Tweeërlei kristalkijken
ONLANGS vertelde men mij van een dame, die in den Haag in een kristal kan zien wat er binnenkort gebeuren zal met Carnera of met Goering of met wie haar komt raadplegen. Verleden jaar zag zij den vader van iemand, die bij haar zat, uit een brandend huis wegloopen in een straat van uitheemsch aspect, en niet lang daarna kreeg hij, dien zij gezien had, en die in Constantinopel woonde, inderdaad brand.
Het dagelijksch leven der talloozen speelt zich, met al zijn nooit dezelfde kruisingen en verbindingen van ziel en bloed, toeslaan en deinzen, af binnen een begrensden tijd, iets als een bolvormig bestek, zoodat de wezens of de door hen in beweging gebrachte dingen, komen zij aan de grens van dien bolvorm, vanzelf weer afbuigen naar binnen, en het is, vooral in de tegenwoordige toedracht van het leven, nu die bol meer dan ooit voor invloeden van buiten ontoegankelijk lijkt, niet bevreemdend, dat een gebeurtenis naar rhythme en vorm reeds vrijwel bepaald is, eer zij, in de voor allen zintuigelijk waarneembare materie doordringend, als feitelijk voorval ervaren wordt.
Na door een eendere methode van staren in een lichtschijn op metaal of in een blinkend verschiet tusschen de vlakken van een bergkristal de zintuigen buiten hun