De evangelische triumph-wagen, by de welke de treffelijke daden des koninkx der glorie
(1654)–Jacob Rosant– Auteursrechtvrij
[pagina 408]
| |
Wys:
| |
[pagina 409]
| |
4. Wie komt daer aen so trots uyt vyants landt,
Verciert met schoone kleeren, schoone kleeren,
En moedigh in de maght van sijne handt,
Aldus komt triumpheeren, triumpheeren?
Ik ben het die rechtvaerdigheyt doe,
En al mijn vrienden trouwelijk behoe'.
Hoe sijn dan roodtaghtigh uw kleeden,
Als of g' hadt de wijn-parsch getreeden?
g' Hadt de wijn-parsch getreeden?
5. Mijn vyanden heb ik al omgebraght,
En onder mijne voeten, mijne voeten,
Heb ik haer altemael al heel versmaght,
Met overgroote moeten, groote moeten,
Dees parsch heb ik getreeden alleyn,
Ik kreegh te hulp nogh groote nogh kleyn,
'k Heb haer verplet met grammen moede,
Daer om sijn mijn kleeren vol bloede,
Sijn mijn kleeren vol bloede.
6. Onspreekelijke vreught wordt gehanteert,
Met soete melodye, melodye,
Het doodt-geslagen Lam wort nu vereert,
Met d' hooghste heerschappye, heerschappye,
En het wordt nu gegeeven een Naem,
Waer in de Creaturen te saem,
Van booven, op, en onder d' Aerde,
Buygen hare knie met eerwaerde,
Hare knie met eerwaerde.
7. De Engelen rondtom des Heemels Troon,
Oneyndlijk van getalle, van getalle,
Singen verheughelijk, Lof-sangen schoon,
En maken groot geschalle, groot geschalle,
Met vier-en-twintigh Ouderlingen,
Die speelen soet op haer Citharen,
Sy singen bly vroolijke Lieden,
Om 't Lam Godlijk eere te bieden,
Godlijk eere te bieden.
| |
[pagina 410]
| |
8. Lam Goods die ons verlost hebt met u bloed,
En ons ook hebt gegeeven, hebt gegeeven,
In een Priesterlijk Rijk, in Gods behoed,
Op d' Aerdt te mogen leeven, mogen leeven,
Gunt ons door uw Barmhertigheyt groot,
Die gy door uw' vrywillige doodt
Getoont hebt; dat wy door u meede
Mogen krijgen d' eeuwige vreede,
Krijgen d' eeuwige vreede.
|
|