De evangelische triumph-wagen, by de welke de treffelijke daden des koninkx der glorie
(1654)–Jacob Rosant– Auteursrechtvrij191. Jesus bestraft der Jooden ongeloof.
Wys:
| |
[pagina 308]
| |
Looft mijn; maer hem die welk mijn heeft gesonden neer,
Wie mijn siet, hem die welk mijn heeft gesonden siet,
5. En ik die ben het licht, in deese weerelt, ben
Gekomen, dat die welk in mijn looft, niet meer kom
In duysternis, en wie mijn woorden aenhoort, en
Die niet en onderhout, hem ik niet en verdom.
6. Ik niet gekoomen ben dat ik de Weerelt soud'
Veroordeelen, maer wel dat ik die saligh maek;
So wie der mijn versmaet, en mijn woordt niet en houd',
Die heeft der wel die hem veroordeelt van die saek.
7. Het woort dat welk ik spreek, in d'uytersten dagh sel
Hem oordeelen, want ik niet uyt mijn selven kal,
Maer mijnen Vader mijn gegeeven heeft bevel,
Die mijn gesonden heeft, wat dat ik spreeken sal.
8. Ik weet dat sijn gebodt het eewig leeven is,
Het geene dat ik spreek, dat heeft mijn Vader mijn,
Gelijk ik spreek, geseyt. Wy looven u gewis,
O goede Jesu, want wy uwe Kinders sijn.
|
|