door veel in haer verstandt en leefens-yver gestut worden. In mijn jonkheydt hadt ik begeerte om dees Historische wijse te vereenigen, ende uyt geleerde Schryvers hulp soekende, heb gevonden het Boek van den hoogh-geleerden, ende Eerwaerdighsten Heer Doctor in de H. Godtheydt, Cornelius Ianssenius, Bisschop van Gent; ende hier in genoegende, heb mijn van den overlastigen arbeydt ontslagen gevonden. Naderhandt in dienst des Koninghs der Glorien (hoewel onwaerdigh) ontfangen zijnde, ben yverigh geworden om sijn Lof, na mijn krank vermogen, verder te verbreyden.
Ik heb, dogh met groote sorge en eerbiedigheydt, aengevangen den Triumph-Wagen te maken, besigende het Goudt der H. Euangelisten, ende dat hier en daer vermalende, gelijk de Goudt-smit het Goudt ten deelen met swart bedekt, op dat het soo te vermakelijker deurschijnen soude; gelijk ook een Goude-lakenskleedt met swart, dogh door-sneden ende doorkerft, bedekt zijnde, heerlijker is door-schijnende. Hoe bequamelijk ik dit gedaen hebbe, magh niet ik, maer den geleerden Leeser oordeelen.
Sommige Schryvers soeken haer Leesers van het oordeelen af te weeren, door eenige Spooknamen van Zoylus, Aristarchus, Momus, ende diergelijke Mom-aensighten; maer te vergeefs. Ik soo niet, maer wil liever oordeelachtige men-