidoor Teirlinck ter gelegenheid van zijn tachtigsten verjaardag, 2 januari 1931’, Leuven 1931, blz. 17 en vlg. |
| |
| |
H. Teirlinck, Lofrede bij het lijk van Reimond Stijns, in Vlaanderen, IV, 1906, blz. 61 en vlg. |
Idem, Eeuwgetijde Reimond Stijns, 1850-1950, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, V, oktober 1950, blz. 181 en vlg. |
Idem, Eeuwgetijde van mijn vader, ibidem, V, januari 1951, blz. 449 en vlg. |
Idem, Verzameld werk, 9 dln., I, Brussel 1955-1973, blz. 241, 259 en vlg. |
Th. Coopman en L. Scharpé, zie bibl. Th. Coopman |
L. Baekelmans, zie aant. 28 |
Idem, Vier Vlaamsche prozaïsten, Antwerpen 1931 |
C. Debaive, Bibliographie der werken van Dr. Is. Teirlinck, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1931, blz. 1107 en vlg. |
J. Grauls, In memoriam Dr. Is. Teirlinck, in Handelingen van de Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie, VII, Brussel 1934, blz. 17 en vlg. |
G. Vandermeulebroecke, Reimond Stijns, ‘Bijdrage tot de studie van zijn leven en werk’, lic. verh. Gent 1939 |
S. Gommers zie aant. 2 |
R.F. Lissens, Een vergeten jubileum: Ruwe Liefde, in Dietsche Warande en Belfort, 1947, 10, blz. 527 |
Idem, Ruwe Liefde: 1887, in Spiegel der Letteren, 15e jg., 1973-1974, 4, blz. 264 en vlg. |
Hulde aan Is. Teirlinck, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1949-1951, blz. 29 en vlg. |
J. Leenen, Isidoor Teirlinck, 1851-1951, in Handelingen van de Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie, XXV, Brussel 1951, blz. 259 en vlg. |
L. d'Haene, Bijdrage tot de studie van de folklore in het werk van Teirlinck-Stijns, lic. verh. Gent 1951 |
P. Bontinck, Reimond Stijns, ‘Een bijdrage tot de studie van zijn leven en werk’, lic. verh. Gent 1967 |
Over Is. Teirlincks werkzaamheden als academielid, zie Register van de bijdragen, lezingen, verslagen enz., verschenen in de Jaarboeken en Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, 1887-1926, Gent 1927 |
| |
Pol de Mont
Bibliografie:
De bibliografie over P. de Mont in G. Meir, zie aant. 31, blz. 271 en vlg., hoewel die ‘geen aanspraak op volledigheid, in 't bijzonder wat betreft de tijdschriften’ kan maken (blz. VII), is nog altijd de meest volledige die we bezitten. We verwijzen er dan ook gewoon naar.
Literatuur:
M. Rooses, Derde schetsenboek, Gent 1885 |
V. Ponos (pseud. van L. Franck), Romantische levensschets van Pol de Mont, in NDK, IX, 1887, blz. 80, 142 en vlg. |
F. Swagers, Pol de Mont, ‘Zijn leven en zijne werken’, Antwerpen 1888 |
A. de Ridder en G. van Roosbroeck, Pol de Mont, Haarlem 1910 (Mannen en vrouwen van beteekenis) |
F. Francken, Pol de Mont, Antwerpen-Amsterdam 1919 (Vlamingen van beteekenis, nr. 3) |
M. Sabbe, Pol de Mont en de ontwikkeling van de Vlaamsche poëzie sedert 1830, in Taal en kultuur uit Vlaanderen, Redevoeringen en studies, Antwerpen 1924 |
E. de Bom, Pol de Mont, 15 april 1922 in Nieuw Vlaanderen, Kunst en leven, Met een voorwoord van Edward Anseele, Brussel-Amsterdam 1925 |
Idem, Pol de Mont, in Dagwerk voor Vlaanderen, zie lit. V.-A. dela Montagne |
J. Eeckhout, Pol de Mont, Brugge-Anrwerpen-Den Haag 1925 (Litteraire profielen, nr. 1) |
K. van de Woestijne, zie aant. 40 |
G. Meir, zie aant. 31, blz. 318, waar aangegeven wat voor de studie van P. de Mont de ‘min-
|
| |
| |
der karakteristieke’, de ‘belangwekkende’ en de ‘zeer merkwaardige’ geschriften zijn |
Idem, Bloemlezing uit zijn poëzie, Antwerpen-Amsterdam 1932 |
R.F. Lissens, zie aant. 2, 4 |
A. Walterus, Het dramatisch werk van Pol de Mont, lic. verh. Leuven 1955 |
H. Liebaers, Hélène Swarth en Pol de Mont, diss. Gent 1955, gepubliceerd als: Hélène Swarth, Brieven aan Pol de Mont, en: Hélène Swarths Zuidnederlandse jaren, beide in Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, reeks VI, nr. 92, Gent 1964 |
D. de Coster, ‘Vlaamsche volksvertelsels uit den volksmond opgeschreven‘door Pol de Mont en Alfons de Cock, ‘Een onderzoek naar hun vertelkunst’, lic. verh. Gent 1963 |
| |
Arnold Sauwen
Bibliografie:
A. Sauwen, Langs de Maas, Antwerpen 1882 |
Gedichten, Antwerpen 1890 |
J.-M. Dautzenberg, ‘Bloemlezing uit zijne werken, met levensbericht en inleiding door Arnold Sauwen’, Brussel 1908 |
De stille delling, Antwerpen 1912 |
Uren van eenzaamheid, Antwerpen 1920 |
De laatste garven, Antwerpen 1924 |
Uit het Maasland, Antwerpen 1925 |
De zingende krekel, Antwerpen 1929 |
Avondschemer, Luik 1936 |
Gedichten van Arnold Sauwen, ‘Een keur ingeleid door Emmanuel de Bom’, Brussel 1939 |
G. Michiels, Arnold Sauwen, Gedichten, Hasselt 1963 |
Literatuur:
G. Callebert-Reynaert en A. la Graviere Jr., Een bloemenkrans, ‘Dicht en proza der jongste schrijvers van Vlaamsch-België, met bio-bibliographische aanteekeningen, naar tijdsorde gerangschikt’, Brussel 1885-1886 |
P. de Mont, Sedert Potgieter's dood, Zwolle 1896 |
P. Bellefroid, Onze hedendaagsche Limburgsche dichters, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1906, blz. 347 |
A. Burfs (pseud. van Prof. F. Baur), zie lit. V.-A. dela Montagne |
E. de Bom, Inleiding tot A. Sauwen, in De stille delling, Antwerpen 1912 |
K. van den Oever, Kritische opstellen, Antwerpen 1913 |
Idem, Geestelijke peilingen, Roermond 1924 |
Arnold Sauwen, Gedenknummer, overdruk uit: Limburg, XIX, met bijdragen van C. Godelaine, G. Michiels, L. Indestege, J. Janssen, M. Rutten, en een bibliografie van J. Janssen, Maaseik 1938 |
F. Ulrichts, Arnold Sauwen, ‘De dichter uit de bonte Maasvallei’, Antwerpen 1939 |
E. de Bom, Ter inleiding, in Gedichten van Arnold Sauwen, Brussel 1939 |
C. Godelaine, Levensoverzicht, ibidem |
M. Rutten, Karakteristiek van A. Sauwen, ibidem |
H. Liebaers, zie lit. P. de Mont |
J. Bergers, Dichter Arnold Sauwen, ‘Leven, werk en betekenis’, lic. verh. Leuven 1957 |
L. Simons, Vlaanderen en Nederduitsland, 1850-1900, ‘Literair-historische studie’, lic. verh. Leuven 1960 |
| |
Hélène Swarth
Bibliografie:
De bibliografie van H. Swarth is te uitgebreid om ze hier in haar geheel te kunnen opnemen; we verwijzen dan ook naar H. Liebaers, zie lit. P. de Mont |
| |
| |
Literatuur:
E. de Bom, De Vlaamsche School, 1889, blz. 82 en vlg. |
L. van Deyssel, Verzamelde opstellen, II, Amsterdam 1897 |
A. Verwey, Inleiding tot de nieuwe Nederlandsche dichtkunst (1880-1900), Wereldbibliotheek, 5-6, Amsterdam 1905, 19215 |
I. Querido, Geschreven portretten, Amsterdam 1912 |
G. Meir, zie aant. 31 |
G. Stuiveling, Versbouw en ritme in de tijd van '80, Groningen-Den Haag-Batavia 1934 |
R. Janssens, Hélène Swarth, ‘Leven, werk, beteekenis’, lic. verh. Brussel 1940 |
N. Hansen, Hélène Swarth in Zuid-Nederland, lic. verh. Gent 1941 |
J.C. Bloem, Verzamelde beschouwingen, 's-Gravenhage 1950 |
Idem, Hélène Swarth, Het zingende hart, ‘Keur uit haar gedichten, bijeenverzameld en van een inleiding voorzien door J.C. Bloem’, Amsterdam 1952 |
W.J.M.A. Asselbergs, zie aant. 49, blz. 157 en vlg. |
H. Liebaers, zie aant. 52 en lit. P. de Mont |
H. van Damme, Vorm en verstechniek in de poëzie van H. Swarth, lic. verh. Gent 1957 |
H. Roest, Hélène Swarth, ‘Een mist van tranen’, Hasselt 1973 |
| |
Prosper van Langendonck
A. Herckenrath, Vlaamsche Oogst, ‘Proza en poëzie van hedendaagsche Zuid-Nederlandsche schrijvers, bijeengebracht door Ad. Herckenrath, Met een voorwoord van August Vermeylen, en een historische inleiding door Prosper van Langendonck’, Amsterdam 1904 |
J. Boonen, Prosper van Langendonck, in Verzen, zie aant. 55 |
A. Vermeylen, Van Langendonck, Hegenscheidt en De Bom, zie aant. 39 |
Idem, Verzameld Werk, III, zie aant. 18, 39 |
Idem, Een woord ter inleiding, in Het werk van Prosper van Langendonck, zie aant. 55 |
F.V. Toussaint van Boelaere, Dagboekaanteekeningen over Pr. van Langendonck, in Zurkel en blauwe lavendel, zie lit. V.-A. dela Montagne |
E. de Bom, Prosper van Langendonck, in Dagwerk voor Vlaanderen, zie lit. V.-A. dela Montagne |
L. Opdebeek, zie lit. V.-A. dela Montagne |
K. van de Woestijne, zie aant. 40 |
G. Schamelhout, Uit de jaren 1892-1901, in Gedenkboek A. Vermeylen, ‘Aangeboden aan August Vermeylen ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaardag, 12 mei 1932’, Brugge 1932, blz. 111 en vlg. |
P. de Smaele, zie aant. 35 |
R.F. Lissens, zie aant. 2 |
M. Gilliams, Inleiding tot de Verzen van Prosper van Langendonck, in Gedichten, zie aant. 55 |
J. Aerts, De psychologie van de Schwermut in de kunst, ‘Bijdrage tot de studie van een menschelijkheidstype in de litteraire kunstschepping, op grond van een onderzoek over het werk van A. Demedts en Pr. van Langendonck’, diss. Leuven 1941; gedeeltelijk gepubliceerd als: |
A. Westerlinck, Prosper van Langendonck, ‘Diagnose van een ongeneeslijke ziel’, Brugge 1946 |
L. Sourie, Prosper van Langendonck, Leuven 1942; 2e dr., met bibliografie, Brugge 1962 |
G. Slaets, Prosper van Langendonck, ‘Leven en Werk’, lic. verh. Leuven 1942 |
M. Roelants, Herinneringen aan Prosper van Langendonck, 1915-1919, in Schrijvers, wat is er van den Mensch?, Brussel 1942 (Documentenreeks, nr. 4), Brussel 19572, blz. 90 en vlg. |
S. Gommers, zie aant. 2 |
M. Rutten, Mijnheer van Langendonck te Genk, in Nieuw Vlaamsch Tijdschrift, IV, september 1949, blz. 329 en vlg. |
K. van Acker, De ziekte van Prosper van Langendonck, in Streven, IX, 8, mei 1956, blz. 750 en vlg. |
G. Schmook, zie aant. 11, 69 en bibl. Van Nu en Straks |
| |
| |
G. Cellier, Alfred Hegenscheidt, 1866-1964, ‘Een studie van de mens en het werk’, lic. verh. Gent 1966. |
| |
De Distel
G. Schmook, zie aant. 11 |
Idem, zie aant. 69 |
J. Kuypers, zie aant. 39, blz. 16 en vlg. |
L. Opdebeek, zie lit. V.-A. dela Montagne, blz. 66, 127, 179 en vlg. |
G. Schamelhout, zie bibl. P. van Langendonck, blz. 111 en vlg. |
L. Sourie, zie aant. 10 en bibl. P. van Langendonck |
Idem, ‘Van Nu en Straks’, ‘Historiek en betekenis’, privé-druk 1953 |
J. Muls, F. Toussaint van Boelaere, E. Claes en A. van Cauwelaert, Van Nu en Straks, in Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, reeks X, nr. 1, Gent 1944, overdruk, Antwerpen 1944 |
F.V. Toussaint van Boelaere, Spiegel van Van Nu en Straks, ‘Met inleiding en aanteekeningen’, in Museion, Nederlandsche reeks, 2, Brussel 1944 |
Idem, Karel van de Woestijne op den drempel van ‘Van Nu en Straks’, in Marginalia bij het leven en het werk van Karel van de Woestijne, Documenten, nr. 5, Brussel-Rotterdam 1944, blz. 121 en vlg. |
A. Westerlinck, zie bibl. P. van Langendonck |
F. de Backer en P. de Smaele, Beknopte levensschets, in A. Vermeylen, Verzameld werk, I, zie aant. 18 |
W. Pee, Aantekeningen bij De Kroonluchter, Kunstgenootschap, in H. Teirlinck, Verzameld Werk, III, Brussel 1957, blz. 825 en vlg. |
Wegens hun steun en medewerking aan het Kunstgenootschap De Distel zijn hier ook studies, gewijd aan oudere schrijvers, van belang: |
H. Baccaert, Emanuel Hiel, Antwerpen 1909 |
V. D'Hondt, Nestor de Tière, ‘De baanbreker van het realisme op het Vlaamsche tooneel’, Antwerpen 1921 |
O. Wattez, Emanuel Hiel herdacht, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1924, blz. 877 en vlg. |
Omeros, Hieliaden, Antwerpen 1929 |
I. Vandaele, Een studie over leven en werk van Nestor de Tière, lic. verh. Gent 1959 |
R. Elsen, Nestor de Tière, ‘Een romantisch idealist’, lic. verh. Leuven 1959 |
| |
Van Nu en Straks
Men consultere, wat de bijzonderheden betreft over het ontstaan van Van Nu en Straks, vooral de volgende artikelen, werken en verzameluitgaven. |
A. Herckenrath, zie bibl. P. van Langendonck |
A. Vermeylen, Les lettres néerlandaises en Belgique depuis 1830, ‘Conférence faite à l'Exposition universelle de Liège en 1905’, Bussum, overdruk uit: La Nation Belge, ‘Recueil des conférences jubilaires organisées par le Comité exécutif de l'Exposition internationale de Liège’, Liège 1906, Bruxelles 19072 |
Idem, Les lettres flamandes, in Figures nationales contemporaines, IV, Bruxelles 1909 |
Idem, De Vlaamsche letterkunde, in Vlaanderen door de eeuwen heen, I, Brussel-Amsterdam 1912, 19322 |
R.F. Lissens, De letterkunde sedert 1750, ibidem, II, Brussel-Amsterdam, 19523 |
A. Vermeylen, La poésie flamande de 1880 à 1910, in Histoire de la littérature flamande, ‘Conférences organisées par la Ligue de l'enseignement, sous les auspices de l'Administration communale, à l'Hôtel de ville de Bruxelles’, Gand 1913; overdruk Gand 1913 |
Idem, La poésie flamande contemporaine, in La pensée et l'âme belges, ‘Le Musée du Livre’, |
Bruxelles 1919-1920; overdruk: ibidem, 1919-1920 |
| |
| |
Idem, zie aant. 39 |
Gedenkboek A. Vermeylen, zie bibl. P. van Langendonck |
P. de Smaele, zie aant. 35 |
Idem, Auguste Vermeylen, ‘Collection nationale’, 8e série, no 86, Bruxelles 1948 |
R. Roemans, Analytische bibliographie van en over Prof. Dr. Aug. Vermeylen, Analytische bibliographieën van Vlaamsche schrijvers, 3, Gent 1934, overdruk uit: Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, juli-september, Gent 1934, Amsterdam 19532 |
A. Vermeylen, Verzameld werk 6 dln., zie aant. 18 |
A. Westerlinck, De wereldbeschouwing van August Vermeylen, Antwerpen 1958 Verder de uitgaven van het Vermeylen-Fonds: |
A. Vermeylen, De Taak, Brussel 1946, overdruk uit: Nieuw Vlaams Tijdschrift, I, 1946, blz. 1 en vlg. |
Vaarwel aan August Vermeylen, Brussel 1950 |
Tienjarige herdenking van August Vermeylen, Paleis der Academiën, Brussel, 19 maart 1955 - Rijksuniversiteit Gent, 19 mei 1955, Brussel 1955 |
Over de Wandelende Jood, Brussel 1958 |
Ook de Mededelingen van het Vermeylen-Fonds, Brussel 1953 en vlg. |
E. d'Oliveira, zie aant. 39 |
A. de Ridder, Onze schrijvers, ‘Geschetst in hun leven en werken - Met portretten en illustraties’, Tweede bundel, ‘Vlaamsche schrijvers’ door André de Ridder: Herman Teirlinck-August Vermeylen-Hugo Verriest-Karel van de Woestijne, Baarn 1909 |
Idem, La littérature flamande contemporaine (1890-1923), Anvers-Paris 1923 |
J. Kuypers, zie aant. 39 |
E. de Bock, Beknopt overzicht van de Vlaamsche letterkunde, hoofdzakelijk in de 19e eeuw, Antwerpen 1921 |
Idem, De Vlaamse letterkunde, ‘Ingeleid door Anton van Duinkerken’, Antwerpen-Den Haag 1953 |
E. de Bom, zie lit. V.-A. dela Montagne |
P. van Tichelen, Bibliographie van en over Emmanuel de Bom, Antwerpen 1947 Het werk van Prosper van Langendonck, zie aant. 55 |
L. Opdebeek, zie lit. V.-A. dela Montagne |
Herman Teirlinck, Gedenkboek 1879-1929, ‘Ter gelegenheid van des schrijvers vijftigsten verjaardag uitgegeven door De Sikkel te Antwerpen’, Antwerpen 1929 |
Herman Teirlinck vijf en zeventig jaar, Gelegenheidsnummer, Nieuw Vlaams Tijdschrift, VIII, Antwerpen 1954 |
Idem, Verzameld werk, 9 dln., Brussel 1955-1973 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, III, Emmanuel de Bom, Gent 1929 |
A.H. Cornette, Periscoop, ‘Letterkundige critieken en beschouwingen’, I, Antwerpen 1932 |
F. de Pillecijn, Stijn Streuvels en zijn werk, Tielt 1932, 19432 |
S. Streuvels, Avelghem, De Lijsternestreeks, XXVII, Tielt-Antwerpen 1946 |
A. Demedts, Stijn Streuvels, ‘Een terugblik op leven en werk’, Brugge 1971 |
J. Florquin, Mijn Streuvelsboek, Brugge 1971 |
L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, 1871-1969, ‘In opdracht van de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen samengesteld door Luc Schepens’, Brugge 1971 |
L. Jansseune-R. Vervliet, Stijn Streuvels en ‘Van Nu en Straks’, in Dietsche Warande en Belfort, oktober-november 1971, Streuvelsnummer, Een eeuw Stijn Streuvels, Antwerpen-Utrecht 1971, blz. 38 en vlg. |
S. Streuvels, Volledig werk, 4 dln., Brugge 1971-1973 |
R. Roemans, Analytische bibliographie van en over F.V. Toussaint van Boelaere, door Dr. Rob. Roemans, met literair-critische beschouwingen van Prof. Dr. Aug. Vermeylen, Herman Robbers, Dirk Coster, Reimond Herreman en een verantwoording van F.V. Toussaint van Boelaere, Ledeberg-Gent 1936; overdruk uit: Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, januari 1936, Gent 1936 |
Album amicorum F. Toussaint van Boelaere, Antwerpen 1946 |
| |
| |
M. Gijsen, De literatuur in Zuid-Nederland sedert 1830, Antwerpen 1940, 19514 |
L. Sourie, zie aant. 10 |
Idem, ‘Van Nu en Straks’. Historiek en Betekenis, 1953 |
J. Muls, F.V. Toussaint van Boelaere, E. Claess, A. van Cauwelaert, zie bibl. De Distel |
M. Francus, Victor de Meyere als dichter-romancier, lic. verh. Gent 1947 |
K. van de Woestijne, 8 dln., zie aant. 21 |
M. Verwey, Verwey en Vermeylen, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, IV, september 1949, blz. 311 en vlg. |
R.F. Lissens, De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden, Brussel-Amsterdam 1953, 19734 |
M. Rutten, zie aant. 71 |
Chronologische leidraad bij de tentoonstellingen: Genesis van Van Nu en Straks en invloed van het tijdschrift, 1880-1914 enz., AMVC, Antwerpen, 23 oktober 1959 |
C. Lemaire, zie aant. 139 |
G. Schmook, Korte bijdrage tot de geschiedenis van ‘Van Nu en Straks’, in Jaarboek van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1965, blz. 207 en vlg. |
Idem, A.H. Cornette leest over Van Nu en Straks, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1972, blz. 209 en vlg. |
A.M. Hammacher, De wereld van Henry van de Velde, Antwerpen-Parijs 1969 |
R. Vervliet, Also sprach Dr. Vermeylen, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 1972, blz. 896 en vlg.; aanvullend, waar gehandeld wordt over La littérature de tout à l'heure door Ch. Morice, als inspiratiebron voor de naam Van Nu en Straks, zie aant. 139 |
Van Nu en Straks 1893-1901. Een vrij voorhoede-orgaan (...), bloemlezing ingeleid en toegelicht door Anne Marie Musschoot met een woord vooraf door Prof. dr. A. van Elslander, 's-Gravenhage 1982 |
In het AMVC, Antwerpen, bevindt zich verder materiaal ter beschikking van het Centrum voorde Studie van het Vlaamse Cultuurleven vanaf het begin van de achttiende eeuw (CSVC), navorsingsproject nr. 886 van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (NFWO), Fonds voor Kollektief Fundamenteel Onderzoek (FKFO), Brussel, waarvan, met de toestemming van de Raad van Beheer van het CSVC, wat sommige bijzonderheden betreft, dankbaar gebruik werd gemaakt. |
Dit materiaal werd tot dusver in de vorm van prepublikatie uitgegeven als: De wereld van ‘Van Nu en Straks’, Briefwisseling 1890-1909, Brieven uit 1890, 1891, 1892. |
| |
II. Van Nu en Straks (1893-1901) door prof. dr. R. Vervliet
Cyriel Buysse
V. de Meyere, Un romancier flamand: Cyriel Buysse, Paris 1904, in Collection d'Études Étrangères |
D.B. Steyns, De Vlaamsche Schrijver Cyriel Buysse. Zijne Wereld en zijne Kunst, Gent 1911 |
H. van Puymbrouck, Cyriel Buysse en zijn Land, Antwerpen-Bussum 1911, 19292 |
Huldebetoom aan Cyriel [Buysse] op zondag 9 april 1911. Feestschrift, Antwerpen 1911 |
V. de Meyere, Cyriel Buysse, in De Boomgaard, 2e jg., 1911, blz. 159-186 |
Enkwest over Cyriel Buysse, in De Boomgaard, 2e jg., 1911, blz. 189-207, 571 |
Buysse-nummer van De Week, 8 april 1911 |
W. Kloos, Cyriel Buysse, in Letterkundige Inzichten en Vergezichten, IV, Amsterdam 1919, blz. 20-27 |
| |
| |
E. d'Oliveira, De jongere generatie, Amsterdam 19202, blz. 57-70 |
E. de Bom, De Multatuli-Kring en Cyriel Buysse, in Nieuw Vlaanderen. Kunst en Leven, Brussel-Amsterdam 1925, blz. 252-260 |
Idem, By Cyriel Buysse, in Dagwerk voor Vlaanderen, Amsterdam 1928, blz. 57-70 Cyriel Buysse-nummer van Vandaag, 15 september 1929 |
A. Mussche, Cyriel Buysse. Een Studie, Gent 1929 |
J. Eeckhout, Cyriel Buysse, in Litteraire Profielen, IV, Gent 1931, blz. 103-113 |
R. Roemans, Kritische Bibliographie van Cyriel Buysse gevolgd door een Bibliographie over Cyriel Buysse, Kortrijk 1931 |
M.G. van Severen, Cyriel Buysse. Extraits choisis, Brussel 1942 |
M. Roelants, Herinneringen aan Cyriel Buysse, in Schrijvers, wat is er van den Mensch?, Brussel-Rotterdam 1942, blz. 43-55 (interview oorspronkelijk in De Telegraaf, 5, 7 en 10 september 1929) |
J. Caubergs, De bouw van den roman bij Cyriel Buysse. Bijdrage tot de romantechniek van Cyriel Buysse, lic. verh. Gent 1943 |
R. Henry, Afwijkingen van het algemeen beschaafd Nederlands in de taal van Cyriel Buysse, lic. verh. Luik 1950 |
T. Hoedemakers, Cyriel Buysse en het landleven, lic. verh. Leuven 1952 |
F. van Heuverbeke, Cyriel Buysse's romankunst, lic. verh. Luik 1953 |
G.H. 's-Gravesande, De betrekkingen van Vlaamse schrijvers tot ‘De Nieuwe Gids’, in De Vlaamse Gids, 37e jg., nr. 5, mei 1954, blz. 314-320 |
M. Gijsen, Cyriel Buysse in Amerika, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 8e jg., 1955, blz. 1335-1337 |
R.O.J. van Nuffel, Inventaire des documents du cabinet Maeterlinck. 6 Lettres à Cyriel Buysse, in Annales de la Fondation Maurice Maeterlinck, II, Gent 1956, blz. 63-72 |
P.H.S. van Vreckem, Het Recht van den Sterkste en Emile Zola, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 10e jg., 1956. blz. 296-309 |
R. Minne, Cyriel Buysse, Brussel 1959 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde, 15) Buysse-nummer van het Nieuw Vlaams Tijdschrift, 13e jg., 1959, nr. 8, blz. 909-934 (bijdragen van H. Lampo, A. Mussche, P. de Smet) |
M. Galle, Cyriel Buysse, de objectieve verteller, in Socialistische Standpunten, 6e jg., nr. 6, 1959, blz. 510-521 |
A. de Ridder, Bij Cyriel Buysse, in Den Gulden Winckel, 8e jg., 15 oktober 1960, blz. 242-266 |
L. Remouchamps, Hulde aan Cyriel Buysse, z.p. 1960 (Uitgaven van het Julius Vuylsteke-Fonds, nr. 21) |
A. Schelstraete, Cyriel Buysse. Zijn Nevelse periode (1859-1896), lic. verh. Gent 1960 |
A. van Elslander, Cyriel Buysse, Uit zijn Leven en zijn Werk, Antwerpen, I, 1960, II, 1961 (Uitgaven van het Willemsfonds, nrs. 196a-196b) |
J. Roeland Vermeer, Cyriel Buysse, in Dietsche Warande en Belfort, 105e jg., nr. 4, 1960, blz. 242-266 |
A. van Elslander, Maurice Maeterlinck et la littérature flamande, in Annales de la Fondation Maurice Maeterlinck, Gent 1963, blz. 95-145 |
M. Galle, Cyriel Buysse achterna... in ‘De Hoop van Vrede’, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 1964, blz. 126-128 |
A. van Elslander, Cyriel Buysse, in Nationaal Biografisch Woordenboek, Brussel 1964, kol. 287-294 |
L. Geukens, Cyriel Buysse en de Kritiek, lic. verh. Gent 1965 |
H. Lampo, De sociale achtergrond bij Cyriel Buysse, in De ring van Möbius, Brussel-'s-Gravenhage 1966, blz. 9-20 |
P.H.S. van Vreckem, L'accueil fait au naturalisme dans les lettres flamandes, in Les Cahiers Naturalistes, 12e jg., nr. 31, 1966, blz. 51-63 |
M. Galle, Cyriel Buysse, Brugge 1966 (Ontmoetingen, nr. 68) |
Idem, De verhouding van Cyriel Buysse tot de Vlaamse Beweging en ‘Van Nu en Straks’. Een
|
| |
| |
nieuw document, in Handelingen van de Kon. Zuidned. Mij. voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 1966, blz. 173-181 |
Idem, Over de boetetocht van Cyriel Buysse (naar aanleiding van nieuwe documenten), in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 20e jg., 1967, blz. 377-394 |
J. Persyn, Pol de Mont en Cyriel Buysse over Vlaamse Letterkunde in Parijse revues, in Spiegel der Letteren, 10e jg., 1966-1967, blz. 144-150 |
P.H.S. van Vreckem, Cyrille Buysse: un disciple flamand des naturalistes, in Revue de Littérature Comparée, 4le jg., nr. 1, 1967, blz. 54-87 |
Idem, De invloed van het Franse naturalisme in het werk van Cyriel Buysse, Brussel 1968 (Studiereeks van het tijdschrift van de Vrije Universiteit van Brussel, nr. 2) |
A. van Elslander, Cyriel Buysse, in Biographie Nationale, 35, Brussel 1969, kol. 87-94 |
D. Menten, Stijn Streuvels en Cyriel Buysse ten opzichte van de boerenroman, lic. verh. Brussel 1972 |
J. Taeldeman, Het literaire leven in Het Land van Nevele, z.p. 1972 (Monografieën van de Heemkundige Kring ‘Het Land van Nevele’, 1) |
L. Peeters, Over de mens bij Stijn Streuvels en Cyriel Buysse. Een vergelijkende studie in enkele van hun werken, lic. verh. Leuven 1972 |
W. Pee, Omnibussen en Woordverklaring, in Taalen Tongval, 24e jg., 1972, blz. 113-135 |
Idem, Cyriel Buysse en het Westvlaams, in Taal en Tongval, 25e jg., 1973, blz. 1-2 |
A. van Elslander, Een vervolg op ‘Het gezin van Paemel’, in Album Willem Pée, Tongeren 1973, blz. 403-408 |
K. Jonckheere, Boeketje Buysse. Een levensschets en een bibliografisch overzicht, gevolgd door getuigenissen en verlucht met vele illustraties, [Brussel] 1974 |
A.M. Musschoot, A. van Elslander, De Biezenstekker, gevolgd door Driekoningenavond. Ingeleid en toegelicht, Culemborg 1977 |
J. Dheedene, Cyriel Buysses prozawerk gerecenseerd (1887-1975). Een literair-sociologische benadering, lic. verh. Gent 1979 |
R. Vervliet, Cyriel Buysse tussen historiciteit en actualiteit. Terugblik op een halve eeuw receptie in Vlaanderen, in Ons Erfdeel 25e jg., nr. 4, 1982, blz. 538-548 |
A.M. Musschoot, Tantes: Cyriel Buysses meesterwerk?, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 35e jg., nr. 2, maart-april 1982, blz. 331-336 |
A. van Elslander, A.M. Musschoot, Cyriel Buysse et le Naturalisme, in Septentrion, 11e jg., nr. 3, 1982, blz. 8-13 |
A. Deprez, Een idylle in de late negentiende eeuw. Rosa Rooses' brieven aan Cyriel Buysse. 1892-1893, in Versl, en Med. van de Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, Gent 1982, blz. 71-89 |
A. van Elslander, Cyriel Buysse herdacht (Nevele 11 september 1982), in Versl. en Med. van de Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, Gent 1983, blz. 42-58 |
| |
Prosper van Langendonck
Biografische studies:
Literatuur:
L. Sourie, Prosper van Langendonck, Leuven 1942, blz. 207-209 |
G. Schmook, Prosper van Langendonck, Antwerpen 1968, blz. 23-25 |
Tijdens zijn leven verscheen er slechts één dichtbundel: Verzen, Antwerpen 1900, 111 blz. |
Daarna verschenen nog drie uitgaven: Verzen, Amsterdam 1918, 116 blz. Met inleiding van Dr. Jaak Boonen |
Het werk van Prosper van Langendonck, Amsterdam 1926, 224 blz. Met een woord ter inleiding van Prof. Dr. August Vermeylen |
Gedichten, in Bibliotheek der Nederlandse Letteren, Brussel 1939. Met inleiding en aantekeningen van Maurice Gilliams |
| |
| |
In de reeks ‘Poëtisch Erfdeel der Nederlanden’ verscheen een anthologie, samengesteld en ingeleid door A. Westerlinck, Prosper van Langendonck - Gedichten, Hasselt 1962, 79 blz. |
Over de receptie van zijn werk in de Vlaamse periodieke pers: B. Piers, Prosper van Langendoncks werk gerecenseerd. Een literair-sociologische benadering, lic. verh. Gent 1975 |
| |
Alfred Hegenscheidt
Leven met een schrijver. Biografie van Alfred Hegenscheidt volgens de memoires van Madeleine Hegenscheidt-Heyman, zie aant. 153, 1977, blz. 361-373 |
R. Vervliet, Alfred Hegenscheidt: zijn werk, zijn persoonlijkheid, in Antwerpen, 24e jg., nr. 1, 1978, blz. 25-29 |
Idem, Starkadd... und kein Ende?, in Documenta. Med. v.h. documentatiecentrum voor dramatische kunst Gent. Tijdschrift voor theater, 2e jg., nr. 2, 1984, blz. 49-91 |
G. Opsomer, Arca haalt Starkadd uit het museum. Lyrische held wordt anti-held, in Etcetera, 1e jg., nr. 6, 1984, blz. 38-44 |
| |
Emmanuel de Bom
Biografische studies:
Literatuur:
| |
August Vermeylen
W. Kloos, August Vermeylen, in Letterkundige Inzichten en Vergezichten, I, Nieuwere Literatuurgeschiedenis, VI, Amsterdam 1916, blz. 105-126. Ibidem, III, VIII, Amsterdam 1918, blz. 39-53 |
E. d'Oliveira, De mannen van '80 aan het woord, Amsterdam z.j., blz. 139-161 (2e dr., blz. 151-180) |
J. Persijn, Kritisch Kleingoed. Over Letterkunde, II, Hoogstraten-Amsterdam 19202, blz. 138-141 |
A. Verwey, Proza, II, Amsterdam 1921, blz. 69-83 |
E. de Bock, Beknopt overzicht van de Vlaamsche Letterkunde, hoofdzakelijk in de 19e eeuw, Antwerpen-Amsterdam 1921, blz. 71-76, 79-83, 91-93 |
J. Kuypers, Op Ruime Banen! - De opbloei van onze Nieuwere Letteren en het Vlaamsche Tijdschrift ‘Van Nu en Straks’ 1893-1901, Brussel 1921 |
J. van Malderen, Literair-Kritische Beginselen van August Vermeylen, in Dietsche Warande en Belfort, 22e jg., 1922, 1e halfj., blz. 37-61 |
A. de Ridder, La littérature flamande contemporaine, Antwerpen-Parijs 1923, blz. 24-32, 80-85, 157-159 |
J. Eeckhout, Litteraire Profielen, I, Brugge-Antwerpen-'s-Gravenhage 1925, blz. 198-210 en II, 1940, blz. 100-128 |
K. van de Woestijne, De Schroeflijn, II, Brussel-Bussum 1928, blz. 88-93 |
L. Opdebeek, Bloemekens van den Vlaamschen Rozelaar, Antwerpen 1928, blz. 177-184 |
J.J. Gielen, De Wandelende Jood in volkskunde en letterkunde, Amsterdam-Mechelen 1931 Gedenkboek A. Vermeylen, ‘Aangeboden aan August Vermeylen ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaardag, 12 mei 1932’, Brugge 1932 |
R. Roemans, Analytische bibliographie van en over Prof. Dr. August Vermeylen, Analytische bibliographieën van Vlaamsche schrijvers, 3, Gent 1934 (overdruk uit: Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent, juli-september 1934, blz. 621-741, 881-953) |
Idem, Aphorismen van August Vermeylen, verzameld en ingeleid door dr. Rob. Roemans, Brussel-Maastricht 1932 |
| |
| |
R.F. Lissens, Het impressionisme in de Vlaamsche letterkunde, Mechelen-Amsterdam 1934 |
J. Vandeweghe, August Vermeylen als aestheticus en als scheppend kunstenaar, lic. verh. Brussel 1939 |
M. Gijsen, De literatuur in Zuid-Nederland sedert 1830, z.p. 1940 (19513) |
Opstellen van E. de Bom, F.V. Toussaint van Boelaere, F. de Backer, F. Baur, in Jaarboek van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1945, blz. 32-71 |
P. Minderaa, in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1945-1946, blz. 165-179 |
J.L. Broeckx, August Vermeylen, Vlaanderen ontbeert u, in Proloog, cultureel en literair tijdschrift van de jonge generatie, 1945, blz. 145-157 |
P. de Smaele, Auguste Vermeylen, in Collection nationale, 8, nr. 86, Brussel 1948 |
M. Verwey, Verwey en Vermeylen, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 4e jg., september 1949, blz. 311-328 |
Vaarwel aan August Vermeylen, Brussel 1950 (Uitgave van het August Vermeylen-Fonds) |
P. de Smaele, F. de Backer, Beknopte Levensschets van August Vermeylen, in Verzameld Werk, I, zie aant. 183, 1952, blz. 7-43 |
R. Roemans, Het werk van Prof. Dr. A. Vermeylen, Analytische bibliografie, Amsterdam-Antwerpen 1953 |
J. Venstermans, August Vermeylen. Bijdrage tot de studie van zijn persoonlijkheid en zijn werk, dr. verh. Leuven 1953 |
R.F. Lissens, De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden, Brussel 1953, Brussel-Amsterdam 19674 |
C. Demeester, August Vermeylens Twee Vrienden. Een proeve van ontleding, lic. verh. Luik 1954 |
Tienjarige herdenking van August Vermeylen, Paleis der Academiën, Brussel, 19 maart 1955 - Rijksuniversiteit Gent, 19 mei 1955, Brussel 1955 (Uitgave van het August Vermeylen-Fonds) |
M. Hanot, Invloed van Stirner in het jeugdwerk van August Vermeylen, in Dietsche Warande en Belfort, 1956, blz. 286-294 |
C. Verbeeck, Stilistisch-taalkundige vergelijking van ‘De Wandelende Jood’ en ‘Twee Vrienden’ van Vermeylen, lic. verh. Leuven 1957 |
Over de Wandelende Jood, Brussel 1958 (Uitgave van het August Vermeylen-Fonds) |
A. Westerlinck, De wereldbeschouwing van August Vermeylen, Antwerpen [1958] |
IdemDe onderlinge verhouding van kunst en wetenschap bij Vermeylen, in Spiegel der Letteren, 2e jg., 1958. blz. 270-284 |
H. Teirlinck, August Vermeylen, Brussel 1958 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 5) |
E. Vanderveken, Het anarchisme en het jeugdwerk van A. Vermeylen, lic. verh. Brussel 1959 |
M. Rutten, Charles Morice en August Vermeylen in Spiegel der Letteren, 5e jg., 1961, blz. 101-137 |
Idem, Even terug tot Charles Morice en August Vermeylen, in Ibidem, 8e jg., 1964-1965, blz. 69-71 |
J. Venstermans, August Vermeylen, Brugge 1965 (Ontmoetingen, nr. 60) |
J. Aerts, Analytische beschouwingen over de ‘eenheid van vorm en inhoud’ in de literaire theorie van A. Vermeylen, in Huldealbum Prof. Dr. J.F. Vanderheyden, Langemark 1970, blz. 191-201 (ook in overdruk in Verwondering en rekenschap. Opstellen over Nederlandse letterkunde, zie aant. 193) |
August Vermeylenherdenking 1872-1972 Brussel 1972 (Uitgave van het August Vermeylen-Fonds) |
Herdenking August Vermeylen, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 25e jg., nr. 3, maart 1972 |
L. Mariotte, August Vermeylen. De Wandelende Jood en Twee Vrienden, lic. verh. Gent 1972 |
A. Bolckmans, August Vermeylen en de wereldliteratuur en R. Vervliet, Also sprach Dr. Vermeylen. Brieven van August Vermeylen uit Berlijn en Wenen (1894-'96), in Nieuw Vlaams
|
| |
| |
Tijdschrift 25e jg., nr. 9, november 1972, resp. blz. 871-895 en 896-931 (beide artikelen ook in overdruk afz. in een Uitgave van het August Vermeylen-Fonds) |
M. Cornu, De Wandelende Jood (1906) door Vermeylen en De Exploten van Tabarijn (1927) door J. Vriamont. Een thematische en structurele vergelijking, lic. verh. Luik 1973 |
P. van Steenvoort, De les van Flaubert. August Vermeylen in het licht van het werk en de opvattingen van Gustave Flaubert, lic. verh. Leuven 1973 |
M. Vlieten, Continuïteit en eenheid in ‘De Wandelende Jood’ (1906) en ‘Twee Vrienden’ (1943) door August Vermeylen, lic. verh. Luik 1974 |
R. Vervliet, August Vermeylen, in Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, II, Tielt-Amsterdam 1975, blz. 1780-1784 |
Idem, in Twintig Eeuwen Vlaanderen, XIV, Hasselt 1976, blz. 73-76 |
A. de Coninck, August Vermeylens werk gerecenseerd. Een literair-sociologische benadering, lic. verh. Gent 1975 |
W. van Rooy, De Bom - Vermeylen: hun relatie tot Pol de Mont vóór de oprichting van ‘Van Nu en Straks’, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 30e jg., nr. 5, mei-juni 1977, blz, 378-394 |
A. van Elslander, August Vermeylen en het tijdschrift ‘Van Nu en Straks’, in Med. der Kon. Ned. Ac. voor Wetenschappen, afd. Letterkunde, Nieuwe Reeks, 44, nr. 2, Amsterdam Oxford-New York 1981, blz. 35-57 |
R. Vervliet, August Vermeylen, het Vermeylenfonds en het Europa van morgen, in Med. v.h. Vermeylenfonds, 1978, nr. 1, blz. 3-7 |
Idem, De actualiteit van de denkwereld van August Vermeylen, in Congresbrochure van het Vermeylenfonds, 1980, blz. 34-40 |
Idem, August Vermeylen: wegbereider van het socialistisch cultuurflamingantisme, in Med. v.h. Vermeylenfonds, 1981, nr, 1, blz. 6-11 |
M. Rutten, August Vermeylen en Jules Romains; een congenialiteitsprobleem, in De Nieuwe Taalgids, 77e jg., nr. 2, 1984, blz. 116-134 |
| |
Stijn Streuvels
A. Hegenscheidt, Stijn Streuvels en Lenteleven, Amsterdam 1902, oorspr. in Van Nu en Straks, Tweede Reeks, 4e jg., 1900, blz. 200-216; afz. uitg. bij L.J. Veen, Amsterdam 1902 |
H. Verriest, Twintig Vlaamsche Koppen, II, Roeselare 1901, blz. 115-135 |
A. Vermeylen, Stijn Streuvels' Minnehandel, in Verzamelde Opstellen, II, zie aant. 192, 1905, in Verzameld Werk, II, zie aant. 183, blz. 317-329 |
I. Querido, Stijn Streuvels' Minnehandel en Openlucht, in Literatuur en Kunst, I, Haarlem 1906, blz. 115-145 en 146-165 |
A. de Ridder, Stijn Streuvels. Kritische Studie, Antwerpen 1907; 2e vermeerderde druk, |
Idem, Stijn Streuvels, Zijn Leven en zijn Werk, Amsterdam 1907 |
Idem, Bij Stijn Streuvels, in Onze schrijvers geschetst in hun leven en werken, I, Baarn 1908, blz. 31-52 |
H.H. Linnebank, Stijn Streuvels, in Van Nederlandsche Letteren, Maldegem 1907, blz. 16-38, 83-95 |
J. Muls, Trois écrivains flamands: Stijn Streuvels, Hugo Verriest, Karel van de Woestijne, in Almanach de l'amitié de France et de Flandre, III, Parijs 1920, blz. 74-92 |
Streuvelsnummer van Het Vlaamsche Land, nr. 48 (26 februari 1921) |
Vlaamsche Arbeid, januari 1921, blz. 5-43 |
R. de Graeve, Stijn Streuvels, Gent 1932 |
F. Vercnocke, Drei dietsche Barden: Stijn Streuvels, René de Clercq, Cyriel Verschaeve, in H. Schütt, Flandern-Niederdeutschland, Hamburg 1939, blz. 78-88 |
J. Eeckhout, Literaire Schetsen, Brugge 1940, blz. 77-95 |
F. de Pillecijn, Stijn Streuvels en zijn werk, Tielt [1932] |
Stijn Streuvels' 70ste verjaring, in Versl, en Med. van. de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, oktober 1941, blz. 655-677 (bijdragen van E. de Bom, F. Timmermans, J. Muls, H. Teirlinck, J. van Mierlo en Stijn Streuvels) |
| |
| |
M. Roelants, Stijn Streuvels' Werkmenschen, in Schrijvers, wat is er van den Mensch?, Brussel-Rotterdam 1942, blz. 56-60 |
R.F. Lissens, Aspects de Stijn Streuvels, in Rien que l'homme, Brussel 1944, blz. 201-215 |
E. Janssen, Stijn Streuvels en zijn stijl, in Diagnose, gestalten en stilte, Brugge-Brussel 1945, blz. 198-215 |
Idem, Stijn Strewels en zijn Vlaschaard - Essay over zijn eerste productie tot aan het meesterwerk (1894-1907), Tielt-Antwerpen 1946 |
L. Sourie, Stijn Streuvels, Kortrijk 1946 |
Streuvelsnummer van Dietsche Warande en Belfort, september-oktober 1946, blz. 449-516 (bijdragen van Stijn Streuvels, A. van Duinkerken, A. Coolen, P. Bertheloot, C.M. van den Heever, E. van der Hallen en A. Demedts) |
Stijn Streuvelsnummer van Nieuw Vlaams Tijdschrift, oktober 1946 (bijdragen van C. Huysmans, Stijn Streuvels, H. Teirlinck, F.V. Toussaint van Boelaere, A. van Duinkerken, J. Vriamont, K. Jonckheere, P. van Aken en H. Lampo) |
C.M. van den Heever, Drie groot Vlaminge: Stijn Streuvels, August Vermeylen en Felix Timmermans, in Mens en woord, Johannesburg 1947, blz. 151-174 |
W. Kramer, Zelfkritiek van Stijn Streuvels, in Album Prof. dr. Frank Baur, II, Antwerpen 1948. blz. 24-30 |
Stijn Streuvels. Een hulde bij zijn tachtigste verjaardag door de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, Brussel 1951 (bijdragen van J. Vercammen, J. Boon, H. Teirlinck, A. Westerlinck, J. Muls, A. van Duinkerken) |
A. van Duinkerken, Het Vlaanderen van Stijn Streuvels, in Mensen en Meningen, 's-Gravenhage 1951, blz. 342-354 |
Streuvelsnummer van West-Vlaanderen, januari 1952 (bijdragen van A. van Wilderode, F. Baur, P. Bertheloot, A. Coolen, C.M. van den Heever) |
G. Knuvelder, Stijn Streuvels, Brussel 1954 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde, 28) |
A. Demedts, Stijn Streuvels, Brussel-Amsterdam 1955 (Prominenten, 2) |
Stijn Streuvels 85, Gent 1956, samengesteld door Maurits van Herreweghe (bijdragen van Miel Kersten, A. van der Plaetse, A. Demedts en Stijn Streuvels) |
R. van de Linde, Het oeuvre van Streuvels, sociaal document, Leuven 1958 (Keurreeks van het Davidsfonds, 69) |
A. Duliere, Stijn Streuvels, romancier flamand traduit dans toutes les langues d'Europe, in Rencontres avec la gloire, Tamines 1959, blz. 115-133 |
Streuvelsnummer van De Boom, Roeselare 1961 (bijdragen van R. Lagrain, J. Huyghebaert, K. Bostoen, A. van Duinkerken, A. Demedts, A. van der Plaetse, P. Thoen, J. Boudrez, G. Dumont en E. Derluyn) |
A. Coolen, Stijn Streuvels (met inleiding van Herman Teirlinck en foto's van Gianni Tortoli), Brugge 1961 |
G. Knuvelder, Stijn Streuvels negentig. Een Noordnederlands perspectief, in Spiegel der Letteren, 5e jg., 1961, blz. 161-181 |
A. Westerlinck, Over het Leven en de Dood in den Ast, in Dietsche Warande en Belfort, oktober 1961, blz. 533-543 |
Streuvels' Landschap in de Vlaamse Schilderkunst, Catalogus Avelgem 18 augustus 1963, Tielt 1963 |
R.F. Lissens, Stijn Streuvels die een wereld schiep, in Confrontaties, Hasselt 1964, blz. 91-96 |
A. Westerlinck, Weer een uur met Streuvels..., in Alleen en van geen Mens gestoord. Verzamelde Opstellen, Tweede Reeks, Leuven 1964, blz. 121-136 (Keurreeks van het Davidsfonds, 94) |
J. Florquin, Ten huize van... Ontmoetingen met Vlaamse kunstenaars en andere vooraanstaanden, Leuven 1964, blz. 253-284 (Keurreeks van het Davidsfonds, 96) |
J. Aerts, Stijn Streuvels tussen historiciteit en mythe, Gent 1967 |
H. Speliers, Omtrent Streuvels. Het einde van een myte. Een anti-essay, Brugge 1968 |
F. de Pillecijn, Stijn Streuvels (met nawoord door A. Demedts), Brugge 19696 (Ontmoetingen, nr. 6) |
| |
| |
L. Ross, Een Vlaschaard is geen Flachsacker, in Maatstaf, 8e jg., 1969, blz. 510-522 |
J. Weisgerber, Stijn Streuvels. Een sociologische balans, Gent 1970 |
A. Demedts, Stijn Streuvels. Een terugblik op leven en werk, [Brugge] 1971 |
J. Florquin, Mijn Streuvelsboek, [Brugge 1971] |
Idem, Stijn Streuvels. Zijn levensstijl, Tielt 1971 |
J. Roelstrate, De voorouders van Stijn Streuvels, Handzame 1971 |
L. Schepens, Kroniek Stijn Streuvels 1871-1969. Catalogus van de Tentoonstelling Stijn Streuvels, [Brugge] 1971 |
H. Speliers, G. Adé, G. Wildemeersch, A. Godfroid, Afscheid van Streuvels, Brugge-'s-Gravenhage 1971 |
Een eeuw Stijn Streuvels, samengesteld door de redactie van Dietsche Warande en Belfort voor het speciale Streuvelsnummer oktober-november 1971, Antwerpen-Utrecht 1971 (bijdragen van A. Westerlinck, Stijn Streuvels, J. Florquin, L. Jansseune en R. Vervliet, A. Demedts, B. Kemp, M. Janssens en J. Weisgerber) |
J. Gisekin, Stijn Streuvels, Hoe ik Brugge gezien en beleefd heb, VWS-cahiers, in Bibliotheek van de Westvlaamse Letteren, 6e jg., nr. 3/A (herfst 1961) |
R. Roemans, H. van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels. Werk in boekvorm, Antwerpen-Utrecht 1972 (Studia Flandrica, 2) |
G. Schmook, De regenboog van ‘Leie’ tot ‘Schelde’, in Antwerpen-Tijdschrift der Stad Antwerpen, 18e jg., nr. 1, april 1972, blz. 4-10 (ook in: Versl. en Med. van de Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, afl. 3, Gent 1971, blz. 339-355) |
A. Westerlinck, Streuvels: zijn kunst, zijn wereld, in Antwerpen. Tijdschrift der stad Antwerpen, 18e jg., nr. 1, april 1972, blz. 11-15 |
A. Verschuere, Stijn Streuvels zoals hij was, Ingooigem 1973 |
A. Demedts, Stijn Streuvels, Nijmegen-Brugge 1977 |
L. Schepens, Stijn Streuvels. In Oorlogstijd. Het volledig dagboek van de eerste wereldoorlog, Nijmegen-Brugge 1979 |
Onuitg. lic. en doct. verh. over Streuvels: A. Deprez, Licentiaatswerken en doctoraten over Nederlandse, algemene en vergelijkende literatuurstudie. Systematisch overzicht van de aan de Belgische universiteiten voorgelegde verhandelingen. 1934-1975, Gent 1976, blz. 79-82 (Uit het seminarie voor Nederlandse literatuurstudie van de Rijksuniversiteit te Gent) |
| |
Fernand-Victor Toussaint van Boelaere
J. Eeckhout, Litteraire profielen, I, Brugge 1925, blz. 361-382 |
E. de Bom, Dagwerk voor Vlaanderen, Amsterdam 1928, blz. 76-81 |
J. Greshoff, Critische vlugschriften, 's-Gravenhage 1935, blz. 97-104 |
R. Roemans, Fernand-Victor Toussaint van Boelaere. Een studie, Brussel 1935 |
K. van de Woestijne, Over schrijvers en boeken, II, Brussel 1936, blz. 65-81 |
R. Roemans, Analytische bibliographie van en over F.V. Toussaint van Boelaere, Gent 1936, zie aant. 264 |
R. Brulez, Fernand Toussaint van Boelaere ou l'Orfèvre des lettres flamandes, in Écrivains flamands d'aujourd'hui, Brussel 1938, blz. 14-23 |
D.A.M. Binnendijk, Zin en tegenzin, Amsterdam 1939, blz. 75-85 |
Huldenummer F.V. Toussaint van Boelaere van Onze Tijd, jg. 1940, nr. 2 |
M. Roelants, Over korte verhalen bij F.V. Toussaint van Boelaere en Filip de Pillecijn, in Schrijvers, wat is er van den Mensch?, Brussel-Rotterdam 1942, blz. 77-80 |
F. Closset, Inleiding tot De Dubbele Fetisj en Petrusken's Einde, z.p. [1944], blz. 3-12 |
Album Amicorum F.V. Toussaint van Boelaere, Antwerpen 1946 (met bijdragen van H. Teirlinck, M. Gilliams, P.G. Buckinx, J. Kuypers, R. Brulez, R.F. Lissens, A. de Ridder, H. Lampo, P. van Aken, M. Rutten, R. Herreman, G.H. 's-Gravesande, J. Boon, Fr. Leytens, Fr. de Backer, Fr. Closset, M. Gijsen, J. van Nijlen, J. Prins, J. Siedenburg, D.A.M. Binnendijk, J.W.F. Werumeus Buning, I. Boudier-Bakker, A. van Duinkerken, K. de Josselin de Jong, Top Naeff, V.E. van Vriesland, R. Foncke, L. Lebeer, F. Lyna, G. Schmook, A. Westerlinck, J. Gessler, R. Roemans) |
| |
| |
Huldenummer van het Nieuw Vlaams Tijdschrift, 1947, nr. 1 (met bijdragen van H. Teirlinck, Fr. de Backer, A. van Duinkerken, G. Walschap) |
R. Pansaerts, F.V. Toussaint van Boelaere (1875-1947), de novellist, lic. verh. Gent 1959 |
A. van Duinkerken, Vlamingen. Een bundel opstellen over het letterkundig leven in Vlaanderen, Hasselt 1960, blz. 41-44 |
H. Teirlinck, F.V. Toussaint van Boelaere 1875-1947 (gevolgd door de publikatie van nagelaten geschriften), in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 15e jg., 1962, nr. 7, blz. 807-819 |
J. Boven, Monografie van F.V. Toussaint van Boelaere. Een stilistisch onderzoek van zijn proza, lic. verh. Leuven 1962 |
R.F. Lissens, Inleiding tot De dode die zich niet verhing en andere verhalen, Hasselt 1963 |
A. Donnai, Het ‘kortverhaal’ in het werk van F.V. Toussaint van Boelaere, lic. verh. Luik 1967 |
C. Constandt, F.V. Toussaint van Boelaeres werk gerecenseerd. Een literair-sociologische benadering, lic. verh. Gent 1975 |
| |
Karel van de Woestijne
Bibliografie:
Werken, 5 dln., Bussum 1928-1933 |
Verzameld Werk, 8 dln., Brussel 1947-1950 |
Verzamelde gedichten, met een voorwoord door A. Roland Holst, samengesteld en ingeleid door Prof. dr. P. Minderaa, Brussel 1953, fotografische 2e, 3e dr. 1958, 1967 |
Journalistiek - Brieven aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant, Hasselt 1960 |
Verzamelde Gedichten, Brussel-Amsterdam 1978 |
Verhalen, samengesteld en ingeleid door Kees Fens, Amsterdam-Brussel 1978 |
Literatuur:
A. de Ridder, Onze schrijvers geschetst in hun leven en werken, II, Vlaamsche Schrijvers, Baarn 1909, blz. 68-94 |
E. d'Oliveira, De Jongere Generatie (vervolg op De mannen van '80), Amsterdam 1914, blz. 35-52 |
M. Gijsen, Karel van de Woestijne, Antwerpen-Amsterdam 1920 (Vlamingen van Beteekenis, nr. 4) |
J. Eeckhout, Karel van de Woestijne, Brugge-Den Haag 1925 (Mannen van Beteekenis, nr. 2) Van de Woestijne 50 jaar, gelegenheidsnummer van Dietsche Warande en Belfort, 28e jg., februari 1928 |
Karel van de Woestijne-nummer van Vandaag - Vlaamsche halfmaandelijksche kroniek, nr. 17, 20 oktober 1929, blz. 367-386 |
J. Eeckhout, Herinneringen aan Karel van de Woestijne, Kortrijk 1930 |
Idem, Een inleiding tot Karel van de Woestijne, Gent-Bussum 1932 |
Mededelingen van het Karel van de Woestijnegenootschap, 8 dln., Kortrijk 1933-1939 |
M. Rutten, De lyriek van Karel van de Woestijne, Liège-Paris 1934 |
U. van de Voorde, Essay over Karel van de Woestijne, Antwerpen 1934, 19422 |
A.H. Cornette, Karel van de Woestijne en de muziek, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, 1935, blz. 11-19 |
Idem, Urbain van de Voorde en zijn Essay over Karel van de Woestijne, ibidem, 1935, blz. 201-208 |
M. Mommens, Het wijsgerig inzicht bij Karel van de Woestijne, De Blind-gewordene, Antwerpen 1936 |
B. Verhoeven, Karel van de Woestijne. Een karakteristiek en een keur uit zijn gedichten, Utrecht [1940] |
P. Minderaa, Karel van de Woestijne. Zijn leven en werken, Arnhem 1942, 19422 |
M. Rutten, De esthetische opvattingen van Karel van de Woestijne, Liège-Paris 1943 |
| |
| |
A. van Cauwelaert, Karel van de Woestijne. Een synthese, Diest [1943] (Die Suverlicke Boexckens, nr. 7) |
F.V. Toussaint van Boelaere, Marginalia bij het leven en het werk van Karel van de Woestijne, Brussel-Rotterdam 1944 (Documenten, nr. 5) |
K. van Acker, Vlaamsche Temperamenten, Antwerpen 1944, blz. 91-110 |
G. van Severen, Karel van de Woestijne, Brussel 1944 |
M. Rutten, Is Karel van de Woestijne een mystiek, dichter?, in Miscellanea J. Gessler, II, Deurne 1948, blz. 1086-1088 |
A. Westerlinck, Aantekeningen over Karel van de Woestijne's jeugd, ibidem, II, blz. 1301-1328 |
I. Wils, Taaltechniek in de lyriek van Karel van de Woestijne, ibidem, II, blz. 1333-1341 |
M. Rutten, Rond de studie van Gezelle en Van de Woestijne, in Album Prof. dr. Fr. Baur, II, Antwerpen 1949, blz. 210-219 |
J.J. Aerts, Het schroom-motief in Karel van de Woestijne's lyriek, ibidem, blz. 35-46 |
Fr. de Backer, Romeo, of De minnaar der liefde, ibidem, blz. 67-72 |
A. Westerlinck, De psychologische figuur van Karel van de Woestijne als dichter. Een literair-psychologische studie, Antwerpen-Amsterdam 1952 |
D.A.M. Binnendijk, Tekst en uitleg bij twee en twintig gedichten, Tweede reeks, Amsterdam 1952, blz. 87-93 |
Catalogus van de tentoonstelling Latem rond Karel van de Woestijne in het Museum voor Schone Kunsten te Gent van 18 december 1954-15 januari 1955, Eeklo 1954 |
M. van Coppenolle, De letterkundige bundel ‘Werk’, naar de briefwisseling van Karel van de Woestijne met Victor de Meyere, 1897-1899, in Biekorf, 56e jg., 2 februari 1955, blz. 39-47 |
P. Minderaa, Karel van de Woestijne's ‘Me-zelf voorbij, me-zelven tegen’, in De Vlaamse Gids, 39e jg., maart 1955, blz. 157-167 |
J. Aerts, Stijlgeheimen van Karel van de Woestijne - Een Stijlkundig onderzoek, Leuven 1956 |
H. Teirlinck, Karel van de Woestijne, 1878-1929, Brussel 1956 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde, nr. 2) |
L. Fessard, La mer dans l'oeuvre poétique de Karel van de Woestijne, in Études germaniques, 12e jg., nr. 2, april-juni 1957, blz. 125-140 |
A. Sassen, Het woord ‘reven’ bij Karel van de Woestijne, in Album Edgard Blancquaert, Tongeren 1958, blz. 365-372 |
F. de Schutter, ‘Ik ben met U alleen, o Venus’ door Karel van de Woestijne. Gedichtenbespreking, in Nova et Vetera, 36e jg., nr. 4, 1959, blz. 483-496 |
M. Rutten, Het proza van Karel van de Woestijne, Liège-Paris 1959 |
J. Boets, Klanksymboliek in een gedicht van Karel van de Woestijne, in Spiegel der Letteren, 4e jg., 1960, blz. 24-37 |
K. Jonckheere, Een niet gekend dagboek van Karel van de Woestijne, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 14e jg., nr. 3, 1960, blz. 338-349 |
M. Rutten, Karel Pierre Edouard Marie van de Woestijne, in Biographie Nationale, XXXI, fasc. 2, 1962, kol. 750-788 |
Mevr. K. van de Woestijne, Herinneringen aan toen, in Dietsche Warande en Belfort, 109e jg., januari 1964, blz. 7-15 |
M. Rutten, Karel van de Woestijne te Pamel, in Spiegel der Letteren, 13e jg., nr. 2, 1970, blz. 112-131 |
Idem, Karel van de Woestijne, Brugge 1970 (Ontmoetingen, nr. 83) |
L. Dieltjens, Interpretatie van het slotgedicht in ‘De Modderen Man’ op basis van een stilistisch platform, in Spiegel der Letteren, 14e jg., nr. 2, 1972, blz. 132-154 |
A. Vanwilderode, Gustave en Karel van de Woestijne, in Vlaanderen, 21e jg., april 1972, blz. 69-135 |
M. Rutten, De Interludiën van Karel van de Woestijne, Liège-Paris 1972 |
F. van Elmbt, Godsbeeld en godservaring in de lyriek van Karel van de Woestijne, Brugge 1973 |
K. Jonckheere, Dagboek (Met) inleiding en begeleidende nota's, Antwerpen 1974 |
| |
| |
A.M. Musschoot, Karel van de Woestijne en het symbolisme, in Kon. Vl. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, Gent 1975 (Memorabilia, nr. 5) |
Idem, Poésie pure: een confrontatie Karel van de Woestijne - Paul van Ostaijen, in De Nieuwe Taalgids, 69e jg., 1976, blz. 191-204 |
J. Soenen, Gewinn und Verlust bei Gedichtübersetzungen - Untersuchungen zur deutschen Übertragung der Lyrik Karel van de Woestijnes, Bonn 1977 |
Van de Woestijne-nummer van Yang, Tijdschrift voor literatuur en kommunikatie, nr. 82, maart 1978 |
B. Decorte, Karel van de Woestijne en de Franse literatuur, in Med. van de Kon. Ned. Ac. van Wetenschappen, afd. Letterkunde, Nieuwe Reeks, dl. 41, nr. 3, 1978, blz. 51-66 |
Het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven herdenkt Karel van de Woestijne (toespraken van E. Willekens, L. Detiège en M. Rutten), in Antwerpen. Tijdschrift der Stad Antwerpen, 24e jg., nr. 2, 1978, blz. 84-91 |
M. Rutten, M. van Ruyssevelt, M. Somers, Catalogus Karel van de Woestijne 1875-1929. |
Herdenkingstentoonstelling n.a.l.v. de 100ste verjaardag van zijn geboorte, Antwerpen, A.M.V.C., 10 maart-9 april en 16 mei-15 oktober, Gent, Het Pand, 14 april-1 mei 1978 |
Catalogus van de tentoonstelling Karel van de Woestijne te Sint-Martens-Latem, georganiseerd door de Latemse Kunstkring, Sint-Martens-Latem, Latemse Galerij, 20 augustus-17 september 1978 |
J. Soenen, Catalogus tentoonstelling Karel van de Woestijne in vertaling, Brussel 1978 |
G. van de Woestijne, Karel en ik. Herinneringen, Brussel-Amsterdam 1979 |
A.M. Musschoot, Karel van de Woestijne en het Gents toneel, in Jaarb. van de Kon. Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent, I, XXVII, tweede reeks nr; 19, 1976-1977, blz. 137-148 |
Idem, Karel van de Woestijne et le symbolisme français, in Septentrion, 8e jg., nr. 3, 1979, blz. 28-34 |
Idem, Herdenking Karel van de Woestijne, in Jaarboek De Fonteine, XXIX, 1979, blz. 185-200 |
J. Soenen, Vijfmaal Karel van de Woestijne in vertaling, Oudenaarde 1979 |
A. van Elslander, Karel van de Woestijne herdacht. Toespraak gehouden ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling in Het Pand te Gent (14 april 1978), in Versl. en Med. van de Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, jg., 1979, blz. 26-33 |
R. Hozee, Veertig kunstenaars rond Karel van de Woestijne (1878-1929) en de kunst van zijn tijd met uittreksels uit zijn geschriften over kunst, Catalogus tentoonstelling Museum voor Schone Kunsten, Gent 20 januari-11 maart 1979 |
M. Somers, Karel van de Woestijne 1878-1929. Tentoonstellingscatalogus, met een inleiding door Albert Westerlinck en chronologisch raamwerk door M. Rutten, Kon. Bibl. Albert I, 16 juni-22 augustus 1979 |
A. van Elslander, Het Gents professoraat van Karel van de Woestijne (1920-1929), in Spieghel Historiaal van de Bond van Gentse Germanisten, 22e jg., 1980, nr. 1-2, blz. 39-53 |
Onuitgegeven lic. verh. over Karel van de Woestijne: zie A. Deprez, Licentiaatswerken en doctoraten over Nederlandse, algemene en vergelijkende literatuurstudie. Systematisch overzicht van de aan de Belgische universiteiten voorgelegde verhandelingen. 1934-1975, Gent 1976, blz. 105-106 |
F. van Elmbt, De agenda's en carnets van Karel van de Woestijne. Tekstuitgave en kritischhistorische studie, onuitg. diss. Luik 1979 |
A. Westerlinck, De eerste rijpe jaren van Karel van de Woestijne: beschouwingen rond zijn brieven aan Louis Ontrop (1896-1899), Beveren 1982 |
A.L. Sötemann, Twee meesters en hun métier: Boutens en Van de Woestijne over poëzie, in Versl. en Med. van de Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, 1983, afl. 1, blz. 129-144 |
F. van Elmbt, Karel van de Woestijne en Hadewych, in De Nieuwe Taalgids, 77e jg., nr. 3, mei 1984, blz. 235-246 |
| |
| |
| |
Herman Teirlinck
A. Vermeylen, Het Stille Gesternte van Herman Teirlinck, in Verzamelde Opstellen, II, Bussum 1905, blz. 175-184, in Verzameld Werk, zie aant. 183, II, blz. 310-316 |
W.G. van Nouhuys, Uit Noord- en Zuid-Nederland - Beschouwingen en Critieken, Baarn 1906, blz. 142-168 |
A. de Ridder, Bij Herman Teirlinck, in Onze schrijvers geschetst in hun Leven en Werken, II, Vlaamsche Schrijvers, zie aant. 320, blz. 1-29 |
Idem, Rond ‘Het ivoren aapje’ van Herman Teirlinck, in De Boomgaard, 1909-1910, blz. 331- 352 |
J. Kuypers, Herman Teirlinck, Antwerpen-Santpoort 1923 (Vlamingen van Beteekenis, nr. 6) |
E. de Bom, Herman Teirlinck als dramaturg, in Nieuw Vlaanderen. Kunst en Leven, Brussel 1925, blz. 261-284 |
F.V. Toussaint van Boelaere, Zurkel en blauwe lavendel - Studies en Kritieken, Brussel 1926, blz. 61-80 |
L. Monteyne, Kritische Bijdragen over Tooneel, Antwerpen 1926, blz. 7-40 |
D. Coster, De Beteekenis van het Lustrum-spel te Delft, in Verzamelde Werken, Leiden 1967 blz. 11-31 |
Herman Teirlinck-Gedenkboek. 1879-1929, Antwerpen 1929 (met bijdragen van L. van Deyssel, A. Vermeylen, J. de Meester sr., Top Naeff, D. Coster, R. Herreman, F.V. Toussaint van Boelaere, M. Roelants, J. Kuypers, Nest Claes, Fr. Hellens, G. Pulings, Dr. C. Debaive) |
P. Kenis, Een overzicht van de Vlaamsche Letterkunde na ‘Van Nu en Straks’, ‘met bibliographische aanteekeningen van Dr. R. Roemans’, Amsterdam 1930 |
R. Roemans, Het Herman Teirlinck-Gedenkboek - Kritisch Onderzoek der bibliographie, in Revue belge de philologie et d'histoire, juli-december 1932, blz. 991-1007 |
P. Lebeau, Het Dilettantisme als Levenshouding in de Literatuur, in Dietsche Warande en Belfort, 33e jg., nr. 12, 1933, blz. 809-820, en 34e jg., nr. 1, 1934, blz. 6-19 |
R.F. Lissens, Het Impressionisme in de Vlaamsche Letterkunde, Mechelen-Amsterdam 1934 |
W. Putman, Tooneeldagboek 1928-1938, Antwerpen 1939, blz. 216-229 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, IX, Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven 1940, blz. 5-24. Ibidem, XI, 1942, blz. 60-72 |
M. Roelants, Herman Teirlinck en de Componist, in Schrijvers, wat is er van den Mensch?, Brussel-Rotterdam 1942, blz. 64-76 (Documenten, nr. 4) |
R.F. Lissens, Herman Teirlinck. La diversité, in Rien que l'homme - Aspects du roman flamand contemporain, Brussel 1944, blz. 217-229 |
A. de Mayer, R. Roemans, Een kwart Eeuw Toneelleven in Vlaanderen, Antwerpen 1948 |
S. Lilar, Zestig Jaar Toneelliteratuur in België (vertaald door M. Gijsen), Antwerpen 1951 |
B. Ranke, Teirlinck, impressionistisch woordkunstenaar, in Dietsche Warande en Belfort, jg. 1953, blz. 496-500 |
J. Schefens, Herman Teirlinck, Verheerlijker van de Levenskracht, in De Vlaamse Gids, 37e jg.,nr. 2, 1953, blz. 65-73 |
J. Grootaers, Maskerade der Muze, Amsterdam 1954 |
Van en over Herman Teirlinck, Brussel 1954 (met bijdragen van H. Teirlinck, A. van Duinkerken, K. Jonckheere, J. Kuypers, P. Minderaa, M. Roelants) |
Herman Teirlinck vijfenzeventig jaar, gelegenheidsnummer Nieuw Vlaams Tijdschrift, 8e jg., 1954 (met bijdragen van M. Coole, J. Daisne, B. Decorte, W. Elsschot, M. Gilliams, R. Herreman, K. Jonckheere, J. Kuypers, H. Lampo, R. Minne, A. Mussche, P. van Aken, A. van Hoogenbemt, G. Walschap, H. Claus, G. Stuiveling) |
H. Teirlinck, in Mededelingen nr. 19 van de Uitgaven van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, Brussel 1954 |
D. Coster, Gesprek over Herman Teirlinck, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 11e jg., nr. 1, 1957, blz. 70-81 |
L. Picard, Het Gentse deel der Lemen Torens als historisch document, in Niemv Vlaams Tijdschrift, 12e jg., nr. 3, 1958, blz. 309-318 |
| |
| |
P. Brachin, L'Expressionnisme dans le théâtre de Herman Teirlinck, in Le Théâtre moderne. Hommes et tendances, Parijs 1958, blz. 131-148 |
P. Hadermann, Twee Aspecten van het Vitalisme in de Vlaamse Roman: ‘Houtekiel’ en ‘Het Gevecht met de Engel’, in Tijdschrift van de Vrije Universiteit van Brussel, 1e jg., nr. 2-3 (1958-1959), blz. 142-156 |
P. Minderaa, Herman Teirlinck, Brussel 1959 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 13) |
A. van Duinkerken, Vlamingen. Een bundel opstellen over het letterkundig leven in Vlaanderen, Hasselt 1960, blz. 49-53 |
G. Stuiveling, Uren Zuid. Drie dozijn ontmoetingen over de grens, Hasselt 1960, blz. 24-37 |
M. Roelants, Afscheid van het Galgemaal, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 15e jg., nr. 3, 1961, blz. 241-277 |
Th. Govaart, Het populierken: aangaande het oeuvre van Herman Teirlinck, in Kultuurleven, 30e jg., nr. 9, november 1963, blz. 675-683 |
R.F. Lissens, Confrontaties, Hasselt 1964, blz. 70-76 |
A. Westerlinck, Alleen en van geen Mens gestoord. Verzamelde opstellen, Leuven 1964, blz. 137-157 (Keurreeks van het Davidsfonds, nr. 94) |
J. de Ceulaer, Te Gast bij Vlaamse Auteurs, vierde reeks, Antwerpen 1964, blz. 67-75 |
G. Knuvelder, Kitty en de Mandarijntjes, 's-Hertogenbosch 1964, blz. 185-189 |
K. Fens, De eigenzinnigheid van de Literatuur, Amsterdam 1964, blz. 36-40 |
C.J.E. Dinaux, Vlaamse Schrijvers - Gegist Bestek, II, Amsterdam-Antwerpen 19642, blz. 44-55 |
J. Weverbergh, Herman Teirlinck: orator didacticus, in Bokboek, Amsterdam 1965, blz. 9-33 (Literaire Documenten, Serie 2) |
Th. Oegema van der Wal, Herman Teirlinck, Brussel-'s-Gravenhage 1965 |
J. Grootaers, Driemaal Herman Teirlinck, in De Maand, 10e jg., nr. 4, 1967, blz. 182-186 |
G. Stuiveling, Willens en Wetens, Amsterdam 1967, blz. 186-201 |
W. Pee, Herinneringen aan Herman Teirlinck, in Mededelingen nr. 55 van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, 1967, blz. 54-68 |
Idem, Herman Teirlinck, 24-2-1879 - 4-2-1967, in Taal en Tongval, 19e jg., 1967, blz. 85-89 |
J. van Schoor, De toneelloopbaan van Herman Teirlinck, Brussel 1967 |
B. Verminnen, Bij ware Dingen zijn er weerom Dromen, in Nieuwe Stemmen, augustus 1967, blz. 5-19 |
H. Bousset, Dilettant of Vitalist - De bronnen van Herman Teirlinck, in Jeugd en Cultuur, 12e jg., nr. 9, 1967, blz. 393-400 |
J. Kuypers, Herinneringen aan Herman Teirlinck, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 21e jg., nr. 2, 1968, blz. 97-103 |
K. Jonckheere, Teirlinck, een Gezichtsbedrog?, ibidem, blz. 105-110 |
J. Weisgerber, Rolande met de Bles of Satan in Vlaanderen, ibidem, blz. 112-126 |
Herman Teirlinck-nummer van Brabant, 2e jg., 1968, blz. 2-19 (met bijdragen van W. Pée,
R. Herreman, J.W. van Schoor, M. Coole, Dr. P.J. Meertens, K. Leroux) |
J. Weisgerber, Aspecten van de Vlaamse roman 1927-1960 - Van vorm tot betekenis, zie aant. 349, blz. 137-159 |
H. Bousset, Herman Teirlinck, Brugge 1968 (Ontmoetingen, nr. 75) |
W. Pee, Herman Louis Cesar Teirlinck, in Jaarb. v.d. Mij. der Ned. Letterkunde te Leiden 1972-'73, blz. 208-221 |
Idem, Herman Teirlinck als taalkunstenaar, in Antwerpen. Tijdschrift der stad Antwerpen, 18e jg., nr. 3, september 1972, blz. 114-124 |
H. Fayat, Herinneringen aan Herman Teirlinck, ibidem, blz. 121-124 |
J. van Schoor, Herman Teirlinck en het toneel, diss. Amsterdam 1974 |
U. de Becker, F. van Hemelryck, H. Bousset, J. van Schoor, Herman Teirlinck. Gedenkboek, 1979 |
Herman Teirlinck in Brussel, catalogus bij de tentoonstelling Herman Teirlinck, ‘Een noodzaak in ons klimaat’ (Hugo Claus). Georganiseerd door Brusselemant v.z.w. in het kader van
|
| |
| |
de Herman Teirlinck-viering 1879-1979 en ter gelegenheid van het 1000-jarig bestaan van de stad Brussel - 7-31 december 1979 |
M. Hoebeke, Herdenking van Isidoor en Herman Teirlinck, in Versl. en Med. van de Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, jg. 1980, afl. 1, blz. 45-64 |
Onuitgegeven lic. verh. over Teirlinck: A. Deprez, Licentiaatswerken en doctoraten over Nederlandse, algemene en vergelijkende literatuurstudie. Systematisch overzicht van de aan de Belgische universiteiten voorgelegde verhandelingen. 1934-1975, Gent 1976, blz. 100-101 |
L. Jacobs, Herman Teirlincks werk (tot 1920) gerecenseerd. Literair-sociologische benadering, Gent 1976 |
M.C. Buyck, Herman Teirlincks prozawerk (vanaf 1920) gerecenseerd. Een literair-sociologische benadering, Gent 1977 |
M. Mussche, Herman Teirlincks toneelwerk gerecenseerd. Een literair-sociologische benadering, Gent 1977 |
| |
In de schaduw van Van Nu en Straks
Algemeen
A. de Ridder, Les lettres flamandes d'aujourd'hui, Antwerpen 1909 |
Idem, La littérature flamande contemporaine, Antwerpen-Parijs 1923 |
P. Kenis, Een overzicht van de Vlaamsche letterkunde na ‘Van Nu en Straks’, ‘met bibliographische aanteekeningen van dr. R. Roemans’, Amsterdam 1930 |
O. van der Hallen, Vijftig jaar katholieke letterkunde in Vlaanderen (1885-1937), 1938 |
M. Gijsen, De literatuur in Zuid-Nederland sedert 1830, Brussel 1940, 19514 |
R.F. Lissens, De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden, Brussel-Amsterdam 19674 |
| |
Tijdschriften
R. Roemans, Bibliographie van de moderne Vlaamsche Literatuur 1893-1930, I, De Vlaamsche Tijdschriften, Kortrijk 1930-1934 |
R. Vervliet, De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914, 2 dln., Gent 1982 |
| |
Poëzie
Victor de Meyere
J. Eeckhout, Victor de Meyere en Albert Samain, in De Groene Linde, 1906, blz. 2-24 |
A. Vermeylen, Over leuzen en Victor de Meyere, in Vlaanderen, 1907, blz. 164-168 (in Verzameld Werk, zie aant. 183, II, blz. 396-401) |
A. Burfs (= F. Baur), Onze Dichters der Heimat, Brussel 1909, blz. 138-146 |
A. de Ridder, Bij Victor de Meyere, in Den Gulden Winckel, 1910, blz. 148-152 |
A. Cornette, Periscoop, I, Letterkundige critieken en beschouwingen, Antwerpen 1932, blz. 136-139, 224-227 |
M. de Meyer, In Memoriam Victor de Meyere 1873-1938, in Volkskunde, 1940, blz. 52-55 |
T. Heidekens, Literatuur der Rupelstreek, Turnhout 1941, blz. 14-43 |
P. de Keyser, Victor de Meyere, in Jaarb. v.d. Mij. der Ned. Letterkunde te Leiden, Leiden 1950, blz. 157-162 |
| |
| |
J. Roelin, Victor de Meyere als folklorist, onuitg. lic. verh. Gent 1945 |
M. Francus, Victor de Meyere als dichter-romancier, onuitg. lic. verh. Gent 1947 |
M.-L. Marivoet, Victor de Meyere. Literaire evolutie, onuitg. lic. verh. Leuven 1972 |
B. Delefortrie, Victor de Meyeres werk gerecenseerd. Een literair-sociologische benadering, onuitg. lic. verh. Gent 1978 |
| |
Edmond van Offel
F. de France, Edmond van Offel, Parijs 1902 |
P. de Mont, Edmond van Offel, in Koppen en Busten. Aanteekeningen over de kunstbeweging van dezen tijd, Brussel 1903, blz. 253-264 |
Edmond van Offel-nummer van het tijdschrift De Boomgaard, 2e jg., 1911 |
L. Opdebeek, Edmond van Offel, in Bloemekens van den Vlaamschen rozelaar, Antwerpen 1928, blz. 211-221 |
De wereld van Edmond van Offel, ‘Met illustraties van de artiest, een reproduktie in kleuren van een zelfportret en een bibliografie door Ronny Janssen’, ['s-Gravenwezel] 1968 |
J. de Coo, Fritz Mayer van den Bergh en Edmond van Offel, ['s-Gravenwezel] 1968 |
R. Janssen, Catalogus van de retrospectieve Edmond van Offel 1871-1959, A.M.V.C., Antwerpen, 5 - 31 oktober 1968 |
K. van de Woestijne, in Verzameld Werk, V, Brussel 1949, blz. 9-20, 629-632 |
T. Suffeleers, Edmond van Offel als letterkundige (1871-1959), onuitg. lic. verh. Leuven 1960 |
| |
René de Clercq
A. Burfs (= F. Baur), René Clercq, eene letterkundige studie, Brussel 1908 |
H. Linnebank, René de Clercq, in Van onkruid en tarwe, Maldegem 1909, blz. 65-81 |
A. Burfs (= F. Baur), Onze dichters der Heimat, Brussel 1909, blz. 88-103 |
K. van den Oever, Kritische Opstellen, Antwerpen 1913, blz. 40-53 |
O. Steghers, Dichter René de Clercq in zijn werk en leven geschetst, Met inleidend woord van W. Gijssels, Jette 1917 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, V, Gent 1932, blz. 122-135 |
A. Jacob, René de Clercq, in Jaarb. v.d. Mij. der Ned. Letterkunde te Leiden, 1936-1937, blz. 123-147 |
U. van de Voorde, 'k Heb meenig uur bij u... Essays over boeken en gedachten, Brussel 1936, blz. 51-56 |
J.J. Wijnstroom, René de Clercq, Bussum z.j. |
Idem, René de Clercq's levensloop, Amsterdam 1937; René de Clercq's grootste liefde, Amsterdam 1937; Mededeelingen over René de Clercq, Amsterdam 1937; Meeningen van René de Clercq, Amsterdam 1937; Inleiding tot R. de Clercq, Nagelaten gedichten, Amsterdam 1937 |
W. Moens, De dooden leven. René de Clercq, Lodewijk Dosfel, Oscar de Gruyter en Karel van den Oever, Brussel 1938, blz. 15-39 |
F. Vercnocke, Drei dietsche Barden: Stijn Streuvels, René de Clercq, Cyriel Verschaeve, in H. Schütt, Flandern-Niederdeutschland. Ein Gemeinschaftswerk von Flamen und Niederdeutschen, Hamburg 1939, blz. 78-88 |
F.R. Boschvogel, René de Clercq, in Galerij van Dietsche Grooten, I, Tielt 1942 |
L. Defraye, René de Clercq, in Geschiedenis en folklore van Deerlijk, Kortrijk 1942 |
K. Vertommen, René de Clercq. Daar is maar één land, Verzameld door Elza de Clercq en ingeleid door K. Vertommen, Hasselt 1964 |
K. Hulpiau, René de Clercq, in VWS-Cahiers, 10e jg., nr. 1/A, 1975 |
Gedenkboek René de Clercq: uit liefde alleen..., Deerlijk 1977 |
K. Hulpiau, René de Clercq; er is maar één Vlaanderen, Antwerpen 1977 |
Idem, René de Clercq (1877-1914). Een monografie, onuitg. diss. Leuven 1978 |
C. de Prest, René de Clercqs scheppend werk gerecenseerd. Een literair-sociologische benadering, onuitg. lic. verh. Gent 1978 |
| |
| |
| |
Adolf Herckenrath
M. Rutten, Inleiding tot A. Herckenrath, Gedichten, Antwerpen 1956, blz. 5-11 |
R.E.C. Willemyns, Adolf Polydoor Herckenrath, in Nationaal Biografisch Woordenboek, VIII, Brussel 1979, kol. 395-400 |
Idem, Adolf Herckenrath, in Oostvlaamse literaire monografieën, I, Gent 1977, blz. 145-175 (ook afz. uitgegeven) |
V. Libert, Adolf Herckenrath. Leven en werken, onuitg. lic. verh. Gent 1960 |
| |
Jef Mennekens
J. Persijn, Kritisch Kleingoed I: Vlaanderen, Hoogstraten 19202, blz. 292-295 |
L. Opdebeek, Jef Mennekens, in Bloemekens van den Vlaamschen rozelaar, Antwerpen 1928, blz. 225-229 |
K. van de Woestijne, in Verzameld Werk, V, Brussel 1949, blz. 660-667 |
| |
Lodewijk Ontrop
F.V. Toussaint van Boelaere, Inleiding tot L. Ontrop, Verzen, Antwerpen 1946 |
R. Vervliet, Lodewijk Ontrop, in Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, II, Tielt-Amsterdam 1975, blz. 1140 |
| |
Lambrecht Lambrechts
A. Hegenscheidt, Rond het klavier van Lambrecht Lambrechts, in Van Nu en Straks, Nieuwe Reeks, 5e jg., 1901, blz. 286-296 |
A. Burfs (= F. Baur), Onze dichters der Heimat, Brussel 1909, blz. 256-267 |
V. d'Hondt, Lambrecht Lambrechts, de Limburgsche dichter-spreker-zanger, Aalst 1910. |
C. Godelaine, Lambrecht Lambrechts, bibliografische bijlage door Fr. de Vleeschouwer, Maaseik 1933 (overdruk uit Limburg, 14e jg., 1933, blz. 141-157, 162-188) |
P. de Keyser, Lambrecht Lambrechts (1565-1932) als verzamelaar van Limburgsche volksliederen, Antwerpen 1939 |
K. van de Woestijne, in Verzameld Werk, IV, Brussel 1949, blz. 805-808 |
P. Leenders, Vijftig Limburgse profielen, Retie 1961, blz. 105-107 |
G. de Rouck, Een muzikale idylle: Lambrecht Lambrechts' verblijf te Ronse, z.p. 1966 (overdruk uit Annalen van de Geschied- en Oudheidkundige kring van Ronse, Ronse 1966) |
G.P.J. Michiels, Lambrecht Lambrechts, Maaseik 1968 |
| |
Richard de Cneudt
J. Eeckhout, Literaire schetsen, Leuven 1940, blz. 42-62 |
W. Blockmans, Richard de Cneudt, in Nationaal Biografisch Woordenboek, V, Brussel 1972 kol. 201-211 |
| |
August Cuppens
A. Burfs ( = F. Baur), Onze dichters der Heimat, Brussel 1909, blz. 244-251 |
H. Linnebank, Van leven en kwijnen, Maldegem 1910, blz. 37-42 |
Idem, Letteren en leven, Maldegem 1912, blz. 1-30 |
J. Crick, Silhouetten van Vlaamsche kunstenaars, I. Interviews en studies, Gent 1924, blz. 51-60 |
M.E. Belpaire, Aug. Cuppens. Zes en twintig jaar Vlaamsche vriendschap, Antwerpen 1925 |
L. Swerts, August Cuppens, jongen van verblijden, in Gestalten, Tongeren 1939, blz. 11-21 |
B. Cuppens, Priester-dichter August Cuppens, het legendarisch pastoorke van Loksbergen, ten geleide J. Droogmans, Eisden 1966 |
| |
| |
J. Droogmans, August Cuppens, in Nationaal Biografisch Woordenboek, I, Brussel 1964, kol. 366-368 |
| |
Delfien Vanhaute
H. Verriest, Twintig Vlaamsche Koppen, Roeselaere 1901, blz. 18-30 |
C. Verschaeve, Delfien Vanhaute als Dichter, in Verh. van de Kath. Vl. Hoogeschooluitbreiding, Antwerpen 1911, nr. 40 |
J. Eeckhout, Onze priesfers-dichters, Antwerpen-Bussum 1922 |
D. Pissens, J. Festraets, Delfien Vanhaute, in Vlaamsche Weelde. Een keus van 75 koppen uit onze letterkunde, Gent 1925, 19312 |
C. Verschaeve, Delfien Vanhaute, in Dietsche dichters, Brugge 1937, blz. 85-109 |
A. Demedts, Dichter Delfien Vanhaute, in Album Antoon Viaene, Brugge 1970 |
F. de Vleeschouwer, Delfien Vanhaute, in Nationaal Biografisch Woordenboek, V, Brussel 1972, kol. 903-910 |
R. Vanhaute, Delfien Vanhaute. Muzikaliteit en romantiek, in VWS-Cashiers, 9e jg., nr.1/B, 1974 |
| |
Aloïs Walgrave
A. Burfs (= F. Baur), Onze dichters der Heimat, Brussel 1909, blz. 56-62 |
J. Persyn, Kritisch Kleingoed, I, Vlaanderen, Hoogstraten 19202, blz. 42-51 |
J. Eeckhout, Litteraire Profielen, II, Antwerpen 1927, blz. 91-110 |
J. Simons, Aloïs Walgrave, in Boekengids, 1928, blz. 225-229 |
M. van Hoeck, In Memoriam Aloïs Walgrave, in Boekengids, 1930, blz. 81-83 |
J. Eeckhout, Levensbericht van Aloïs Walgrave, in Jaarb. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1934, blz. 101-123 |
J. Verheyden, Aloïs Walgrave 1876-1930, 1976 |
| |
Caesar Gezelle
H. Linnebank, Van onkruid en tarwe, Maldegem 1909, blz. 82-86 |
Idem, Van leven en kwijnen, Maldegem 1910, blz. 26-36 |
J. Persyn, Kritisch Kleingoed, I, Vlaanderen, Hoogstraten 19202, blz. 189-201 |
J. Eeckhout, Onze priesters-dichters, Antwerpen-Bussum 1922 |
H. Linnebank, Huldigingen, Maldegem 1923, blz. 25-54 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, I, Brugge 1925, blz. 184-197 |
A. Demedts, F. Baur, B. Verhoeven, in Memorandum, Moorsele 21 september 1952 |
A. Viaene, Caesar Gezelle, in Biekorf, september 1952 |
F. Baur, Caesar Gezelle, in West- Vlaanderen, april 1952 |
J. Eeckhout, C. Gezelle, priester-dichter-leraar, Moorsele 1952 |
S. Streuvels, Kroniek der familie Gezelle, Brugge 1960, blz. 65-96 |
R. Buckinx, Herinneringen aan Caesar Gezelle, in Iepers kwartier, 4e jg., nr. 3, 1968 |
F. de Vleeschouwer, Caesar Gezelle, in Nationaal Biografisch Woordenboek, III, Brussel 1968, kol. 349-352 |
Idem, Caesar Gezelle, in VWS-Cahiers, 5e jg., nr. 1, 1970 |
| |
Omer Karel de Laey
A. Burfs (= F. Baur), Onze dichters der Heimat, Brussel 1909, blz. 80-88 |
J. Persyn, Omer Karel de Laey. Een schets, in Dietsche Warande en Belfort, jg. 1910, nr. 2, blz. 184-218, nr. 3, blz. 223-254 |
J. Persyn, E. Vliebergh, Inleiding tot Het werk van O.K. de Laey, 2 dln., Leuven 1911-1912 (2e uitg. in 5 dln., Tielt 1941-1942) |
| |
| |
J. Persyn, O.K. de Laey, Hoogstraten 1919 |
Idem, Over letterkunde, IV, Hoogstraten z.j., blz. 3-75 |
Idem, De Laey te Leuven, in Uit het werk van Dr. Jul. Persyn, Antwerpen z.j., blz. 92-110 |
J. Louw, Woordschoon, I, Letterkundige studies, Oostacker 1930, blz. 20-42 |
F.V. Toussaint van Boelaere, Litterair Scheepsjournaal, II, Brussel 1939, blz. 13-25 |
A. Demedts, Omer Karel de Laey. Schets van een persoonlijkheid, in West-Vlaanderen, jg. 1956, blz. 50-55 |
Idem, Omer Karel de Laey, in Nationaal Biografisch Woordenboek, II, Brussel 1966, kol. 416-417 |
J. Deloof, Omer Karel de Laey. Ter herwaardering, in VWS-Cahiers, herfst 1970 |
K. Jonckheere, Omer K. de Laey, Antwerpen-Amsterdam 1976 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 55) |
H. Verleyen) Omer Karel de Laey, dichter en flamingant, Antwerpen 1977 (Vlaamse toeristische bibliotheek, nr. 220-221) |
C. Heyman, Omer Karel de Laey. Een monografie, onuitg. lic. verh. Gent 1957 |
R. Verkarre, Studie over Omer Karel de Laey, onuitg. lic. verh. Leuven 1961 |
| |
Proza
Gustaaf D'Hondt
Huldenummer Gustaaf D'Hondt van De Tooneelschool, Gent 1938 |
| |
Piet van Assche
L. Baekelmans, In memoriam Piet van Assche, in Med. v.d. Ver. van Vlaamse Letterkundigen, Brussel 1950 |
| |
Gustaaf Vermeersch
A. de Ridder, Onze schrijvers, geschetst in hun leven en werken, I, Baarn 1908, blz. 61-70 |
L. Baekelmans, Gustaaf Vermeersch, ‘met proeve eener bibliographie der werken’, in Vlaamsche Arbeid, 1 januari 1925 |
E. de Bom, Dagwerk voor Vlaanderen, Amsterdam 1928, blz. 88-93 |
L. Baekelmans, G. Vermeersch, in Aanteekeningen van een boekenwurm, Antwerpen 1931 blz. 37-51 |
U. van de Voorde, De tragiek van een leven. In memoriam Gustaaf Vermeersch (1877-1924), in Critiek en beschouwing, II, Antwerpen 1931, blz. 259-262 |
A. Claudet, Leven en Dood van G. Vermeersch Brussel 1935 |
A. Vermeylen, ‘De last’ van G. Vermeersch, in Beschouwingen, Brussel 1942, blz. 25-29 (in Verzameld Werk, II, zie aant. 183, blz. 354-359) |
L.P. Boon, Gustaaf Vermeersch, Brussel 1960 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 22) |
F. Leclair, Woord vooraf, in Klosjes, klosjes... en andere verhalen, Hasselt 1964 |
Idem, Bibliografie van en over G. Vermeersch, Antwerpen 1965 (Werken v.d. middelbare school voor opleiding van bibliotheek-, archief- en museumpersoneel, nr. 5) |
A. Demedts, Gustaaf Vermeersch, in Nationaal Biografisch Woordenboek, IV, Brussel 1970, blz. 898-902 |
F. Leclair, Inleiding tot Gustaaf Vermeersch: De Dood, in VWS-Cahiers, 8e jg., nr. 1/A, 1973 |
P. Platteau, Gustaaf Vermeersch, Nijmegen 1979 (Grote Ontmoetingen, nr. 44) |
M. Slosse, Gustaaf Vermeersch, onuitg. lic. verh. Gent 1961 |
R. Debbaut, Gustaaf Vermeersch. Een monografie, onuitg. lic. verh. Leuven 1967 |
| |
| |
F. Decoster, Gustaaf Vermeersch. Een onderzoek naar naturalistische elementen in zijn romans, onuitg. lic. verh. Gent 1974 |
| |
Lode Baekelmans
L. Monteyne, L. Baekelmans. Een inleiding tot zijn werk, Antwerpen 1914 |
E. de Bock, Lode Baekelmans, Antwerpen-Santpoort [1923] (Vlamingen van Beteekenis, nr. 5) |
E. de Bom, Nieuw Vlaanderen. Kunst en Leven, Brussel 1925, blz. 245-251 |
A. van Deuren, Lode Baekelmans; een herinnering bij zijn vijf en twintig-jarig schrijversjubileum, Antwerpen 1926 |
Lode Baekelmans. Uitgave van huldecomité bij schrijvers jubileum 1901-1926, Antwerpen 1926 |
L. Monteyne, Kritische bijdrage over tooneel, Antwerpen 1926, blz. 127-139 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, II, Antwerpen 1927, blz. 76-90 |
P. Sterkens-Cieters, Antwerpen in de letterkunde, Antwerpen 1937, blz. 56-60 |
P. Arents, Werken van en over Lode Baekelmans. Proeve van bibliografie, Antwerpen 1939 (overdruk uit: De Bibliotheekgids, 1939, blz. 1-44; voor addenda zie: De Bibliotheekgids, 1941, blz. 56-60; ibidem, 1950, blz. 131-135; ibidem, 1951, blz. 102-108) |
Baekelmans-nummer van Het Tooneel, Antwerpen 25 februari 1939 |
M. Martens, Lode Baekelmans. Levensschets en keus uit zijn werken, Gent 1939 |
L. Monteyne, Lode Baekelmans; zijn werk en zijn evolutie als kunstenaar, in L. Baekelmans. In den ouden spiegel; keus uit de werken van Lode Baekelmans, Gent 1940, blz. 11-41 (Uitgaven van het Willemsfonds, nr. 176) |
P. de Keyser, Lode Baekelmans; zijn Antwerpen en zijn volk, ibidem, blz. 43-48 L. Baekelmans ter eere, 2 dln., Antwerpen 1945-1946 |
P. Arents, Werk van Lode Baekelmans. Bibliografie, Gent 1954 (overdruk uit: Versl, en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1954, blz. 483-736; addenda in ibidem, jg. 1959 en 1969) |
G.W. Huygens, Lode Baekelmans, Brussel 1960 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 21) |
J. de Ceulaer, Te gast bij Vlaamse auteurs, II, Antwerpen 1962, blz. 5-9 |
F. Dille, Lode Baekelmans, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, jg. 1965, nr. 5, blz. 522-524 |
J. Florquin, Ten huize van..., III, Leuven 1966, blz. 7-37 (Keurboeken Davidsfonds, nr. 103) |
L. Brummel, In memoriam Lode Baekelmans, vriend van mensen en boeken, in De Gulden Passer, jg. XLIV, 1966, blz. 1-7 |
G. Schmook, Lode Baekelmans (Antwerpen, 26 jan. 1879-Antwerpen, 11 mei 1965), Leiden 1969 (overdruk uit: Jaarb. v.d. Mij. der Ned. Letterkunde te Leiden, 1967-1968, blz. 120-127) |
Idem, Lode Baekelmans, Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, Gent 1974 (Memorabilia, nr. 1) |
Idem, Baekelmans' ‘Doolaar en de weidsche stad’; van 1904 (eerste uitgave) tot 1979 (zesde uitgave), in Versl, en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, Gent 1979, nr. 1, blz. 105-118 |
Catalogus van Lode Baekelmans-tentoonstelling (11 mei-31 september 1979), A.M.V.C., Antwerpen 1979 |
E. Willekens, L. Roose, B. Decorte, H. Lampo: Toespraken gehouden ter gelegenheid van de Baekelmans-herdenking in de gebouwen van het A.M.V.C. te Antwerpen (11 mei 1979), in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, Gent 1980, afl. 1, blz. 3-21 |
R. de Belser, Een evaluatie van Baekelmans' stijlconceptie, Toespraak gehouden ter gelegenheid van de vergadering in het park van het kasteel van Beauvoorde (18 juli 1979), ibidem, 1980, afl. 1, blz. 34-39 |
T. Penneman, Lode Baekelmans. Een literair-biografische studie (1879-1902), onuitg. lic. verh. Leuven 1958 |
| |
| |
J. Adriaensen, Lode Baekelmans. Leven en werk. 1903-1930, onuitg. lic. verh. Leuven 1965 |
D. Bauwens, M.C. van de Casteele, K. de Waele, Lode Baekelmans' scheppend werk gerecenseerd. Een literair-sociologische benadering, onuitg. lic. verh. Gent 1977 |
M. Caen, De sociale achtergronden in het werk van Lode Baekelmans, onuitg. lic. verh. Gent 1980 |
| |
Ary J.J. Delen
G.H. 's-Gravesande, Sprekende schrijvers. Nederlandsche en Vlaamsche letterkundigen in gesprek met G.H. 's-Gravesande, Amsterdam 1935, blz. 180-192 |
L. Baekelmans, Ontmoetingen, Leuven 1951, blz. 191-199 |
F. Smits, Ary Delen 70, in Volksgazet, 10 maart 1953 |
J. Greshoff, Herinneringen aan Ary Delen, in Het Vaderland, 23 juni 1960 |
G. Dinaux, Gegist Bestek, II, 's-Gravenhage 1961, blz. 64-69 |
G. Gruwier, Bibliografie van en over A.J.J. Delen, onuitg. proefschrift v.d. sted. leerg. voor bibliotheekwezen, Antwerpen 1951 |
| |
Lode Monteyne
A. Cornette, Periscoop, I, Letterkundige Critieken en Beschouwingen, Antwerpen 1932, blz. 181-183, 188-189, 196-198 |
J. Muls, Lode Monteyne zeventig jaar, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent mei-juni 1956, blz. 281-285 |
R. Brulez, Lode Monteyne, in Jaarb. v.d. Mij. der Ned. letterkunde te Leiden, 1961, blz. 155-158 |
C. Engels, Lode Monteynes werk gerecenseerd. Een literair-sociologische studie, onuitg. lic. verh. Gent 1977 |
| |
Alfons Jeurissen
J. Droogmans, Alfons Jeurissen, de meesterlijke verteller van de Kempen (Hasselt 1874-Ekeren 1925), Borgerhout-Antwerpen 1925 |
J. Geurts, Alfons Jeurissen, Hasselt 1926 (overdruk uit: Limburgsche Bijdragen, 1925, blz. 87-142) |
E. de Bom, Dagwerk voor Vlaanderen. Ontmoetingen en portretten, Amsterdam 1928, blz. 82-87 |
J. Muls, Melancholia. Herinneringen aan gestorven Vlaamsche schrijvers en kunstenaars, Brugge 1929, blz. 105-110 (Keurboeken Davidsfonds, nr. 1) |
Alfons Jeurissen. Een verdienstelijk Limburger, door comité A. Jeurissen, Hasselt 1933-1934 |
L. Swerts, Gestalten, Tongeren 1939, blz. 22-31 (Oostlandreeks, nr. 6) |
J. Droogmans, E. Theatre, Inleiding tot A. Jeurissen, Verzameld Werk, 2 dln., Borgerhout-Antwerpen 1950 |
J. Droogmans, Alfons Jeurissen, in Nationaal Biografisch Woordenboek, I, Brussel 1964, kol. 637-640 |
M. le Compte, Alfons Jeurissen: leven en werk, onuitg. lic. verh. Gent 1965 |
| |
Frans Verschoren
R. Foncke, Een verdienstelijk Vlaming: Frans Verschoren, in De Vlaamsche Gids, 8e jg., 1913, blz. 266-281 |
L. Opdebeek, Bloemekens van den Vlaamschen Rozelaar, Antwerpen 1928, blz. 273-277 |
E. de Bom, Dagwerk voor Vlaanderen. Ontmoetingen en portretten, Amsterdam 1928, blz. 100-104 |
L. Baekelmans, Ontmoetingen, Leuven 1951, blz. 221-227 |
| |
| |
J. Bastiaensen, Frans Verschoren, Lier 1953 (overdruk uit: 't Land van Ryen, 3e jg., 1953) |
| |
Edward Vermeulen
A. Demedts, Edward Vermeulen, schrijver en boer, Leuven 1937 |
Aandenken aan de Warden-Oom-Hulde te Beselare. 1861-1961, Langemark 1962 |
A. Demedts, Edward Vermeulen (Warden Oom), in Nationaal Biografisch Woordenboek, III, Brussel 1968, kol. 896-899 |
| |
René Vermandere
F. de Vleeschouwer, René Felix Vermandere, in Nationaal Biografisch Woordenboek, V, Brussel 1972, kol. 951-958 |
| |
Maurits Sabbe
V. Celen, Maurits Sabbe als letterkundige, Antwerpen z.j. |
A.J. de Jong) Maurits Sabbe en zijn Mei van vroomheid, Amsterdam z.j. (Kijkjes in onze letterkunde, nr. 1) |
L. Monteyne, Maurits Sabbe en zijn werk, Antwerpen 1918 |
F.V. Toussaint van Boelaere, Zurkel en blauwe lavendel. Studies en kritieken, Brussel 1926, blz. 81-92 |
T. Schuyts, Maurits Sabbe's ‘De filosoof van 't Sashuis’, Bussum 1927 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, IV, Gent 1931, blz. 71-88 |
Prof. dr. Maurits Sabbe. Hulde ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaardag. 5 februari 1933, 1933 (met redevoeringen van A.H. Cornette, R. Verdeyen, C. Huysmans en M. Sabbe; overdrùk uit: De Vlaamsche Gids, 1933, blz. 241-263) |
R. Roemans, Analytische bibliografie van en over Prof. dr. Maurits Sabbe, Gent 1933 |
Idem, M. Sabbe, de kunstenaar en de geleerde, Hasselt 1933 |
L. Monteyne, De Sabbe's, Antwerpen 1934 |
U. van de Voorde, 'k Heb meenig uur bij u... Essays over boeken en gedachten, Brussel 1937, blz. 25-31 |
L. Monteyne, A. Hegmans, Inleiding tot Facetten. Ter nagedachtenis van Maurits Sabbe (uitgave van Het Willemsfonds), Gent 1939, blz. 7-32 |
F.V. Toussaint van Boelaere, Dr. M. Sabbe, in Jaarb. v.d. Mij der Ned. Letterkunde te Leiden, Leiden 1939, blz. 92-97 |
R. Roemans, De critische bedrijvigheid van Prof. dr. M. Sabbe, Brussel 1951 (overdruk uit: Levende Talen, 34e jg.) |
G. Stuiveling, Sabbe in de kring der humanisten, in Steekproeven, Amsterdam 1950, blz. 141-160 |
H.J. Sabbe, Maurits Sabbe en zijn Brugse mensen; een postume wedersamenstelling, Antwerpen-Utrecht 1971 |
I. Allaert, Maurits Sabbe als folklorist, onuitg. lic. verh. Gent 1944 |
G. Delmeire, Het proza van Maurits Sabbe, onuitg. lic. verh. Leuven 1950 |
M. Andries, Maurits Sabbes scheppend werk gerecenseerd. Literair-sociologische benadering, onuitg. lic. verh. Gent 1976 |
| |
Toneel
L. Monteyne, Kritische bijdragen over Tooneel, Antwerpen 1926 |
M. Sabbe, L. Monteyne, H. Coopman Thz., Het Vlaamsche Tooneel, Brussel 1927 |
S. Lilar, Zestig jaar toneelliteratuur in België (vert. door M. Gijsen), Antwerpen 1951 |
| |
| |
| |
Rafael Verhulst
R.P. Oswald e.a., Lebensabriss und Werke von Professor Verhulst, in Deutsch-Niederländische Symphonie, 1937, blz. 315-317 |
F. Fromme, Begegnungen mit Vlamen, Brussel 1942, blz. 53-64 |
L. Delfos, Raf Verhulst 1866-1941; een dichter in dienst van zijn volk, Wilrijk 1966 |
| |
Lodewijk Scheltjens
V. d'Hondt, Een woord vooraf tot Tooneelwerken, I, Hemiksem 1924-1925, blz. V-XVI Lodewijk Scheltjens-Album, Antwerpen 1932 |
R. Roemans, Het werk van Lodewijk Scheltjens, aanvulling bij het Scheltjens-album, Lebbeke 1933 |
| |
Nestor de Tière
V. d'Hondt, Nestor de Tière, de baanbreker van het realisme op het Vlaamsch tooneel. Proef van bio-bibliographische documentatie, Antwerpen 1921 |
| |
III. Verloop van Van Nu en Straks (1903-1916) door prof. dr. A.M. Musschoot
Algemeen
A. de Ridder, Les lettres flamandes d'aujourd'hui, Antwerpen 1909 |
Idem, La littérature flamande contemporaine (1890-1923), Antwerpen-Parijs 1923 |
R. Roemans, Bibliographie van de moderne Vlaamsche literatuur 1893-1930. Eerste deel. De Vlaamsche Tijdschriften, Kortrijk 1930-1934 |
P. Kenis, Een overzicht van de Vlaamsche letterkunde na ‘Van Nu en Straks’, ‘Met bibliographische aanteekeningen van dr. R. Roemans’, Amsterdam 1930 |
R. Brulez, Ecrivains flamands d'aujourd'hui, Brussel 1938 |
O. van der Hallen, Vijftig jaar katholieke letterkunde in Vlaanderen (1885-1937), 1938 (Davidsfonds Volksboek, nr. 278) |
M. Gijsen, De literatuur in Zuid-Nederland sedert 1830, Brussel 19401, 19514, oorspronkelijk in Dichterschap en Werkelijkheid, o.r.v.W.L.M.E. van Leeuwen (1938), opgenomen in Verzameld Werk, VI, Amsterdam-'s-Gravenhage/Rotterdam 1977, blz. 455-600 |
P. Kerstens, De katholieke litteratuur sinds de hervorming, Amsterdam z.j. |
E. de Bock, De Vlaamse letterkunde, ‘Ingeleid door Anton van Duinkerken’, Antwerpen-'s-Gravenhage 1953 |
R.F. Lissens, De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden, Brussel-Amsterdam 19531, 19674 |
J. Taels (ed.), De katholieke literatuur in de XXe eeuw, 2 dln., Antwerpen 1954 |
R. Vervliet, De literaire manifesten van het fin de siècle in de Ziudnederlandse periodieken 1878-1914, 2 dln., Gent 1982 |
| |
A. Vlaanderen
De geschiedenis van het tijdschrift Vlaanderen. Brieven en documenten, bijeengebracht door G.H. 's-Gravesande, Brussel-Antwerpen-'s-Gravenhage [1962] |
A. Demedts, De ommezijde van vandaag. Het maandschrift Vlaanderen, in De Periscoop, 18e jg., nr. 6, april 1968, blz. 3 |
| |
| |
| |
B. 1.a. Dietsche Warande en Belfort
Jan Persyn, De wording van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort en zijn ontwikkeling onder de redactie van Em. Vliebergh en Jul. Persyn (1900-1924), Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1963 |
| |
Maria Elizabeth Belpaire
B.A. Roose, De wijze vrouw van Vlaanderen. Het leven van Marie-Elisabeth Belpaire, Antwerpen 1948 |
A. Westerlinck, De betekenis van Maria Elizabeth Belpaire, in Wandelen al peinzend, Hasselt 19652, blz. 103-114 |
Jan Persyn, De wording van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort en zijn ontwikkeling onder de redactie van Em. Vliebergh en Jul. Persyn (1900-1924), Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1963 |
Idem, in Nationaal Biografisch Woordenboek, II, Brussel 1966, kol. 51-56 |
H. Schrooten, De sociale en politieke actie van mej. M. Belpaire tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), Antwerpen-Amsterdam 1978 |
| |
Cyriel Verschaeve
L. Dosfels, Cyriel Verschaeve, Antwerpen-Amsterdam [1920] (Vlamingen van Beteekenis, nr. 2) |
D. Vansina, Cyriel Verschaeve, Antwerpen 1922 (Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding, nr. 205, 19e jg., nr. 8) |
B. Lamot, Op Verschaeve's Zeesymfonieën. Ontleding, Lier 1926 |
K. Elebaers, Cyriel Verschaeve ‘de pelgrim naar het Absolute’, Brussel 1935 (Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding, nr. 329, 34e jg., nr. 2) |
D. Vansina, Cyriel Verschaeve, Brugge 1935 |
R.V. vanden Bussche O.P., Cyriel Verschaeve. Zijn levensbeschouwing en zijn kunstenaarschap, Brugge 1942 |
K. de Jager, Brieven over Verschaeve. De herfstdroom van een balling, Antwerpen (Bakenreeks, I, 4, 1951) |
D. Vansina, Verschaeve getuigt, verschenen als Verzameld Werk, I, Brugge [1955] (nog steeds de belangrijkste biografie) |
Verschaeve-nummer van West-Vlaanderen, 8e jg., nr. 46, juli 1959 |
M. Joniaux, De zeesymfonieën van Verschaeve, ‘Ingeleid door Bernard Kemp’, Antwerpen 1960 |
L. Vilsen, Cyriel Verschaeve, Brugge 1962 (Ontmoetingen, nr. 38) |
A. vander Plaetse, Cyriel Verschaeve zoals ik hem heb gekend, Deerlijk 1964 |
A. Westerlinck, Een visie op Verschaeve, in Alleen en van geen Mens gestoord, Leuven 1964, blz. 159-177 (Keurreeks van het Davidsfonds, nr. 94) |
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, IV, Antwerpen 19712, blz. 89-95 |
A. Demedts, ‘Ter Inleiding’, in Priester-dichter Cyriel Verschaeve. Keuze uit zijn werk, Brussel 1973, blz. 7-18 |
J. Vinks, Cyriel Verschaeve de Vlaming, Brecht-Antwerpen 1977 |
De tweede uitgave van het Verzameld Werk, 8 dln., Brugge 1954-1961, bevat afzonderlijke inleidingen door verschillende auteurs. |
In 1970 begon de reeks Verschaeviana te verschijnen, uitgegeven te Brugge door het Jozef Lootensfonds, I (1970-1975), 1-5; II (1974-1980), 1-3; in de vorm van jaarboeken 1979 e.v. |
| |
Julius Persyn
Jan Persyn, De wording van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort en zijn ontwikkeling
|
| |
| |
onder de redactie van Em. Vliebergh en Jul. Persyn (1900-1924), Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1963, blz. 238-272, 392-404 en passim |
Jules Persyn-nummer van Dietsche Warande en Belfort, april 1928 |
Prof. Dr. J. Persyn 1878-1928. Gedenkboek, Antwerpen 1928 (met een bibliografie van dr. J. Persyn) |
M. Boey, Dr. J. Persyn. Zijn leven. Zijn werk, Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven 1939 (Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluithreiding, nr. 374-375, 38e jg., nr. 7-8) |
F. Baur, in Liber Memorialis 1913-1960 Rijksuniversiteit Gent o.r.v. Th. Luykx, I, Gent 1960, blz. 182-189 (met een bibliografie door F. Vyncke) |
H. Persyn, Julius Persyn, in Oostvlaamse Literaire Monografieën, IV, Gent 1981, blz. 33-64 |
| |
Lodewijk Dosfel
Jul. Persyn, Godfried Hermans, in Kritisch Kleingoed (Vlaanderen, Over Letterkunde, II), Amsterdam-Hoogstraten 19202, blz. 167-180 |
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, IV, Antwerpen 19712, blz. 96-101 |
C. Verschaeve, in Verzameld Werk, VII, Voor Vlaanderen, I, Brugge 1959, blz. 385-425 |
D. Vansina, Verschaeve getuigt, in Verzameld Werk, I, Brugge [1955], blz. 185-189, 294-300, 395-399, 415-419 |
A. de Bruyne, Lodewijk Dosfel 1881-1925. Kultuurflamingant aktivist nationalist, Wilrijk 1967 (Bibliotheca Belgica, I) |
| |
Joris Eeckhout
Rouwrede en in memoriam door dr. P. Sobry en door G. Walschap in Jaarboek 1949-1950-1951 van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, blz. 89-93 en blz. 94-97 |
In memoriam Joris Eeckhout. Priester-criticus, Gent 1952 |
Jan Persyn, De wording van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort en zijn ontwikkeling onder de redactie van Em. Vliebergh en Jul. Persyn (1900-1924), Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1963, blz. 138, 205-207 en passim |
R. van de Moortel, Joris Eeckhout, met een ‘Bibliografie van Joris Eeckhout&x2019; door R. Roemans, in Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het Land van Leie en Schelde, nr. 27, 1960, blz. 9-25 en blz. 27-41 |
| |
B. 1.b. Vlaamsche Arbeid
J. Muls, Mijn handel met K. van den Oever, Antwerpen 1927, oorspr. in Vlaamsche Arbeid, 21e jg., nr. 12, december 1926, Van den Oever Herdenking, blz. 441-458; opgenomen in Melancholia. Herinneringen aan gestorven Vlaamsche schrijvers en kunstenaars, Brugge 1929, blz. 111-139 (Keurboeken Davidsfonds, nr. 1) |
Vijf en twintig jaar Vlaamsche Arbeid 1905-1930, onder hoofdredactie van J. Muls, Brussel 1930, 25e jg., afl. 5-6 |
Jan Persyn, De wording van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort en zijn ontwikkeling onder de redactie van Em. Vliebergh en Jul. Persyn (1900-1924), Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Gent 1963, blz. 145-160 |
| |
Karel van den Oever
Van den Oever Herdenking, in Vlaamsche Arbeid, 21e jg., nr. 12, december 1926 |
J. Muls, Mijn handel met K. van den Oever, oorspr. in Vlaamsche Arbeid, 21e jg., nr. 12, december 1926, blz. 441-458; opgenomen in Melancholia. Herinneringen aan gestorven Vlaamsche schrijvers en kunstenaars, Brugge 1929, blz. 111-139 (Keurboeken Davidsronds, nr. 1) |
W. Moens, in De doeden leven, Brussel-Amsterdam [1938], blz. 87-104 |
| |
| |
F. Verachtert, Karel van den Oever, 1940 (Davidsfonds Volksboek, nr. 291) |
M. Gijsen, Karel van den Oever, Brussel 1958 (Monografieën over Vlaamse letterkunde) |
In 1926 werd een keuze Verzen van Karel van den Oever uitgegeven door M. Gijsen, met een ‘voorrede’ van F. Timmermans, in De Pelgrim, eerste reeks. In 1966 verscheen een nieuwe keuze uit de lyriek. Een onbegrepen lied, verzameld en ingeleid door F. Verachtert, Hasselt (Poëtisch Erfdeel der Nederlanden, nr. 46). In 1985 kwam het Verzameld Werk, 2 dln., van de pers met een Algemene Inleiding door R.F. Lissens en een Biografie door F. Verachtert |
| |
Jozef Muls
D. Vansina, De persoonlijkheid en het werk van Jozef Muls, en J. Halley Pr., Jozef Muls als kunstcriticus, in Werk, een bloemlezing uit Muls' opstellen, Diest 1942, resp. blz. 11-23 en blz. 25-43. De bundel wordt afgesloten met een Bibliographie van Prof. Dr. Jozef Muls door R. Roemans, ook afzonderlijk verspreid als overdruk (1943) |
Levensbericht door R.F. Lissens, in Jaarb. v.d. Mij. der Ned. Letterkunde te Leiden 1962-1963, Leiden 1963, blz. 184-193 |
A. Westerlinck, Terugdenkend aan Jozef Muls, in Jozef Muls herdacht (met nog talrijke andere bijdragen en getuigenissen over Muls door verschillende auteurs en een aangevulde bibliografie, bijgewerkt tot 1964 door K. Houthuys), Leuven 1964, blz. 15-41 (Keurreeks van het Davidsfonds, nr. 93) |
Jozef Muls herdenking 17 april 1971, Kultuurraad Kalmthout, 1971 |
F. Baudouin, Jozef Muls en de kunst, in Ons Erfdeel, 15e jg., 1972, nr. 3, blz. 103-106 (Toespraak gehouden bij de opening van de Herdenkingstentoonstelling Jozef Muls in het A.M.V.C. te Antwerpen op 21 januari 1972) |
| |
Jan Hammenecker
J. Muls, Jan Hammenecker dichter der Schelde, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, 1932, blz. 1113-1133; opgenomen in De krans van laurier. Letterkundige bijdragen, Tielt 1945, blz. 168-183 |
Heemkundig Jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant, 12e jg., 1977 (geheel gewijd aan Jan Hammenecker); met een bibliografie, samengesteld door P. Servaes F. Ivens, Jan Hammenecker. Vlaams Scheldezanger voor Christus, onuitg. lic. verh. Gent 1980 |
| |
E. van der Straeten
J. Muls, in Melancholia. Herinneringen aan gestorven Vlaamsche schrijvers en kunstenaars, Brugge 1929, blz. 91-96; uitgebreid in De krans van laurier. Letterkundige bijdragen, Tielt 1945, blz. 184-189 |
| |
B. 2.a. De Vlaamsche Gids
M. Sabbe, Een Zilverbloem aan 't Knoopsgat, in De Vlaamsche Gids, 26e jg., nr. 1, oktober 1937, blz. 5-13 |
L. Schalckens, De Vlaamse Gids sedert 1905, in De Vlaamse Gids, 52e jg., nr. 3, maart 1968, blz. 8-10 |
L. Indestege, Een bladzijde uit de ontstaansgeschiedenis van een Vlaams tijdschrift, in Versl. en Med. van de Kon. Ac. voor Ned. Taal-en Letterkunde, 1974, afl. 3, blz. 331-346 |
M. Somers, Het ontstaan van ‘De Vlaamsche Gids’, in De Vlaamse Gids, 60e jg., nr. 4, april 1976, blz. 64-71 |
| |
‘Ontwaking’ en ‘De Kapel’
V. Resseler, Een halve eeuw geleden en A.J.J. Delen, De Kapel (eenige herinneringen), in
|
| |
| |
de Baekelmans ter eere 1945, Antwerpen 1946, resp. I, blz. 42-43 en II, blz. 144-151 |
L. Jansseune, De Kapel, in Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, I, Tielt-Utrecht 1973, blz. 733 |
W. van Rooy, Ontwaking, ibidem, II, 1975, blz. 1140 |
Idem, V. Resseler, ibidem, blz. 1325 |
L. Simons in W. Gijssels, Een vedel in den avond, verzameld en ingeleid door Ludo Simons, Hasselt 1972 (Poëtisch Erfdeel der Nederlanden, nr. 78) |
| |
B. 2.b. De Boomgaard
P. Lebeau, De Boomgaardgeneratie, in De Vlaamse literatuur sedert Gezelle, o.r.v.
R.F. Lissens, Vlaams Economisch Verbond, Antwerpen augustus 1950, blz. 33-36 |
Idem, Het Dilettantisme als Levenshouding in de Literatuur, in Dietsche Warande en Belfort, 33e jg., nr. 12, december 1933, blz. 809-820; 34e jg., nr. 1, januari 1934, blz. 6-19 |
J. Weisgerber, De Vlaamse literatuur op onbegane wegen. Het experiment van ‘De Boomgaard’ 1909-1920, Antwerpen 1956 |
| |
Hugo van Walden
K. van de Woestijne, Hugo van Walden. De Gulden Slede, in Nieuwe Rotterdamsche
Courant, 9 januari 1926; opgenomen in Verzameld werk, V, Brussel 1949, blz. 600-605 |
G. Saeyvoet, Hugo van Walden (1877-1934). Historisch-biografische schets, onuitg. lic.
verh. Leuven 1962 |
| |
Arthur H. Cornette
E. de Bom, In Memoriam Arthur H. Cornette en J. Muls, Prof. dr. Arthur H. Cornette de essayist en de mensch, in Jaarb. van de Kon. Vl. Ac. voor. Taal- en Letterkunde, 1945, resp. blz. 72-76 en blz. 77-95 |
P. van Tichelen, Bibliografie van Prof. dr. Arthur H. Cornette, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, 1946, blz. 221-294 |
In memoriam Prof. dr. A.H. Cornette, Antwerpen 1947 (Onder de auspiciën van de Vlaamsche Oudleerlingenbond Athenea Antwerpen) |
G. Schmook, Prof. Dr. A.H. Cornette-hulde en Arthur H. Cornette leest over ‘Van Nu en Straks’, in Versl. en Med. van de Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letterkunde, 1972, resp. blz. 65-71 en blz. 209-289 |
C. Devos, A.H. Cornette, 2 dln., onuitg. lic. verh. Gent 1980 |
| |
Firmin van Hecke
F. Polderman, Un poète flamand: Firmin van Hecke, in La Société Nouvelle, 19e jg., III (2e reeks-vol. LI), januari-februari-maart 1914, blz. 183-192 |
J. Eeckhout, Firmin van Hecke, in Litteraire profielen, II, Antwerpen-Eindhoven 1927, blz. 47-75 |
K. Jonckheere, Firmin van Hecke of de vertederde classicus, in Firmin van Hecke, Gedichten, verzameld en ingeleid door Karel Jonckheere, Hasselt 1962, blz. 5-9 (Poëtisch Erfdeel der Nederlanden nr. 4) |
B. Decorte, Firmin van Hecke, Antwerpen 1964 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde) |
R. van de Moortel, Firmin van Hecke, in Oostvlaamse Literaire Monografieën, deel III, Gent 1980, blz. 1-32 |
| |
Paul Kenis
A. de Ridder, Paul Kenis, in De Vlaamsche Gids, 23e jg., nr. 1, oktober 1934, blz. 5-30 (ook afzonderlijk overgedrukt) |
| |
| |
J. van Moer, Paul Kenis herdacht, in De Vlaamse Gids, 40e jg., nr. 9, september 1956, blz. 545-553 |
M.-L. Devriendt, Paul Kenis. Zijn leven, zijn werk, zijn betekenis, onuitg. lic. verh. Leuven 1958 |
H. Duwel, Leven en werk van Paul Kenis, onuitg, lic. verh. Gent 1959 |
| |
Paul-Gustave van Hecke
P. Kenis, Paul Gustave van Hecke of Van letterkundige tot couturier à la mode, in Den Gulden Winckel, 27e jg., nr.12, 20 december 1928, blz. 358-364 |
J. Weisgerber, De Vlaamse literatuur op onbegane wegen. Het experiment van ‘De Boomgaard’ 1909-1920, Antwerpen 1956, blz. 55-57, blz. 107-109 en passim |
Hommage à Paul-Gustave van Hecke, Brussel 1969 |
B. de Volder, Paul-Gustave Van Hecke. Leven en werk, 2 dln., onuitg. lic. verh. Gent 1983 |
| |
André de Ridder
P. Kenis, André de Ridder, in Den Gulden Winckel, 19e jg., nr. 6, 15 juni 1920, blz. 81-85; nr. 7, 15 juli 1920, blz. 97-99 |
J. Weisgerber, De Vlaamse literatuur op onbegane wegen. Het experiment van ‘De Boomgaard’ 1909-1920, Antwerpen 1956, blz. 52-55, 57-64, 71-72, 81-83, 97-98, 103-104 en passim |
Liber memorialis 1913-1960 van de Rijksuniversiteit te Gent, III, (Faculteit der Rechten) Gent, Uitgave van het rectoraat, 1960, blz. 111-118 (niet ondertekend) |
J. Florquin, Ten huize van..., I, Davidsfonds Leuven 1971, tweede, gewijzigde druk, blz. 142-164 |
È. Langui, In memoriam Prof. A. de Ridder (20 october 1888-1 juli 1961), in Kon. Vl. Ac. van Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, 23e jaar, Jaarboek 1961, blz. 273-275 |
H. Vanheertum, André de Ridder 1888-1961. Europeër voor alles, Vlaming bij dezelfde gelegenheid, onuitg. lic. verh. Gent 1977 |
| |
C. Jan van Nijlen
De Witte Mier, Maandschrift...o.l.v.J. Greshoff, nr. 10, 15 december 1924 (met bijdragen van K. van de Woestijne, M. Roelants, J. Greshoff, J. van Krimpen en verscheidene getuigenissen) |
K. van de Woestijne, Jan van Nijlen: Het aangezicht der aarde, in Verzameld Werk, V, Brussel 1949, blz. 506-513 (uit NRC, 12 Juni 1924) en Jan van Nijlen als voorbeeld, ibidem, blz. 514-519 (uit De Witte Mier, 15 december 1924) |
M. Nijhoff, Jan van Nijlen ‘De lokstem’ en andere gedichten, in Verzameld Werk, II, Kritisch, verhalend en nagelaten proza, I, Amsterdam 1961, blz. 364-367 (uit NRC, 12 december 1925) |
E. du Perron, Cahiers van een lezer, in Verzameld werk, II, Amsterdam 1955, blz. 92-94 (26 mei 1928) en Jan van Nijlen: Gedichten 1904-1938, ibidem, VI, 1958, blz. 349-354 (uit Bat. Nwsbl., 21 januari 1939) |
M. ter Braak, Nieuwe poëzie. Jan van Nijlen. ‘Geheimschrift’, in Verzameld werk, V, Kronieken, Amsterdam 1949, blz. 171-174 (uit Het Vaderland, 6 mei 1934) en Aanvaardend pessimisme. Jan van Nijlen: ‘Gedichten 1904-1938’, ibidem, VII, 1951, blz. 104-109 (uit Het Vaderland, 20 november 1938) |
S. Vestdijk, Van kind tot kind (Jan van Nijlen, ‘Gedichten 1904-1938’, 1938), in Muiterij tegen het etmaal, II, Poëzie en essay, 's-Gravenhage 19662 (19471), blz. 58-64 |
J. Greshoff, Jan van Nijlen, in Verzameld werk. Grensgebied, Amsterdam 1950, blz. 127-138 |
C. Bittremieux, De dichter Jan van Nijlen. Een commentaar, Amsterdam 1956 |
| |
| |
M. Roelants, Lof van het ernstig dichterschap of Jan van Nijlen beschouwd op vier tijdstippen, in Schrijvers, wat is er van den Mensch?, II, Brussel 1957, blz. 43-78 |
M. Rutten, Jan van Nijlen tussen oud en nieuw, juli 1958, in Nederlandse dichtkunst Achterberg en Burssens voorbij. Kronieken. Tweede bundel, Hasselt 1967, blz. 170-190 |
P.H. Dubois, Jan van Nijlen, Brussel 1959 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde); bijgewerkt en aangevuld als Over Jan van Nijlen, 's-Gravenhage 1980 |
P.G. Buckinx, De poëzie van Jan van Nijlen getoetst aan zijn jeugdervaringen, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, 1971, afl. 1, blz. 1-10 |
C. Bittremieux, Jan van Nijlen via Jan Greshoff, in Tirade, nr. 191, 17e jg., november 1973 (Greshoff-nummer), blz. 553-566 |
Idem, Arthur van Schendel en Jan van Nijlen. Brieven uit de oorlogsjaren, in Tirade, nr. 251, 23e jg., december 1979, blz. 652-670 |
H.G.M. Prick, Lodewijk van Deyssel over Jan van Nijlen (6 juli 1950), in Tirade, nr. 212, 20e jg., februari 1976, blz. 100-107 |
A.M. Musschoot, In de enge cel van 't middelmatig lot; op zoek naar de poëtica van Jan van Nijlen, in De Nieuwe Taalgids, 75e jg., 1982, nr. 5, blz. 428-443 |
| |
D. Oorlogsliteratuur algemeen
M. Sabbe, Vlaamsche oorlogsliteratuur, in Onze helden gestorven voor het vaderland. België's epische strijd van 1914 tot 1918...o.l.v.R. Lyr, I, Brussel 1922, blz. 282-285 |
O. van Hauwaert, inleiding tot de Vlaamsche oorlogsliteratuur, Gent 1924, blz. 5-40 (uitgave van het Willemsfonds, nr. 161) |
A. van Cauwelaert, Terugblik, inleiding tot De Vlaamsche jongeren van gisteren en heden 1910-1927, Antwerpen-Eindhoven 1927, blz. 7-21 |
J. Muls, De Vlaamsche letterkunde in het teeken van den wereldoorlog, in Deze Tijd. Beschouwingen over volk en cultuur, Gent-Brussel 1933, blz. 102-162 |
L. Schepens, Het cultureel leven aan het Front. De literatuur, in Catalogus van de tentoonstelling Stille getuigen 1914-1918. Kunst en geestesleven in de frontstreek, Brugge 1964, blz. 35-40 |
H. van Hoecke, De eerste Wereldoorlog als thema in het Vlaams verhalend proza, in Belgisch tijdschrift voor militaire geschiedenis, 17e jg., nr. 7, september 1968, blz. 528-555; nr. 8, december 1968, blz. 639-669; ook afzonderlijk, 1969 |
| |
Abraham Hans
J. Marchau, Abraham Hans, in Oostvlaamse Literaire Monografieën, deel V, Gent 1982, blz. 1-32 |
Abraham Hans Gedenkboek 1882-1982, Horebeke 1982 |
| |
Hilarion Thans
L. Swerts, De minnezinger Gods Hilarion Thans, Mechelen 1943 |
| |
Jozef Simons
L. Sourie, Jozef Simons. Een studie, Turnhout 1947 |
M. Verheecke, Jozef Simons. Verteller, zanger, Kempenaar, Leuven 1963 (Gulden Reeks, nr. 513) |
De Verzamelde werken van Jozef Simons werden uitgegeven in 3 dln. door L. Simons, Turnhout 1963 |
| |
| |
| |
August van Cauwelaert
In memoriam August van Cauwelaert, novembernummer 1945 van Dietsche Warande en Belfort, met verscheidene bijdragen. Het opstel van A. Westerlinck, over ‘August van Cauwelaert als dichter’ (blz. 357-370) is opgenomen in Wandelen al peinzend Hasselt 19652, blz. 131-151 |
G. Walschap, August van Cauwelaert, Brussel 1959 (Monografieën over Vlaamse letterkunde) |
M. Gijsen, August van Cauwelaert, Brugge 1968 (Ontmoetingen, nr. 72), opgenomen in Verzameld werk, VI, Amsterdam-'s-Gravenhage/ Rotterdam 1977, blz. 741-782 |
L. Simons, in Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, I, Tielt-Utrecht 1973, blz. 279-280 |
Een bloemlezing uit de gedichten werd uitgegeven door A. Westerlinck, Brussel-Amsterdam 1955; en door G.W. Huygens, De zielen rijpen van verdriet, Hasselt 1967 (Poëtisch Erfdeel der Nederlanden, nr. 57). Vertellen in toga, herdrukt als En de rechter vertelt, werd samen met En de rechter vertelt opnieuw uitgegeven door P. Hardy als Vertellingen van de rechter, Hasselt 1959 (Vlaamse Pockets, nr. 6) |
| |
Franz de Backer
Franz de Backer. Bio-bibliografie, Brussel 1961, bevat een ‘biografische schets’ door R. Derolez en H. Liebaers, blz. 13-26, en een ‘bibliografie’ door R. Roemans, blz. 27-45 |
W. Schrickx, Franz de Backer, in Liber memorialis 1913-1960 Rijksuniversiteit Gent o.r.v. Th. Luykx, I, Gent 1960, blz. 285-288 (met bibliografie) |
Idem, In memoriam Prof. em. dr. Franz de Backer (1891-1961), in De Brug, 5e jg., nr. 4, Juli-augustus 1961, blz. 296-302 |
P. de Keyser, Franz de Backer, exponent van een generatie, in Versl. en Med. der Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, 1963, afl. 5-6-7-8, blz. 65-103 |
R.E.C. Willemyns, Franz de Backer, in Oostvlaamse Literaire Monografieën, deel III, Gent 1980, blz. 65-96 |
| |
Daan Boens
J. Vercammen, Daan Boens, in Oostvlaamse Literaire Monografieën, deel II, Gent 1978, blz. 137-168 |
| |
Fritz Francken
J. Muls, Inleiding tot Fritz Francken, Verzamelde gedichten, Antwerpen 1941, blz. 7-13; opgenomen in De krans van laurier, Tielt 1945, blz. 201-203 |
W. Clijmans, Fritz Francken, in Kunstenaars van heden. Een reeks boeken over Vlaamse kunstenaars, onder de hoofdredactie van D. Peeters, Antwerpen 1961, blz. 71-80 (Uitgave Artistenfonds, nr. 7) |
R.F. Lissens, in Winkler Prins Encyclopedie voor Vlaanderen, II, Brussel 1973, blz. 494 |
| |
| |
| |
tweede deel Tussen traditie en avant-garde
I. De modernistische doorbraak door prof. dr. P. Hadermann
Deze bibliografische oriëntering bevat alleen de titels van geraadpleegde, in boekvorm verschenen werken.
| |
Algemeen
A. Demedts, De Vlaamsche Poëzie sinds 1918, 2 dln., Diest 19452 |
J.A. Goris (M. Gijsen), De literatuur in Zuid-Nederland na 1830, in Dichterschap en Werkelijkheid. Geïllustreerde Literatuurgeschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland en Zuid-Afrika, onder redactie van W.L.M.E. van Leeuwen, Utrecht 19513, blz. 336-415 |
P. Hadermann en J. Weisgerber, Expressionism in Belgium and Holland, in Expressionism as an International Literary Phenomenon, red. U. Weisstein, Paris-Budapest 1973, blz. 225-258 |
R.F. Lissens, De Vlaamse Letterkunde van 1780 tot heden, Brussel-Amsterdam 19674 |
F. van Passel, Het tijdschrift ‘Ruimte’, 1920-1921, als brandpunt van humanitair expressionisme Antwerpen 1958 |
M. Rutten, Nederlandse dichtkunst. Van Kloos tot Claus. Kronieken, Hasselt 1957 |
A. Vermeylen, De Vlaamse letteren van Gezelle tot heden, Amsterdam-Brussel 19494 |
U. van de Voorde, Modern, al te modern. Critiek der Vlaamsche Poëzie 1923-1930, Kortrijk 1931 |
J. Weisgerber (red.), Les avant-gardes littéraires au XXe siècle, publié par le Centre d'Etude des Avant-gardes littéraires de l'Université de Bruxelles, 2 dln., Budapest 1984 |
| |
Tijdschriften
R. Roemans, Bibliographie van de moderne Vlaamsche literatuur 1893-1930, Eerste deel, De Vlaamsche Tijdschriften, 2 dln., Kortrijk 1930-1934 |
F. van Passel, Het tijdschrift ‘Ruimte’, 1920-1921, als brandpunt van humanitair expressionisme, Antwerpen 1958 |
| |
Afzonderlijke auteurs
Paul van Ostaijen
E.M. Beekman, Homeopathy of the Absurd. The Grotesque in Paul van Ostaijen's Creative Prose, 's-Gravenhage 1970 |
A.T.W. Bellemans, Poëtiek van Paul van Ostaijen, Antwerpen 1939 |
G. Borgers, Paul van Ostaijen, een documentatie, 2 dln., Den Haag 1971 |
Idem, Kroniek van Paul van Ostaijen, Brugge 1975 |
G. Burssens, Paul van Ostaijen, zoals hij was en is, Wilrijk-Antwerpen 1933 |
Idem, Paul van Ostaijen. De dichter, Brussel 1957 |
M. Gilliams, Notities over Paul van Ostaijen, in De Man voor het Venster, Amsterdam 1943, blz. 16-23; opgenomen in Vita brevis. Verzameld werk, II, Brugge-Den Haag 19762 |
Idem, Een bezoek aan het Prinsengraf, Lier 1952; ibidem, III, 19772. |
P. Hadermann, De Kringen naar binnen. De dichterlijke wereld van Paul van Ostaijen, Antwerpen 1965 |
Idem, Het Vuur in de Verte. Paul van Ostaijens kunstopvattingen in het licht van de europese avant-garde, Antwerpen 1970 |
| |
| |
Idem, Paul van Ostaijen and Der Sturm, in Nijhoff, Van Ostaijen, ‘De Stijl’. Modernism in the Netherlands and Belgium in the First Quarter of the 20th Century. Six Essays Edited and Introduced by Francis Bulhof, 's-Gravenhage 1976, blz. 37-57 |
A.C.M. Meeuwesse, Muziek en Taal - Over Poëzie en Poëtiek van Martinus Nijhoff en Paul van Ostaijen, Amsterdam 1961 |
J. Muls, V. Brunclair, G. Burssens, F. Francken, P. Joostens, E. Peetermans, A. Grauls, H. Marsman, W. Moens, A. de Ridder, Paul van Ostaijen, Antwerpen 1928 |
J. Muls, E. du Perron, J. Engelman, M. Nijhoff, M. Gilliams, G. Burssens, JJ. Klant, Paul van Ostaijen, Antwerpen-'s-Gravenhage-Amsterdam 1952 |
M. Nijhoff, Paul van Ostaijen, in Verzameld werk, II, Den Haag-Amsterdam 1961, blz. 625-635 |
J.J. Oversteegen, Paul van Ostaijen, in Vorm of Vent. Opvattingen over de aard van het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen, Amsterdam 1969, blz. 155-184 |
A. de Roover, Paul van Ostaijen, [Brugge] 1958 (Ontmoetingen, nr. 1) |
P. de Ryck, Van Ostaijen, fascinerend Dichter, St.-Amandsberg 1935 |
Idem, Bezinning over Van Ostaijen, Gent 1951 |
P. de Vree en H.F. Jespers, Paul van Ostaijen, Brugge-Antwerpen 1967 |
E. Schoonhoven, Paul van Ostaijen. Introduction à sa poétique, Antwerpen 1951 |
M.E. Tralbaut, Van Gogh-reflexies op Van Ostaijen, Deurne [1956] |
H. Uyttersprot, Paul van Ostaijen en zijn Proza, Antwerpen-Rotterdam 1959 |
A. Westerlinck, Een visie op Paul van Ostaijen, in Wandelen al peinzend, Leuven 1960, blz. 174-237 |
| |
Gaston Burssens
L.P. Boon, Gaston Burssens, doodgeverfd als ‘die vriend van Paul van Ostaijen’, inleiding tot |
G. Burssens, Herinnering, Antwerpen-Amsterdam 1976 |
G. Burssens, Het neusje van de inktvis, ‘gekeurd door Karel Jonckheere en Halbo C. Kool’, met inleiding van K. Jonckheere, 's-Gravenhage 1956 |
K. Jonckheere e.a., Sleutelbos op Gaston Burssens, Antwerpen 1972 |
J. Walravens, Gaston Burssens, Brussel 1960 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 18) |
| |
Wies Moens
J. Haest, Wies Moens, Antwerpen 1976 |
W. Noë, Wies Moens. De ontwikkelingsgang van een volksch Dichter, Tielt 1943 |
E. Verstraete, Wies Moens, Brugge 1973 (Ontmoetingen, nr. 101) |
Wies Moens-nummer van het tijdschrift Gudrun, 1957 |
Wies Moens-nummers van het tijdschrift Dietsland-Europa, III, 2-3, februari-maart 1958; XVIII, 10, oktober 1973 |
Wies Moens 70, bijzonder nummer van het tijdschrift Were Di-Jeugdbrief, III, 1, 1968 |
| |
Victor J. Brunclair
P. de Wispelaere, Victor J. Brunclair 1899-1944, Brussel 1960 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 12) |
| |
Achilles Mussche
F. Buyens, Beschouwingen rondom het werk van A. Mussche, Gent 1953 |
R. Herreman, Achilles Mussche, Antwerpen 1966 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde, nr. 39) |
| |
| |
J. Schepens, Achilles Mussche, Hoogstraten 1946 |
| |
Karel van den Oever
M. Gijsen, Karel van den Oever 1879-1926, Brussel 1958 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 8) |
W. Moens, De doeden leven, Brussel-Amsterdam z.j., blz. 87-104 |
J. Muls, Melancholia, Brugge 1929, blz. 111-139 |
Karel van den Oever-nummer van Vlaamsche Arbeid, XXI, december 1926, blz. 441-508 |
Vgl. ook lit. over K. van den Oever op blz. 573-574 |
| |
Marnix Gijsen als dichter en criticus
M. Gijsen, De leerjaren van Jan-Albert Goris, Brussel 1975 |
Idem, Zelfportret, gevleid, natuurlijk, Brugge-Utrecht 1965 |
Marnix Gijsen. Biografie. Bibliografie. Beschouwingen, Brussel-'s-Gravenhage 1974 (Profielreeks) |
R. Goris en J. Greshoff, Marnix Gijsen, Antwerpen-'s-Gravenhage 1955 |
A. Raman, Bibliografie van Marnix Gijsen, Hasselt 1973 |
M. Roelants, Marnix Gijsen, Brussel 1958 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde, nr. 7) |
G. Verbeek, Marnix Gijsen, Brugge 19722 (Ontmoetingen) |
| |
Paul Verbruggen
P. Verbruggen, Zoek de Zonkant, verzameld en ingeleid door P.G. Buckinx, Hasselt 1968 (Poëtisch Erfdeel der Nederlanden) |
| |
Michel Seuphor
Cercle et carré, Présenté par M. Seuphor, Paris 1971 |
H. Henkels, R. Sauwen, G. Viatte, M. Seuphor, Seuphor, Antwerpen 1976 |
| |
Marc. Eemans
P. Tommissen, Marc. Eemans, Woord vooraf door J. Verbrugghen, Brussel 1972 |
Idem, Marc. Eemans. Un essai de biographie intellectuelle, suivi d'une esquisse de biographie spirituelle par Friedrich-Markus Huebner et d'une postface de Jean-Jacques Gaillard, Brussel 1980 |
| |
II. Het Toneel door prof. dr. C. Tindemans
Algemeen
L. Monteyne, Stroomingen, gestalten en spelen in het na-oorlogsche Vlaamsch tooneelleven, Ledeberg-Gent 1938 |
C. Godelaine, Het Vlaamsche Volkstooneel, Leuven 1939 |
A. de Maeyer en R. Roemans, Een kwart Eeuw Toneelleven in Vlaanderen, Antwerpen 1948 |
A. vander Plaetse, Herinneringen aan het Vlaamse Volkstoneel, Leuven 1960 |
C. Tindemans, Theater en Drama 1920-1970, in Sabam 1922-1972. Een halve eeuw kunst in België, Brussel 1973, blz. 71-91 |
J. van Schoor, De Vlaamse dramaturgie na de eerste wereldoorlog, in A.M. Musschoot, P. van Aken, H. Brems e.a., Culturele geschiedenis van Vlaanderen, IX, Deurne 1983, blz. 117-137 |
| |
| |
| |
Afzonderlijke auteurs
Gaston Martens
R. Roemans, Gaston Martens, Antwerpen 1929 |
J. Daems, Gaston Martens: een visie op zijn leven - een verkenning van zijn werk, Gent 1982 |
| |
Jozef Horemans
R. Roemans, Jozef Horemans, een waarnemer van naoorlogsche zeden, Antwerpen 1930 |
| |
Herman Teirlinck
P. Brachin, L'Expressionnisme dans le théâtre de Herman Teirlinck, in J. Jacquot (red.), Le Théâtre moderne. Hommes et tendances, Paris 1958, blz. 131-148 |
J. van Schoor, De toneelloopbaan van Herman Teirlinck, Antwerpen 1967 |
Idem, Herman Teirlinck en het toneel, diss., Amsterdam 1974 |
| |
Anton van de Velde
K. Elebaers, A. de Maeyer en R. Roemans, Anton van de Velde, Diest 1944 |
| |
Paul de Mont
P.G. Buckinx, Paul de Mont, Brussel 1961 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde, nr. 27) |
| |
Dirk Vansina
R. Erkens, Over ‘De deemstering der zielen’ van D. Vansina, Brussel 1928 |
| |
III. Antimodernistische strekkingen (1921-1948) door prof. dr. L. Gillet
Algemeen
M. Gijsen, Peripatetisch onderricht, 2 dln., Antwerpen [1940, 1942] |
A. Westerlinck, Luister naar die stem, Brugge 1942 |
A. Demedts, De Vlaamsche Poëzie sinds 1918, 2 dln., Diest 19452 |
P. de Ryck, Vlaamse dichtkunst van deze tijd, 2 dln., Tielt 19542 |
P.G. Buckinx, De moderne Vlaamse poëzie, Antwerpen 1956 |
M. Rutten, Nederlandse dichtkunst, 2 dln., Hasselt 1957, 1967 |
B. Kemp, De Vlaamse letteren tussen gisteren en morgen (1930-1960), Hasselt 1963 |
R.F. Lissens, Balans en bezinning. Vijfentwintig jaar Vlaamse letteren (1928-1953), in Confrontaties, Hasselt 1964 |
|
J. van Nijlen, De dichters van 't Fonteintje, Maastricht 1924 |
F. Closset, Die van 't Fonteintje, Brussel z.j. |
M. Roelants, Roman van het tijdschrift Forum of les liaisons dangereuses, 's-Gravenhage-Rotterdam z.j. |
W. Mooijman en L. Mosheuvel, Forum. Brieven, citaten, dokumenten en knipsels, 's-Gravenhage-Rotterdam 1969 |
J.J. Oversteegen, Vorm of Vent, Amsterdam 1969 |
| |
| |
| |
Afzonderlijke auteurs
Richard Minne
J. de Haes, Richard Minne, Brussel 1956 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 4) |
H. Bossaert, Richard Minne, Brugge 1968 (Ontmoetingen) |
D. van Ryssel e.a., Rondom Richard Minne, Brugge 1971 |
D. van Berlaer-Hellemans, De poëzie van Richard Minne in het licht van de ironie, Hasselt 1975 |
| |
Raymond Herreman
F. Closset, Over den dichter Raymond Herreman, Brussel 1942 |
Idem, Raymond Herreman, de dichter en de criticus, Brussel-Rotterdam 1944 |
Idem, Raymond Herreman, Brussel 1961 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 24) |
| |
Bert Peleman
P. Heyns, Bert Peleman, Antwerpen 1955 |
| |
Pieter Geert Buckinx
A. Westerlinck, De poëzie van Pieter G. Buckinx, in Luister naar die stem, Brugge 1942 |
R.F. Lissens, Inleiding, in P.G. Buckinx, Brandhout voor de kou, Drongen 1963 |
R. Verbeeck, Pieter G. Buckinx, Antwerpen 1964 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 29) |
| |
René Verbeeck
P. de Vree, René Verbeeck, Antwerpen 1974 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 50) |
| |
Jan Vercammen
A. Demedts, Jan Vercammen, Antwerpen 1977 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 59) |
| |
André Demedts
A. Westerlinck, Het lied van Tantalus (...), Brugge 1943 |
A. van Wilderode, André Demedts, Brugge 1965 (Ontmoetingen) |
| |
Paul de Vree
B. Klein, Paul de Vree, Nationaal Centrum voor moderne kunst, Deurne-Antwerpen 1961 |
T. Luiting, Paul de Vree, Brugge 1971 (Ontmoetingen) |
H.F. Jespers, Paul de Vree, Antwerpen 1977 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 58) |
| |
Jozef L. de Belder
M. Rutten, In de contreien van Colibrant (over J.L. de Belder), in De Vlaamse Gids, 1966 |
| |
| |
| |
Johan Daisne
J. Schepens, Johan Daisne, Antwerpen 1946 |
R. Lanckrock, Johan Daisne, Antwerpen 1956 |
A. Demedts, Johan Daisne, Brugge 1962 (Ontmoetingen) |
| |
Marcel Coole
J. Schepens, Marcel Coole, Hoogstraten 1942 |
| |
Maurice Gilliams
P.H. Dubois, Maurice Gilliams, Antwerpen 1966 (Monografieën over Vlaamse letterkunde nr. 41) |
P. de Vree, M. Gilliams, Brugge 1964 (Ontmoetingen) |
Maurice Gilliams-nummer van Dietsche Warande en Belfort, CXIX, 2, februari 1974 |
R. Avermaete e.a., Maurice Gilliams 1900-1950, Antwerpen 1950 |
F. vander Loo, Proeve van Bibliografie van en over de dichter Maurice Gilliams, Gent 1976 |
M.J.G. de Jong, Maurice Gilliams. Een essay, Amsterdam 1984 |
| |
Karel Jonckheere
E. van Ruysbeek, Karel Jonckheere als dichter, Gent 1947 |
M. Gijsen, Karel Jonckheere, Brussel 1964 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde nr. 29) 7 over Karel Jonckheere, Brussel-'s-Gravenhage 1967 |
R. Roemans en H. van Assche, Bibliografie van Karel Jonckheere, Hasselt 1968 |
B. Decorte, Karel Jonckheere, Brugge 1974 (Ontmoetingen) |
| |
IV. De vernieuwing van de romankunst (1913-1941) door prof. dr. M. Dupuis
Algemeen
E. de Bock, De Vlaamse letterkunde, Antwerpen 1953 |
R. Brulez, Écrivains flamands d'aujourd'hui, Brussel 1938 |
M. Gijsen, De literatuur in Zuid-Nederland sedert 1830, Antwerpen 19514 |
M. Janssens, Tachtig jaar na Tachtig, ‘De evolutie van het romanpersonage in de Nederlandse verhaalkunst van Couperus tot Michiels’, Leiden 1969 |
B. Kemp, De Vlaamse letteren tussen gisteren en morgen (1930-1960), Hasselt 1963 |
H. Lampo, De jeugd als inspiratiebron, Brussel z.j. |
R.F. Lissens, De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden, Brussel-Amsterdam 1973 |
Idem, Rien que l'homme, ‘Aspects du roman flamand contemporain’, Brussel 1944 |
B.F. van Vlierden, Van In 't Wonderjaer tot De verwondering, ‘Een poëtica van de Vlaamse roman’, Antwerpen 1969 |
P. de Vree, Schets der sociale achtergronden van de hedendaagse Vlaamse roman, Antwerpen 1951 |
J. Weisgerber, Aspecten van de Vlaamse roman 1927-1960, Amsterdam 1964, 19764 |
Idem, De sociologie van de hedendaagse Vlaamse roman. Problemen, in Forum der Letteren 5, 1, februari 1968, blz. 4-21 |
| |
| |
| |
Afzonderlijke auteurs
Felix Timmermans
J. de Ceulaer, Felix Timmermans, Brugge 1959 |
Idem, De mens in het werk van Felix Timmermans, Amsterdam 1957 |
E. Dupon, De Vlaamse Timmermans, Brugge 1957 |
M. Gilliams, In memoriam Felix Timmermans, Antwerpen 1947 |
F. Goossens, Timmermans en de mystieke blijdschap, Averbode 1951 |
E. van der Hallen, Felix Timmermans, Kortrijk 1948 |
H. Lampo, Felix Timmermans, Brussel 1961 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 23) |
T. Rutten, Felix Timmermans, Groningen 1928 |
M.E. Tralbaut, Zo was de Fee, Antwerpen 1947 |
B. Verbist, Felix Timmermans, Lier 1953 |
L. Vercammen, Felix Timmermans. De mens, het werk, Hasselt 1971 |
A. Westerlinck, De innerlijke Timmermans, Antwerpen 1957 |
| |
Jozef Arras
J. Arras-nummer van 't Land van Ryen, Lier 1956 |
| |
Anton Thiry
J. Bastiaensen, De Lierse verteller A. Thiry, in 't Land van Ryen, Lier 1955 |
| |
Ernest Claes
A. Boni, Ernest Claes. Een blik op zijn leven en levenswerk, Leuven 1948 |
A. Demedts, Ernest Claes, Brussel 1961 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 26) |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, II, Antwerpen 1927 |
A. van Hageland, Ernest Claes, Brugge 1960 |
Idem, Ernest Claes en wij. Een literair-volkskundige studie, Leuven 1959 |
L. Sourie, Het werk van Ernest Claes, Antwerpen 1948 |
| |
Willem Elsschot
F. Buyens, Willem Elsschot, Een inleiding tot zijn werk, Antwerpen 1951 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, VIII, Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven 1939 |
A. Kets-Vree (red.), Over Willem Elsschot. Beschouwingen en interviews, 's-Gravenhage 1982 |
G. Stuiveling, Willem Elsschot, Brussel 1960 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 16) |
F. Smits) Willem Elsschot. Zijn leven, zijn werk en zijn betekenis als prozaschrijver en dichter, Brussel 1952 |
B.-F. van Vlierden, Willem Elsschot, Brugge 1960 |
R. Vervliet, Het dwaallicht achterna, in Studia Germanica Gandensia, XV, 1974, blz. 21-111 |
A. Westerlinck, Het cynisme bij Willem Elsschot, in Luister naar die stem, ‘Studiën en critieken’, Brugge 1942, blz. 209-238 |
| |
Raymond Brulez
P.H. Dubois, Raymond Brulez of de continuïteit van het autobiografische, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 5e jg., 1957, blz. 646-660 |
| |
| |
K. Jonckheere, Raymond Brulez, Brussel 1961 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 20) |
J. Kuypers, Raymond Brulez, de Gelijkmoedige Toeschouwer, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, Nieuwe Reeks, 7-8-9, 1960, blz. 357-388 |
J. Schepens, Raymond Brulez of de Weg van Blankenberge naar Bergen, in De Vlaamse Gids, 36e jg., 2, 1952, blz. 105-112 |
B.F. van Vlierden, Raymond Brulez' aestheticisme, in Streven, 8e jg., 1955, blz. 344-349 |
| |
Maurice Roelants
F. Closset, Maurice Roelants, Brussel 1946 |
A. van Duinkerken, M. Gijsen, R. Herreman, K. Leroux, R.F. Lissens, H.A. Lunshof, R. Minne, A. Westerlinck, Van en over Maurice Roelants, Brussel 1956 |
A. van der Veen, Maurice Roelants, Brussel 1960 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 17) |
| |
Gerard Walschap
J.C. Brandt Corstius, Gerard Walschap, Brussel 1960 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 19) |
A. van Duinkerken, Mensen en meningen, 's-Gravenhage 1951, blz. 226-253 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, VIII, Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven 1939 |
K. Elebaers, De romankunst van Gerard Walschap, Diest 1942 |
B.F. van Vlierden, Gerard Walschap, Brugge 1958 |
A. Westerlinck, Gesprekken met Walschap, 2 dln., Hasselt 1969-1970 |
Idem, Wandelen al peinzend, ‘Verzamelde opstellen’, Leuven 1960, blz. 238-282 |
Idem, Proces van het vitalisme. Beschouwingen over moderne europese literatuur, in Dietsche Warande en Belfort, 1956, 2, blz. 71-90 |
| |
Lode Zielens
Gedenkboek L. Zielens, Brussel 1945 |
H. Lampo, Lode Zielens, Brussel 1956 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 3) |
| |
Marcel Matthijs
F. Bonneure, Marcel Matthijs, Brugge 1965 |
P. de Ryck, Marcel Matthijs. Litteraire ruitentikker, Antwerpen 1936 |
| |
Filip de Pillecijn
B. Ranke, Filip de Pillecijn. Een proeve van synthese der persoonlijkheid, Antwerpen 1941 |
B.F. van Vlierden, Natuur en Cultuur in het werk van Filip de Pillecijn, in Streven, 13e jg., II, 7, 1960, blz. 631-636 |
A. van Wilderode, Filip de Pillecijn, Brugge 1960 |
| |
André Demedts
W. Spillebeen, André Demedts, Antwerpen 1974 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 46) |
A. Westerlinck, Het lied van Tantalus (...), Brugge 1943 |
A. van Wilderode, André Demedts, Brugge 1965 |
| |
| |
| |
Ernest van der Hallen
A. Boni, Ernest van der Hallen. Een silhouet, Leuven 1950 |
Gedenkboek E. van der Hallen, Antwerpen 1958 |
| |
Emiel van Hemeldonck
L. Sourie, Emiel van Hemeldonck. Een kunstenaar, Turnhout 1947 |
| |
Gaston Duribreux
P. Hardy, Gaston Duribreux, Brugge 1963 |
| |
Maurice Gilliams
D.A.M. Binnendijk, Zin en tegenzin, Amsterdam 1939, blz. 93-107 |
J. Eeckhout, Litteraire profielen, VII, Gent 1937, blz. 97-111 |
M.J.G. de Jong, Maurice Gilliams. Een essay, Amsterdam 1984 |
M. Roelants, Schrijvers, wat is er van de Mens?, I, Brussel 1956, blz. 57-75 |
A. Roland Holst, H. Teirlinck, R. Avermaete en V.E. van Vriesland, Maurice Gilliams 1900-1950, Antwerpen 1950 |
P. de Vree, Maurice Gilliams. Essay, Antwerpen 1947, Brugge-Utrecht 1964 |
J. Weisgerber, Maurice Gilliams' Elias. Een poging tot uitleg, in Tijdschrift van de Vrije Universiteit van Brussel, 1e jg., 1, 1959, blz. 67-86 |
K. van de Woestijne, Verzameld Werk, V, Brussel 1949, blz. 579-585 |
| |
Paul Lebeau
M.R. Sel, Van Het experiment tot Xanthippe, Antwerpen 1963 |
| |
Kamiel van Baelen
E. Janssen, In memoriam K. Van Baelen, in K. van Baelen, Gebroken melodie, Brugge 1946 |
L. Ureel, Kamiel Van Baelen, Brugge 1958 |
P. Schampaert, Kamiel van Baelen, een vita brevis, in K. van Baelen, Volledig Werk, I, Beveren-Nijmegen 1981 |
| |
Herman Teirlinck
D. Coster, Gesprek over Herman Teirlinck, in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 11e jg., 1, 1957, blz. 70-81 |
A. van Duinkerken, K. Jonckheere, J. Kuypers, P. Minderaa, M. Roelants, H. Teirlinck, Van en over Herman Teirlinck, Brussel 1954 |
P. Hadermann, Twee aspecten van het vitalisme in de Vlaamse Roman: ‘Houtekiet’ en ‘Het Gevecht met de Engel’, in Tijdschrift van de Vrije Universiteit van Brussel, 1e jg., 2/3, blz. 142-156 |
J. Kuypers, Herman Teirlinck, Antwerpen-Santpoort 1924 (Vlamingen van Beteekenis, 6) |
P. Minderaa, Herman Teirlinck, Brussel 1959 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 13) |
T. Oegema van der Wal, Herman Teirlinck, Brussel-'s-Gravenhage 1965 |
M. Roelants, Schrijvers, wat is er van de Mens?, II, Brussel 1957, blz. 171-215 |
A. Westerlinck, De nieuwste Herman Teirlinck, in Dietsche Warande en Belfort, 1956, 8, blz. 483-494 |
Herman Teirlinck. Gedenkboek 1879-1929, Antwerpen 1929 |
| |
| |
| |
De literaire kritiek en het literaire essay door prof. dr. R. Henrard De literatuurwetenschap door P. Mertens-Fonck
Algemeen
M.J.G. de Jong, Over kritiek en critici. ‘Facetten van de Nederlandstalige literatuurbeschouwing in de twintigste eeuw’, Tielt-Amsterdam 1977 |
R.F. Lissens, Een kwarteeuw Zuidnederlandsche literatuurstudie (1918-1943), Antwerpen 1943 |
| |
Julien Kuypers
R. Roemans en H. van Assche, Analytische bibliografie van Julien Kuypers, Hasselt 1968 |
G. Walschap, Julien Kuypers, Antwerpen 1966 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 37) |
| |
Johan Daisne
A. Demedts, Johan Daisne, Brugge 1962 (Ontmoetingen) |
B. Kemp, Johan Daisne, Antwerpen 1974 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 45) |
H. Speliers (red.), De pool van de droom. Van en over Johan Daisne, Antwerpen 1983 |
| |
Hubert Lampo
P. Hardy, Hubert Lampo, Antwerpen 1968 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 42) |
R. Turkry, Hubert Lampo, Brugge 1972 (Ontmoetingen) |
Idem, Hubert Lampo, Brugge-Den Haag 1975 (Grote Ontmoetingen) |
J. van Gool (red.), Over Hubert Lampo. Beschouwingen en interviews, 's-Gravenhage 1983 |
C. van de Putte, De Magisch-Realistische Romanpoëtica in de Nederlandse en Duitse Literatuur Louvain-la-Neuve / Leuven, 1979 |
| |
Herwig Hensen
F. Closset, H. Hensen, Antwerpen 1965 (Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr. 35) |
| |
François Closset
Liber Memorialis van de Rijksuniversiteit te Luik, II, 1967, blz. 204-209 |
| |
Jozef van Mierlo
R. Roemans, Bibliografie van J. van Mierlo, Gent 1956 |
R.F. Lissens, J. van Mierlo en de literatuurgeschiedenis, in Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal-en Letterkunde, 1958, blz. 149-166 |
| |
Edward Rombauts
L. Roose, Bibliografie van Prof. Dr. E. Rombauts, in Liber Alumnorum Prof. E. Rombauts, ‘Aangeboden ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag en zijn 30jarig hoogleraarschap’, Leuven 1968 |
| |
| |
| |
Albert Westerlinck
H. van Assche en R. Baeyens, Bibliografie van Albert Westerlinck, in J.J. Aerts, Verwondering en rekenschap, opstellen over Nederlandse letterkunde, Leuven 1978, blz. 256-360 |
|
-
eind1
- Voor de hier niet vermelde auteurs zie Bibliografie van de voorgaande hoofdstukken.
|