Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] XXXIV Zooals de dag begint des morgens vroeg, zonnig en glanzend: hij heeft afgeworpen d'omwolkingen van gistren; velde' en dorpen baden in licht; - o er is licht genoeg voor alle velde' op aarde en alle steeën; al het zwarte en boosaardige weer schijnt eeuwen her en in de blijde sfeer herinnert niets aan de voorbije weeën. - Zoo, denken deze, komt de nieuwe dag der menschheid. Maar de mensch kan niet vergeten: gistren leeft voort in hede' en alle dagen daarna; heden werpt op hun ganschen keten zijn licht en enkel zoo wij niet versage' in liefde, daagt morgen, gekroond met een lach. Vorige Volgende