De evangelische triumph-wagen, by de welke de treffelijke daden des koninkx der glorie
(1654)–Jacob Rosant– Auteursrechtvrij
Wys:
| |
[pagina 369]
| |
5. Dan sult gy bidden in mijn Name;
Ik segh nu niet dat ik den Vaêr
Voor u sal bidden, hy u t'same
Selfs hartelijk bemindt, voorwaer.
6. Om dat g' hebt liefde en geloove,
Als dat ik ben van Godt den Heer,
Ik van mijn Vader ben van boove
Gekoomen op dees weerelt neer.
7. Ik van de weerelt weer verscheyde,
En mijn vertrecke nae den Vaêr;
En sijn Discipulen die seyde,
Siet nu spreekt gy in 't openbaer.
8. Gy spreekt nu geen bedekte reeden,
Nu weet men dat gy alles weet,
Men hoeft met twijffelaghtigheeden
U niet te vragen meer bescheet.
9. Hier in wy looven met goe' blijke,
Dat gy van Godt sijt uyt-gegaen.
Heer Jesus antwoort datelijke,
Hebt gy 't geloove nu ontfaen?
10. De uer komt, dat gy al gemeene
Nogh hier en daer verstroyt sult sijn,
En laten mijn alsoo alleene:
Maer mijnen Vader is met mijn.
11. Dees dingen heb ik u gesprooken,
Op dat gy al-te-mael in mijn
Soudt vreede hebben ongebrooken:
Verdrukt sult g' op de weerelt sijn.
12. De werelt hebbe ik verwonnen,
Dus vastelijk op mijn betrouwt.
Heer, geeft ons dat wy met u konnen
De weerelt ook veraghten stoudt.
|
|