Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] XXI De wereld onzer droomen viel in scherven, maar het hart had zich daaraan vastgeklemd: het jammert en roept dat zij niet mag sterven maar zij is al gestorve', en overstemd wordt die roep door een klein geluid dat binnen- in fluistert ‘d' oude glorie is vergaan, wij moeten ons op een nieuw woord bezinnen, of als wankelenden door de wereld gaan.’ En in het diepe, allerdiepste, daar waar het hart eenzaam blaat, stijgt nu een zucht, een klank ontluikt, er gaat een zacht gefluister... Dáár weet men al, daar rijpt doodstil een vrucht: 't geloof van morgen, maar bove' is misbaar van vele woorden en hun zin blijft duister. Vorige Volgende