| |
| |
| |
De Vlaamse Gids
Maandschrift
Eindredactie |
|
|
Nrs. 1-8/9: |
Frans Strieleman, Fernand Papon, Jeroen Brouwers, Willem M. Roggeman, Herman Buskens |
|
Nrs. 10-12: |
Dezelfden, behalve Jeroen Brouwers |
Redactie-adres: Korte Nieuwstraat 28, 2000 Antwerpen
Jrg. LV, 12 nummers in 11 afleveringen, telkens 48 pp.; nr. 8-9, 56 pp.Ga naar voetnoot1
| |
I. Poëzie
ALENE, Ludwig
Gedichten, 8-9, p. 28
Een plant, verplant...: ‘lippen van Indische zijde’ |
Action 1: a child / a girl: ‘Rustend aan vleugels’ |
|
|
|
BONTRIDDER, Albert
Autokritiek. Uit: Zelfverbranding, 4, pp. 11-13
1. | ‘Wie is hij die zichzelf niet kent’ p. 11 |
2. | ‘Wie kent zichzelf’ p. 12 |
3. | ‘Waren jullie op de banken van de school’ p. 12 |
4. | ‘Was jij niet in de jaren dertig’ p. 13 |
5. | ‘Jij die jezelf herkent’ p. 13 |
|
|
|
CRITS, Frank de
Enkele aanbevelingen voor een indiensttredende werknemer, 5, p. 24
‘als je geen inspanning doet word je buitengezet’ |
|
|
Een gebeurtenis, 5, p. 24
‘er moest meer bemind worden’ |
|
Merkwaardig was het wel, 6, p. 22 |
|
|
DANGIN, Mark
De entraineuse, 7, p. 26
‘Voor een blik van liefde het dagelijks brood’ |
|
|
De Marloe, 7, p. 26
‘Hij zoekt het geluk in jonge vrouwen die hem omhelzen’ |
|
|
De tribade, 7, p. 26
‘Zij brengt haar leven door in spiegels, naakt’ |
|
|
| |
| |
HAESAERT, Walter
Langdurig feest, 2, p. 11
‘De toekomst tovert parels in de rijke kamers’ |
|
|
Humus, 2, p. 11
‘Als ik het water uit je ogen drink’ |
|
|
Veel brozer dan het heiligste geslacht, 2, p. 11
‘De dagen worden plechtig te water gelaten’ |
|
|
Dit leegstaand lichaam, 2, p. 11
‘Dit leegstaand lichaam wordt herhaaldelijk’ |
|
|
|
KERKWIJK, Henk van
[Gedichten], 4, p. 29
Karl May: ‘'n gevangene...’ |
Denk: ‘denken’ |
|
|
|
MAELE, Marcel van
Uit: Annalen, 7, pp. 7-8
'n dagje karnaval, p. 7 |
‘'s Morgens bots ik op een kotsende’ |
Voor mij niet gelaten, pp. 7-8 |
‘Leg 'n sluier verdriet over het wassen beeld geluk’ |
Gooi er maar met je petje naar, p. 8 |
‘Koortsachtig bedrijf’ |
Onderaards vloeit het bloed, p. 8 |
‘Slachter, wat is er van de nacht’ |
Of spreek de stilte, p. 8 |
‘Laat verstarren het geraas’ |
|
|
|
ROY, Pol le
Uit ‘De stroom’, 12, p. 25
‘lag ik u eenmaal aan’ |
‘of angst ons wierp’ |
‘dat slechts één woord één vorm is’ |
‘en dat uw hand dit woud uitlaat’ |
‘zacht als een hazelaarsblad’ |
|
|
|
RUYSBEEK, Erik van
[Gedichten], 5, p. 8
Pygmalion: ‘Hoe vaak de vrouw ook sterft’ |
Inzicht: ‘bergen worden helder achter de tempels’ |
De jager: ‘In de open plek in het woud’ |
Herlinda: ‘waar ben je nu’ |
|
|
|
SNOEK, Paul
Uit: Gedrichten, 3, pp. 12-13
Overwintering in een gletscher, p. 12 |
‘De man met de ongeneeslijke hartkwaal’ |
Zeefauna, p. 12 |
‘Met mijn spreekwoordelijke goedheid’ |
Venus, p. 13 |
‘Vorig jaar te Nieuwpoort-bad’ |
Een beetje meer naastenliefde, p. 13 |
‘Jongens en meisjes’ |
Tijdens de spelen van Chicago, p. 13 |
‘De majoretten hebben de grasmat verlaten’ |
|
|
| |
| |
VANGANSBEKE, Julien
De wet van het merg, 12, p. 12
‘Het tromgeroffel op het tafelblad’ |
‘Ik die geen weg weet met’ |
|
|
|
VANTINA, Neer
[Gedichten], 7, p. 22
Zomer: ‘Heilig is de stilte’ |
Schemer: ‘Wij dragen de dood op de handen’ |
|
|
|
VLIET, Eddy van
[Gedichten], 6, pp. 17-18
Na jaren, p. 17 |
De avond, p. 17 |
‘De avond heeft weer de lichten zien doven’ |
De vogelvangers, p. 18 |
‘de vogelvangers staan met hun broek vol vrouwen’ |
Geheimen van een winter, p. 18 |
‘vertellen over de nerveuze nerven’ |
Grootvader, p. 18 |
‘in de stilte van een steeds stiller wordend ogenblik’ |
Aan tiraniese woorden ontbreekt het niet, p. 18 |
|
|
|
WAARSENBURG, Hans van den
Gedichten, 3, p. 26
‘op de rand van de poëzie’ |
‘de dag struikelde en zichtbaar’ |
‘in een mager aandoende winter’ |
|
|
Retoriek is in geval van oorlog toegestaan, 2, p. 16
‘het steriele gefleem van’ |
|
|
|
WAUTERS, Marcel
|
|
YPERMAN, Chris
Kleine suite, 6, pp. 5-6
‘als in de late mei van dolle kervel’ |
|
|
| |
II. Proza
ANDRIESSE, Peter
De speeltuin. (Losse aantekeningen gevonden in een nachtkastje), 5, pp. 16-20 |
Zonder te beven, 8-9, pp. 11-15 |
|
|
BERGE, Claude van de
De onvoltooide symfonie (fragment), 5, pp. 21-24 |
|
|
D'HAESE, Maurice
|
| |
| |
DHONDT, Astère Michel
Hongarije. Vier brieven aan de dokter van Ermelo, 6, pp. 13-16
1. | Don Juan van de lieverdjes, dd. 13 augustus 1970, pp. 13-15 |
2. | Don Juan van de lieverdjes (vervolg), dd. 16 augustus 1970, p. 15 |
3. | Nieuws uit een gemotoriseerd boerendorp, dd. 19 augustus 1970, pp. 15-16 |
4. | Bezoekers in het hotel De Uitspanning, dd. 21 augustus 1970, p. 16 |
|
|
|
HIDDEMA, Arie B.
Salto Diabolo! (fragment), 4, pp. 2-5 |
|
|
KOECK, Paul
Florent Janssens met een bril op, 12, pp. 15-18 |
|
|
LISHOUT, Pliet van
Herbeginnen, 11, pp. 32-35 |
|
|
LOREIS, Hector Jan
De terugkeer. Variatie op een oud thema, 8-9, pp. 29-30 |
|
|
MAELE, Marcel van
Noodtoestand in een kelderkroeg, 7, pp. 9-10 |
|
|
MICHIELS, Ivo
Achtste modus uit ‘Exit’, 10, pp. 4-6 |
|
|
PAEMEL, Monika van
Spiegel van wankel evenwicht. Fragment, 7, pp. 11-12 |
|
|
SNOEK, Paul
Een hondsdolle tijd, 3, pp. 17-25 |
|
|
SWERT, Fred de
De kamer van de vlinders, 11, pp. 36-37 |
|
|
VENEMA, Adriaan
|
|
VEYDT, Laurent
Tweede apotheose, 10, pp. 17-18
Deze tekst is geen ‘smakeloze parodie van scholastieke en andere teksten’... deze tekst geeft weer, bij wijze van voorbeeld het denken van een heel oude kanunnik... die zich bepaalde gegevens uit zijn philosophicum tracht te herinneren’ |
|
|
|
VEYS, Ignaas
Ontaard journaal, 7, pp. 13-14 |
|
|
VISSER, Eduard
|
| |
| |
| |
III. Toneel
DHONDT, Astère Michel
De koning en de koningin van Sikkim in de Haarlemmerhouttuinen, 8-9, pp. 6-10 |
|
|
GIJSEN, Marnix
Een gezellige avond thuis, 5, pp. 9-15 |
|
|
YPERMAN, Chris
Twee dames. Eenakter, 6, pp. 7-12 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
Artikel van de Redactie
Dirk de Witte: geobsedeerd door de dood, 1, p. 3 |
|
|
ALBERT, Karel
En nu verder? (Beschouwingen bij enkele muzikale avantgarde-strekkingen), 6, pp. 23-30
Over de vervreemding tussen de componist van onze tijd en het publiek. Een overzicht van de moderne stromingen in de muziek waar tegenover het publiek meestal nog afwijzend staat:
1. | De concrete muziek (P. Schaeffer) |
2. | De electronische muziek (H. Eimert) en een combinatie van beide (K. Stockhausen) |
3. | De aleatorische muziek (P. Boulez) en (K. Stockhausen) die leidt tot loutere improvisatie (Franco Evengeliste) |
4. | Terugkeer tot de magische kracht van de muziek, waarvoor op verschillende buiten-muzikale elementen een beroep wordt gedaan: godsdienst, metafysica, mathematica en de computer |
|
|
|
|
BERGHMANS, Jan
Hebben literaire prijzen nog een zin?, 11, pp. 8-12
‘Het hele beginsel van prijzen is verkeerd... Het toekennen heeft alleen maar geen zin, en in bepaalde gevallen is het uitgesproken schadelijk voor een gezonde vorming van de publieke opinie’ (p. 11) |
|
|
|
CORNETS de GROOT, R.A.
Vestdijks rondeelsonnetten uit Madonna met de valken, 1, pp. 7-9
Over de sonnetten XXIII, LXV, CXXVII in de bundel Gestelsche Liederen |
|
|
Een kralen kostbaarheid, 2, pp. 23-27
Over Madonna met de valken, sonnet LXXX, in de bundel Gestelsche Liederen van Simon Vestdijk |
|
|
Hebben literaire prijzen nog een zin?, 11, pp. 13-15
Onderzoek naar de betekenis die men vroeger hechtte en naar de betekenis die wij er zullen aan hechten in een periode dat het geestesleven draait om de bewustwording |
|
|
| |
| |
Nonnenwerk is monnikenwerk, 12, pp. 20-24
Uit een ontleding van het werk komt Beatrijs de auteur voor als iemand die nooit zichzelf is, en nooit identiek met zichzelf, als een slachtoffer van de ‘tijd’ zoals die in een kloostergemeenschap domineert. Voor de auteur is Beatrijs alles behalve menselijk en hij besluit zijn uiteenzetting: ‘Van de Beatrijs zijn alleen de eerste 222 verzen volledig aanvaardbaar. De rest verwerp ik: geheel, op morele, en van dat geheel het slot ook op formele gronden. Na 222 gaat Beatrijs een weg die haar van alle persoonlijke verantwoordelijkheid voor wat ze doet, ontslaat, en die om die reden even zinloos als wreed moet worden genoemd: middeleeuws, in de zin die de renaissancist aan dat woord hecht.’ |
|
|
|
DEMEDTS, André
Over Stijn Streuvels, 4, pp. 20-26
De stam; Voorgeslacht en achtergronden van zijn werk; Verkenning van Streuvelsland: De taal van Streuvelsland en zijn schrijver = Fragmenten uit A. Demedts' Streuvelsboek |
|
|
|
DEPEUTER, Frans
Te gast bij Tweeling en Theresiaster, 2, pp. 17-20
Over Hedwig Speliers als dichter |
|
|
|
D'HAEN, Christine
‘De danstent’ van Jozef Simons, 7, pp. 23-25
Over de waarheid van ‘het einde’ van een verhaal, aan de hand van het slot van De danstent (1911) |
|
|
|
FONTIER, Jaak
Een nieuwe schoonheidsleer: de informatie-esthetica, 10, pp. 12-26
Over de mogelijkheden van de cybernetica ter verheldering van geestelijke waarden, o.m. het esthetische |
|
|
|
INSINGEL, Mark
Praten met André Beullens, 8-9, pp. 25-28 |
|
|
JONG, Martien J.G. de
Acidum hydrocyanicum dilutum, 2, pp. 21-23
Over Gerrit Achterbergs postuum verschenen bundel Blauwzuur (1969) die veel vroeger werd geschreven en over de niet steeds duidelijke Aantekening (= verantwoording) van de uitgever Bert Bakker op het einde van de bundel |
|
|
|
KOOIJMAN, Bert
Dood hout van Albert Bontridder. Een inleiding, 4, pp. 14-18 |
|
|
LAMPO, Hubert
Un mort (qui se porte bien) vraagt ook het woord, 11, pp. 20-21
Reactie op de lezing van Adriaan Venema over de Nobelprijzen; op die van Hedwig Speliers in verband met diens uitspraken over Daisnes Baratzeartea en Lampo's De komst van Joachim Stiller |
|
|
| |
| |
Howard Phillips Lovecraft. De man die zijn eigen kosmos schiep, 11, pp. 22-31
Fragment uit: De zwanen van Stonehenge, Een leesboek over het magisch-realisme |
|
|
|
LASOEN, Patricia
De funktie van het engagement, 2, p. 3-10
Van geëngageerde poëzie, d.i. ‘een stellingname inhoudend, tegenover algemene of bijzondere sociale of politieke toestanden of gebeurtenissen’, zijn een zekere eenvoud van vorm en directheid van stijl inherente kenmerken, mede omdat geëngageerde poëzie kommunikatie veronderstelt. |
Dit wordt geïllustreerd met enkele gedichten, o.a. van Edwin Brock, Stephen Spender, Garcia Lorca, Antonio Machado, Pablo Neruda, Hugo Claus |
|
|
|
LEUS, Herwig
Herwig Leus in gesprek met Paul Snoek, 3, pp. 2-11 |
|
|
MEERT, Jef
Praten met Walter Schelfhout over o.a. schilderkunst, 5, pp. 25-28 |
|
|
MERCKX, Adolf
Het leven in geuren en kleuren, 1, pp. 27-30
‘Happening & fluxus’ te Keulen; Joseph Cornell; tentoonstelling |
‘Klankteksten, konkrete poëzie, visuele teksten’ en Paul de Vree; Avantgarde gestern - Das junge Rheinland und seine Freunde 1919-1929’ te Düsseldorf; J.M. William Turners akwarellen te Brussel |
|
|
Nooit ophouden te leven, 2, pp. 27-29
Salvador Dali; On the Future of Art met o.a. een bijdrage van Herbert |
Marcuse: Arts as a Form of Reality; de macht van de kritiek |
|
|
Over Purisme en Nieuwe zakelijkheid, 4, pp. 27-29
Tentoonstellingen: Kurt Schwitters, Fernand Léger, Jacques Lipchitz |
Over: Wieland Schmied, Neue Sachlichkeit und Magischer Realismus |
|
|
Het abstracte kabinet, 6, pp. 19-21
Das abstrakte Kabinett van El Lissitzky in het Landesmuzeum te Hannover |
Over de kunstboeken: William Seitz, The Art of Assemblage
Joshua C. Taylor, Futurism
Douglas Cooper, The Cubist Epoch |
|
|
Uit zijn krammen geschoten, 6, pp. 21-22
Over ‘de onzekerheid, de crisis’ en ‘de ontwikkeling naar openheid’, o.m. bij Raveel en Jooris |
Over de uitgaven: Walter Aue, Projecte, Concepte & Actionen
Claus Groh, If I had a mind |
|
|
Cultuur ademen, 7, pp. 27-28
Tentoonstellingen: |
Parijs: Le dessin de l'amour; Max Ernst |
Antwerpen, Middelheim |
Groningen, Enno Develing |
|
|
| |
| |
Het raadsel van de zelfmoord, 11, pp. 38-40
Mark Rothko († 25.2.1970) |
Kritiek op Europalia I, wat de traditionele schikking betreft; |
Twee oorlogstentoonstellingen: |
‘Hurra? Vom Unsinn des Krieges’ (te Keulen) en The Artist as Adversary (te New York) |
|
|
Cultuur verslijten tot op de draad, 12, pp. 26-29
Brussel: Europalia; Jacob Smits; Van Rembrandt tot Van Gogh |
Antwerpen: Beeldspraak van Luyken tot Lucebert
Magisch realisme in Nederland: Raoul Hynckes, Pyke Koch, Carel Willink
Facetten van de jonge Vlaamse Kunst |
Parijs: Défilé der groten: Francis Bacon, Fernand Léger, Paul Valéry, René Char |
|
|
|
PELEMANS, Willem
De Vlaamse muziek en Peter Benoit (15), 1, pp. 30-34
Laatste bijdrage |
Over zijn medewerking aan de ‘Rataillon’-experimenten en over zijn ervaringen bij de radio als programmator van Librado, de liberale omroepvereniging |
|
|
|
PLOMP, Hans
Nescio's weg naar het Koninkrijk Gods, 2, pp. 12-16
Over het verhaal Insula Dei uit de bundel Boven het dal |
|
|
|
ROBBERECHTS, Daniël
Een lectuur, 1, pp. 22-26
Ruth Andreas-Friederich, Schauplatz Berlin. Ein Tagebuch aufgezeichnet 1938-45 |
|
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Gesprek met Albert Bontridder, 4, pp. 6-11 |
|
Gesprek met Achilles Mussche, 10, pp. 7-11 |
|
Gesprek met Paul de Wispelaere, 12, pp. 2-7
|
|
|
SCHOUWENAARS, Clem
Paul Snoek: van Gedichten [1954-1968], naar Gedrichten [1971], 3, pp. 14-16 |
|
|
SIMOENS, Leo
Rilkeana, 8-9, pp. 16-24
Fragment uit ‘Rainer Maria Rilke en de Lage Landen’ (in voorbereiding) |
O.a. over J. Greshoff, Frans Masereel, Fabrice Polderman, H.P.L. Wiessing, Anna Wendelina Lieftinck, Bee de Waard, Elvire Bachrach |
|
|
|
SNOEK, Paul
Hebben literaire prijzen nog een zin?, 11, pp. 5-6
O.m. over de samenstelling van de jury's, over de betekenis van een prijs voor de laureaat en voor het publiek. ‘Literaire prijzen zijn een noodzakelijk folkloristisch kwaad’ |
|
|
| |
| |
SPELIERS, Hedwig
Kritisch interview met Chris Yperman, 6, pp. 2-5
|
|
De gestencilde revolutie. Panorama van tien jaar polemiek in Vlaanderen, 8-9, pp. 2-5
Over: Gerard Walschaps Salut en merci en De culturele repressie; Paul Snoeks bijdragen in De Periscoop; Albert Westerlinck tegenover L.P. Boon; Jan Walravens' Jan Biorix. |
Met Bok, begint een golf van georganiseerde polemiek, verder gezet in Mep, Yang, Komma, Totems, Daele, Heibel. |
Tenslotte over Piet van Akens Agenda van een heidens lezer |
|
|
Hebben literaire prijzen nog een zin?, 11, pp. 16-20
Allerlei persoonlijke beschouwingen en aanvallen. Besluit: ‘Prijzen en bekroningen zijn broodnodig, zelfs al komen ze levenslang in de verkeerde handen terecht’ |
|
|
Bakkeleien met Bert Brouwers, 12, pp. 10-12
N.a.v. diens Inleiding tot de literatuursociologie en De Vlaamse literatuur en de Revolutie van 1848 |
|
|
|
STASSAERT, Lucienne
Het geschrift: neerslag van een weerslag? Lucienne Stassaert interviewt Daniël Robberechts, 1, pp. 16-21
N.a.v. Aankomen in Avignon. Tevens over de autonomie van de taal |
|
|
Gesprek met Marcel van Maele, 7, pp. 2-7 |
|
|
VENEMA, Adriaan
Hebben literaire prijzen nog een zin?, 11, pp. 2-4
Over de ‘onzinnigheid’ van literaire prijzen - aan de hand van de Nobelprijs voor Literatuur, want achter de toekenning ervan schuilt ‘intolerantie en waanzin’ |
|
|
Soledad Brothers, 12, pp. 13-14
George Jackson, Soledad Brothers. Vertaling: Hans Hom |
|
|
|
VERHOYE, Bert
‘Théâtre 140’: geliefkoosd oefenterrein voor gerechtelijke politie, 6, pp. 31-32
Interview met theaterdirecteur Jo Dekmine |
|
|
|
VLIET, Eddy van
Hebben literaire prijzen nog een zin?, 11, pp. 7-8
‘De vraag naar de zin van een literaire prijs is volgens mij dan ook onafscheidelijk verbonden met de vraag naar de zin van de literatuur, de kunst in het algemeen en misschien met het leven zelf’ (p. 7) |
|
|
|
VRIES, Theun de
Streuvels: een openbaring, 12, p. 19
Herinnering aan zijn kennismaking, als gymnasiumstudent, met Streuvels’ werk |
|
|
| |
| |
WALSCHAP, Gerard
Mijn twaalf artikelen, 5, pp. 2-7 |
|
De zuidnederlandse pennetwisten, 10, pp. 2-3
Reactie op Hedwig Speliers’ De gestencilde revolutie (Vl. Gids 8-9, pp. 2-5) |
|
|
|
WEVERBERGH, Julien
Beknopt memorandum betreffende te verwachten evolutie in het uitgeversbedrijf voor het komende decennium, 8-9, pp. 31-33 |
|
Leopold II van Saksen Coburgs allergrootste zaak, 10, pp. 19-21 |
|
|
WISPELAERE, Paul de
Humor en bitterheid bij Andreas Burnier, 12, pp. 8-9
N.a.v. De huilende libertijn |
|
|
|
WITTE, Dirk de
Harry Mulisch is gek Dirk de Witte, 1, pp. 4-7
Over ‘De sprong der paarden en de zoete zee’ uit De versierde mens |
|
|
| |
Kroniek: Geestesleven/wetenschappen
BERGMANS, D.
De rol van de universiteit in een ontwikkelingsland, 1, pp. 40-43 |
|
|
BIJNENS, Dine
Een jubileum met vraagtekens: vijftig jaar Belgisch kommunisme, 5, pp. 29-31 |
|
|
BLOCKMANS, Wim
Demokratisering of endoktrinering?, 2, pp. 30-33
Kritische beschouwingen bij de hervorming van het officieel secundair onderwijs vooral vanuit het standpunt van de historicus |
|
|
Wetenschappelijke geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog, 7, pp. 29-32
Bij het verschijnen van het eerste deel der Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, met artikels van: Jean Culot, M. van den Wijngaert, Els de Bens, A. de Jonghe |
|
|
|
BROECK, Frans van den
Democratisering of demoralisering?, 7, pp. 33-39; 8-9, pp. 39-45
Een onderzoek van de meest uiteenlopende facetten leidt tot de conclusie dat de democratie niets anders is dan de cultivering van de middelmaat, die zichzelf tot bekroning van de schepping uitroept, geestelijke verfijning en onconsumptieve waarden verachtend verbant en vol overgave de materiële consumptie en de efemaire oncultuur als hoogste bestreving koestert. De democratie baart de onvrijheid van allen |
|
|
| |
| |
BRUGGEN, Marcel van der
25 Jaar Belgisch-Nederlands cultureel akkoord, 7, pp. 40-42 |
|
|
CUYPERS, Karel
‘Contestatie’ drama en carnaval voor de jeugd, 10, pp. 22-33 |
|
|
DENIS, Louis
Puerto-Rico vandaag, 5, pp. 36-41 |
|
|
ELST, Eric W.
Astronomie in Vlaanderen, eertijds en nu, 3, pp. 41-42
Astronomie aan de universiteiten in Vlaanderen tegenover in Nederland |
|
|
|
FRESE, H.H.
Nieuwe mensen, nieuwe wensen, nieuwe mogelijkheden, 8-9, pp. 34-38
Over permanente educatie |
Over de nieuwe technische mogelijkheden en de commerciële uitbuiting van edukatieve behoeften |
Over de noodzakelijkheid de mens ervan bewust te maken dat hij ‘ook tot kritisch verzet in staat is’ |
|
|
|
LEEMPUT, Louis van
De vernieuwing van het onderwijs. De middenschool en de gelijke ontwikkelingskansen, 6, pp. 33-38 |
|
|
LOORE, Camiel de
Ordinator en mens, 5, pp. 32-35
Voordelen en gevaren van het binnendringen van de ordinator in ons leven |
|
|
|
LUIJDJENS, Adriaan H.
Opkomst en ondergang van de Kerkelijke Staat, 3, pp. 35-39 |
|
|
MAES, Guy
De pedagogiek vraagt volmachten voor een verantwoorde onderwijsvernieuwing, 3, pp. 27-30 |
|
Het vernieuwd secundair onderwijs, 12, pp. 38-39 |
|
|
MEMBRECHT, Steven
Emancipatie van de homofiel, 6, pp. 39-43 |
|
|
PRAAG, Siegfried Emanuel van
De grootvader en het kleinkind, 8-9, pp. 46-50
Een nachtelijke tocht in de dierentuin met allerlei beschouwingen |
|
|
|
STERCKX, Piet
De sensuele vrouw, 3, p. 40
Joan Garrity, The sensuous woman |
|
|
|
VANDENBUNDER, André
Jaspers en het filosoferen, 2, pp. 34-41
Een situeren van Karl Jaspers - op basis van zijn eigen uitspraken - in de huidige filosofie |
|
|
| |
| |
VANDENDYCK, Willy
De 800e generatie. Beschouwingen bij Alvin Toffler en Henri Janne, 12, pp. 30-37
Alvin Toffler, Future shock |
Henri Janne, Le temps du changement. Une image de la société |
|
|
|
VANHASSEL, A.
G.W.F. Hegel, 4, pp. 30-37
‘In het actuele denken heeft Hegel dus overal een aanwezigheid veroverd, maar het is een omstreden en dubbelzinnige aanwezigheid’. De oorzaken hiervan worden onderzocht |
|
|
|
VERVLIET, Raymond
Nederlandse literatuur te Parijs. Balans van een tentoonstelling, 1, pp. 35-39
La littérature néerlandaise de 1880 à 1960. Belgique-Pays-Bas |
|
|
|
VLOEMANS, Antoon
Roes, extase en verinnerlijking, 10, pp. 34-37
Over de middelen om de roes, de extase, de mystiek te bereiken en over de onderlinge verschillen van veruiterlijking van deze drie irrationele strekkingen in een rationalistische cultuur |
|
|
|
WERVEKE, Hans van
Eug. de Bock, Ondergang en herstel, of het begin van de Vlaamse Beweging, 5, p. 42 |
|
|
WEVERBERGH, J.
Minoriteiten in Roemenië, 3, pp. 31-34 |
|
|
Medegedeeld door de Redactie
De Sovjet oppositie, de westelijke liberale intellektuelen en de vrijheid, 4, pp. 38-43
Open brief van A. Belinkov. Na zijn dood (14.5.1970) verschenen in het tijdschrift Sarubeshje (= Grenspalen), 1970, nr. 4 (= juli). Vlaamse versie op basis van de Duitse versie in Orientierung, nrs. 258 en 259 |
Over de situatie in Rusland voor de progressistische intellektuelen en over de betrekkingen tussen de antisovietoppositie en de westelijke intelligentsia, die vaak de indruk wekken de Russische oppositie te verraden. |
|
|
|
-
voetnoot1
- Nr. 11 bevat de referaten van Adriaan Venema, Paul Koeck, Paul Snoek, Eddy van Vliet, Jan Berghmans, R.A. Cornets de Groot, Hedwig Speliers, Hubert Lampo op de Dagen van de Vlaamse Gids te Knokke.
|