De loop is bijna volbracht(1944)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] [pagina 7] [p. 7] [De loop is bijna volbracht] DE loop is bijna volbracht, de haven komt eindlijk in zicht, licht valt nog over mijn pad, maar het is avondlicht, koel, kleurloos en grijs. Bijna is uitgezongen de op en neer golvende wijs met haar krachtige modulaties van extatische vreugde en pijn; nu moet zij leeren met gratie gedempt-weemoedig te zijn; zooals men hoort in de bergen versterven een verre fluit, zoo bloeien de klanken en verwen van het hart nu gaandeweg uit. Maar nog altijd kan het niet zwijgen, zoo min als geheel zwijgt de wind, als tusschen de takken en twijgen de avondsterre te stijgen aan den klaren hemel begint, of als gansch zwijgt het ruischen der golven als de ebbe haar laagste punt bereikt heeft en straks weder wint de stijgende vloed en de branding [pagina 8] [p. 8] de golve', in de diepte bedolven opstuwt, rumoerig en blind. In het rijk, waar ik intrad als kind en waar straks, naar ik hoop, ook de Maaier mij rustig gelaten vindt, wil ik nog even verwijlen om in het wegstervende licht de kruidige en zoete geuren en de verflauwende kleuren te verweve' in een laatste gedicht. Vorige Volgende