De evangelische triumph-wagen, by de welke de treffelijke daden des koninkx der glorie
(1654)–Jacob Rosant– Auteursrechtvrij
Wys:
| |
[pagina 74]
| |
Die welk voor hem hadd' sijne weesen;
Dit is hy, roept hy, die ik meen,
Die koomen sal, en anders geen,
En heeft hem hooghelijk gepreesen.
2. Wy krijgen van sijn volligheydt,
Die Godt ons al door hem bereydt,
d'Een grati voor d'andere grati,
De oude Wet ons Moyses gaf,
De grati komt van Iesus af,
Die Godt aenschouwt tot aller spati.
3. De Jooden van Jerusalem,
Die sonden op een reys tot hem
De Priesteren met de Leviten,
Om hem te vragen wie hy was,
Of Christus, ofte Elias;
Dan of hy den Propheet most hieten?
4. Hy heeft belijdenis gedaen,
En heeft geseyt, daer is niet aen.
En sy tijden weerom aen 't vragen,
Sijt ghy geen Christus, nogh Propheet,
Wie sijt gy dan, doet ons de weet,
Dat wy aen d'onse antwoordt dragen.
5. Ik ben een stem in de Woestijn,
Die roep, Goodts Wegh moet effen sijn,
Seyt Sint Ian tot dees Phariseen.
Indien gy geen Propheet en bent,
Gelijk als gy nu selfs bekent,
Soo geeft dan van uw' Doopsel reen.
6. Hy seydt, ik in het water Doop;
Maer in het midts van uwen hoop
Stondt die gy na mijn nogh sult vinden,
Die is geweest al langh voor my,
De welke ik niet waerdigh sy
Van sijn schoen den riem te ontbinden.
|
|