Woord vooraf
Toen de schrijver van dit boek op 16 juli 1962 overleed, ontbraken er nog enkele hoofdstukken aan de tweeënveertig, die de eerste twee delen zouden vormen én het hele derde deel, waarin hij zich voorstelde opzet en uitwerking van de voorafgaande theoretisch te verantwoorden. Het verzoek van de uitgevers om zijn werk te voltooien viel samen met mijn wens, dat het boek, waaraan mijn man tien jaar lang alle tijd had besteed die zijn ambt en andere verplichtingen hem lieten, niet in manuscript zou blijven liggen.
Maar van het theoretisch gedeelte stond niet alleen nog geen letter op schrift, er was praktisch ook geen snipper materiaal, waar het op gebouwd zou moeten worden. Het ging immers om het neerschrijven van ideeën en inzichten die tijdens het werk aan de eerste delen een vertrouwd geestelijk bezit van de schrijver waren geworden: ‘Deel drie zal me niet veel tijd kosten, dat heb ik helemaal in mijn hoofd.’
Ik bezat genoeg zelfkennis om in te zien, dat het schrijven van dit theoretische deel niet mijn taak was en gelukkig hadden de uitgevers met mij genoeg vertrouwen in het werk van mijn man om te verwachten, dat dit staal van wat hij integrale geschiedschrijving placht te noemen voor de algemene lezer aanvaardbaar zou zijn zonder de oorspronkelijk geplande theoretische fundering, die zich uiteraard meer tot een speciaal publiek richtte.
Wat hij onder integrale geschiedschrijving verstond is kort samengevat te vinden in een artikel onder die titel opgenomen in de bundel van zijn nagelaten opstellen Eender en anders. Hij zet daarin uiteen, hoe het geschiedverhaal het gelag heeft betaald voor de grote winst die de geschiedwetenschap behaalde door haar ver doorgevoerde specialisatie in politieke, economische, sociale, cultuur-, kunst- enz. geschiedenis. Daartegenover stelde hij als een nieuw specialisme het streven naar een vorm van geschiedschrijving waarbij de projecties in het platte vlak als het ware weer zouden worden opgebouwd tot een driedimensionaal geheel. Hij speelde met de mogelijkheid om door een - altijd nog maar betrekkelijk - uitvoerige behandeling van een groot aantal facetten van een korte historische periode tot een integrale voorstelling te komen.
Dit boek is een poging tot het schrijven van zo'n stuk integrale geschiedenis. De keuze van de korte periode was daarbij niet toevallig: al bij een