Tusschen tijd en eeuwigheid(1934)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] XIII Maak van de driften van het lijf u vrij: zij staan altijd gereed u te omsnoere' en daarheen, waar ge zelf niet wilt gaan, te voeren: ge moet meester zijn van uw lot: niet zij. Ge kunt het: uw lijf is een speeltuig, dat ge kunt leeren stemmen en schoon bespelen, gij zelf, de god, die troont achter de vele pade' uwer driften en ze allen mat. Ge zijt uw lichaam niet: ge zijt zijn heer, meester over zijn ontelbare cellen: ge voelt zijn gronde' onder u opwaarts snelle' en weer neerbuigen, en voelt het: ge zijt meer. Ge zijt de burger van een ander rijk, waar wetten gelden, die dit lijf niet raken: de drom der driften kan u niet genaken als ge neemt naar zijn grondgebied de wijk. Vorige Volgende