Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] XVII. Als twee jonge vogeltjes vlogen Wij zingend door 't zingende bosch; De stokoude pijnboomen bogen Eerbiedig voor ons en bewogen Hun schaduwen zacht op het mos. ‘Wat sjirpen de sijsjes en sjouwen En schooien ze her en der?’ - ‘De jonge vogels gaan bouwen En zeggen 't het woud aan, het grauwe: Word wakker! De Mei is niet ver.’ De Mei is niet ver, Lief. Dan rusten Wij uit in het wiegende woud Onzer liedren van liefde en van ruste; Dan hebben we er veilig-geruste Ons beider stil nestje ook gebouwd. Vorige Volgende