den heuvel, waarop Kassel ligt, overziet men het plein, het strand en de steden, waar onze oudste kunstenaars leefden. Kassel zelf is van Romeinschen oorsprong : Bergen, of, zooals het vroeger altijd heette, St. Winox-Bergen bezat een beroemd klooster in de zevende eeuw.
Het is treurig om zeggen, maar die oude Vlaamsche streek zal weldra voor den Nederlandschen stam verloren zijn.
Van den aanvang der vreemde overheersching tot over een vijftigtal jaren had de taal zich goed gehouden; in onzen leeftijd gaat zij met rasse schreden haren ondergang te gemoet. Men rekent, dat er tegenwoordig nog 150,000 Vlaamschsprekenden in Frankrijk wonen, maar deze kennen, haast zonder uitzondering, ook Fransch, en de gewoonte neemt meer en meer toe, aan de kinderen de taal der ouders niet meer te leeren.
Ik had een bezoek gebracht aan St. Omaars, om er de prachtige hoofdkerk en de puinen der St-Bertin's abdij te zien en reisde over Hazebroek, Kassel en Bergen naar Duinkerken, geene gelegenheid latende voorbijgaan om mijne reisgenooten over hunne taal te ondervragen. Het was op eenen Zondag morgen, en voor die afgelegen streek was het verkeer nog al druk. In den wagen van derde klasse, waarin ik zat, bevonden zich menschen van allerlei stand, burgers en soldaten, boeren en stedelingen. Van Hazebroek tot Duinkerken heb ik geen enkel woord Fransch gehoord, behalve hetgeen men tot mij sprak.
Ik had eerst een drietal jonge soldaten naast mij. Ik zal niet zeggen, dat ik hun dialekt zoo aanstonds verstond, maar een voorthollende waggon is juist niet de meest geschik te plaats om vreemde tongvallen van den eersten oogenblik te vatten. Eene korte vraag, die ik hun deed in het Neder-