Verzamelde werken. Deel 2. Verzamelde gedichten. Deel 2. De wilde kim. Een winter aan zee. Onderweg. Tegen de wereld. In ballingschap

[p. 203]

En marge

De ziel erkent uit zelfbehoud

maar twee gegevens:

het eeuwige: het goud -

het oogenblik: het zout

des levens.

Niet door het volk waar ik werd uitgevonden
kon ooit de mensch gansch in mijn macht geraken,
't Kan slechts door hen, die mij niet maken konden,
maar die zich tot wat ik ben laten maken.

De wereld, niets ontziende,

maakt, mits hij ervoor vecht,

tot beul den knecht,

tot beulsknecht diens bediende.

Erger dan in de macht

van wat gij verafschuwt,

gruwt gij als dat u duwt

onder wat gij veracht.

1941.