Eerste verzen(1905)–Felix Rutten– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] October. Nu zijn de velden dor en oud geworden, Zijn moegedragen stil ter rust gegaan, De boomen, die in grauwen mist verdorden, Bepeinzen droef des levens valschen waan. De Herfst - de Noorman met zijn wilde horden - Viel 't woud, nu weerloos, onbarmhartig aan; En wijl de stormen langs de stammen snorden Stoven reeds de eerste geelverbleekte blaên.... In donkren nacht vervloeit het avondpaars; De neevlen stijgen langs den vochten trans; De hemel was aan sterren nooit zoo schaarsch. Rood gloeit een ruit van ver met flikkerglans.... Voor 't Lieve-Vrouwke brandt gewijde kaars, Bij 't samen-bidden van den rozenkrans. Vorige Volgende