| |
| |
| |
Kreatief
Literair- en kunstkritisch tijdschrift
Redaktie: Luc Declercq, Lionel Deflo, Hubert Dejonghe, Roland Patteeuw, Georges Wildemeersch
Einderedaktie en Redaktiesekretariaat: Lionel Deflo
Jrg. III, |
nr. 2: |
januari 1969, van p. 41 tot en met p. 76 |
|
nr. 3: |
mei 1969, van p. 77 tot en met p. 116 |
|
nr. 4: |
september 1969, van p. 117 tot en met p. 156 |
| |
I. Poëzie
BRAEM, Stevi
[Cubaanse poëzie in de vertaling van Stevi Braem] |
Nancy Morejón, Centraal Park enkele bezoekers (3 uur in de middag), p. 82 |
Félix Pita Rodriguez, Het geweer nr. 5767, p. 83 |
Roberto Fernández Retamar, U had gelijk, Tallet: wij zijn de generatie van een overgang, pp. 84-85 |
|
| |
III. Toneel
LUCASSEN, Renier
Lente. Romantisch visueel schetsje in 1 bedrijf voor 1 dame en 2 heren, p. 115 |
My hero. Komisch, visueel schetsje in 1 bedrijf voor 3 heren, p. 115 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
BRAEM, Stevi
Cubaanse poëzie van na de Revolutie (1959), pp. 78-81
Hoofdzakelijk over het engagement bij Heberto Padilla, Fayad Jamis, Nancy Morejón, Luis Suardiaz, Félix Pita Rodriguez, Nicolàs Guillén, Roberto Fernández Retamar, Victor Casaus; studie met tal van fragmenten in vertaling, gevolgd door 3 vertalingen (zie bij Poëzie) |
|
|
|
DAELE, Jan Emiel
Driemaal Boon, p. 60
1. | De paradijsvogel: god is orgasme |
|
|
|
DEMETS, Gilbert
Het Kremlin siddert voor Alexander Solszjenitsyn, p. 42-47 |
|
| |
| |
DEFLO, Lionel
Weverbergh roept de kranterecensent op het matje, pp. 52-55
N.a.v. Met de neus in de krant, Weverberghs inleiding tot P. de Wispelaeres Facettenoog |
|
|
Jef Geeraerts: schrijven op leven en dood of de tocht van Trieb naar Geist, pp. 95-99
Gesprek n.a.v. Gangreen 1 |
|
|
‘Weergaloos’ van Simon Vinkenoog: om mee te leven, pp. 101-102 |
|
J.C.'s grote tietenboek, p. 102
Jan Cremer, Made in USA. Een keiharde Amerikaanse dokumentaire |
|
|
O dierbaar België, o heilig land der vaadren..., pp. 150-152
Een gesprek tussen beeldhouwer Werner Lagae en Lionel Deflo over Ward Ruyslincks De Karakoliërs |
|
|
|
DIBBETS, Jan
25 projekten, pp. 131-133
Toelichting bij illustraties (zie p. 45) |
|
|
|
PATTEEUW, Roland
Geometrisch-abstrakten, de a-literairen van de plastische kunsten aktueel na vijftig jaar verwarring, pp. 63-75
Over Piet Mondriaan, een der ‘basisleggers ... van onze nieuwe technologische maatschappij, die het meer en meer zal moeten hebben van geïntegreerde kunst’ (p. 67), met uitspraken van Mare Verstockt, Dan van Severen, Gilbert Decock, Willy Plompen, Amedee Cortier, Jan van den Abbeel over integratie; over het gebrek aan informatie door T.V., radio, pers en onderwijs |
|
|
Elias en Lucassen: het relativeren vernietigt alle frustraties, pp. 103-114 |
|
Dulciakunst-integratie? p. 116
Een mislukte poging om de kunst in de fabriek te integreren, maar een geslaagde tentoonstelling met werk van A. de Clerck, Raoul de Keyser, Elias, Roland Jooris, Lucassen, Roger Raveel |
|
|
Raoul de Keyser: zonder kompleksen geëngageerd met het leven van alledag, pp. 118-125 |
|
Jan Dibbets, pp. 126-130
‘Het schilderij en het beeld zijn voor de beeldende kunst een klichee geworden. Ik zoek bewust naar een vorm van kunst die niet door de traditie gebonden is, en waarin het oeuvre minder belangrijk is dan het onderzoek’ (p. 126) |
|
|
Konstataties na magere prijzentriptiek, pp. 134-142
1. | Jonge Belgische schilderkunst 1968: Willy Plompen en Jan van den Abbeel, pp. 134-140 |
| N.a.v.R.H. Marijnissen, Theo Doesburg behept met valse problemen (De Standaard, 17.2.1969) en Twee prijzen voor konstruktivisme (id., id.) |
2. | [Gaston de Mey, Psychodelirium], pp. 140-141 |
3. | Prijs van de stad Knokke 1969: André Beullens (interview), pp. 141-142 |
|
|
| |
| |
REDANT, Frans
Theater als reageerbuis, pp. 153-156
1. | Kanttekeningen bij een repertoirekeuze, pp. 153-154
Repertoire 1969-70 van het Nederlands Toneel Gent met werk o.a. van L. Pirandello, F. Dürrenmatt, Alain Decaux, B. Brecht, H. Claus, Mart Crowley |
|
2. | Het Vlaamse repertorium geen taboe, pp. 155-156
Een voorstel om van staatswege ‘op een geïnstitutionaliseerde basis’ daadwerkelijke hulp te verstrekken aan jonge Vlaamse dramaturgen |
|
|
|
|
SPILLEBEEN, Willy
Hubert Selby - De pornograaf is een moralist, pp. 48-51
N.a.v. Last Exit to Brooklyn. Vertaald door Rudi Wesselius onder de titel: Uit naar Brooklyn |
|
|
... En Vietnam, pp. 58-59
Erich Freud, ... Und Vietnam. Vertaald door Gerrit Kouwenaar |
|
|
|
WILDEMEERSCH, Georges
Kanttekeningen na de dood van het plagiaat, pp. 55-57
‘A l'origine d'une vocation, il y a presque toujours un exemple’ (R. Martin du Gard). Hoofdzakelijk over het debuut van
H.J. Claeys: Het geluid
A.M. Dhondt: God in Vlaanderen
Hans Plomp: De ondertrouw
en over de critici: Frans Depeuter, W.M. Roggeman, Bernard Kemp |
|
|
Schrijvers, wat is er van den Jules? pp. 60-61
Over Weverberghs houding tgo. Hugo Claus, in: Totems, 1968, I, 1, pp. 58-59; tgo. Paul de Wispelaere, in: Inleiding tot diens Facettenoog |
|
|
Mosselen van de vlotte bevalling - 2, p. 62
Mededeling van een fragment uit A. Demedts' recensie van Kristiane D'Haeses Onrust (Het Nieuwsblad, 25.9.1964) en uit W.M. Roggemans recensie van Mark Insingels Drijfhout en Een kooi van licht (Het Laatste Nieuws, 10.8.1967) ter vergelijking met schrijvers bespreking van dichtbundels in Kreatief III, 1968, pp. 27-28 |
|
|
Louis Paul Boon - De kleine Eva uit de Kromme Bijlstraat: no man's land tussen sociaal en literair engagement, pp. 86-94
Ondertitel: Boon: navolger van Van Ostaijen, voorganger van Claus/a-experimentele taal, a-absolutistische houding; Remy C. van de Kerckhove tegenover Boon en Claus. |
Over de talrijke elementen ‘die De kleine Eva uit de Kromme Bijlstraat inschakelen in de bewustzijnsstroom der moderne poëzie’ (p. 94) |
|
|
Kanttekeningen bij de dood van de waarheid, pp. 143-149
Over de vorm-inhoud konceptie en de autonomie |
J.W. Goethe, Philosophische Studie |
F.J.J. Buytendijk, De psychologie van de roman |
J.J. Oversteegen, Vorm of vent |
Paul de Wispelaere, Het Perzische tapijt (inleiding) en Met kritisch oog (over zijn roman: Mijn levende schaduw) tevens over de opvatting van Piet van Aken in deze |
|
|
| |
| |
WUYTS, Ivo
Alternatief: diefstal of literatuur, p. 59
Albertine Sarrazin, Tegen de draad in (= La traversière). |
Uit het Frans vertaald en van een kort essay voorzien door Jef Geeraerts |
|
|
Destruktie naar de werkelijkheid toe, pp. 100-101
Daniël Robberechts, Tegen het personage |
|
|
| |
V. Illustratie
ABBEEL, Jan van den
|
|
BEULLENS, A.
Silene Sillux - 1968, p. 117 |
Cristallites - 1968, p. 141 |
|
|
CORTIER, Amedee
Kompositie, p. 41, p. 70, p. 136 |
|
|
DECOCK, Gilbert
‘Delos’ - 1966, p. 65 |
‘Hommage à Herbin’ - 1964, p. 72 |
|
|
DENECKERE, Willem
Misschien twee figuren - 1969, p. 139 |
|
|
DIBBETS, Jan
Schetsontwerp van watertafel, grastafel/stoel, zandtafels - 1968, p. 117 |
Grasringen - 1968, p. 128 |
Stapelschilderij - 1967, p. 129 |
3 halve kubussen (oranje-blauw) - 1966, p. 129 |
Grasruiten - 1967, p. 131 |
Grasrol - 1967, p. 131 |
Takkenbossen, grasrol en waterputten - 1968, p. 132 |
Korrektie op het perspektief met touw - 1968, p. 133 |
|
|
ELIAS
Niet dom doen - 1965, p. 77 |
Rubens en Isabella Brandt in een gezellig hoekje - 1968, p. 103 |
Op rust - 1964, p. 104 |
Een Belg in Zwitserland - 1963, p. 106 |
Home sweet Rome - 1968, p. 108 |
Waar is mammie? - 1968, p. 108 |
Zoals hem willen zijn - 1967, p. 109 |
Vlaamse ruiter - 1967, p. 111 |
|
| |
| |
KEYSER, Raoul de
Landschap met buis - 1969, p. 119 |
Doos 1, p. 121 |
Gampelaere 1967, p. 122 |
Linnen doos - II, p. 123 |
Doelpaal - 1968, p. 124 |
Squadra - 1967-68, p. 125 |
|
|
LUCASSEN
Kuifje en Kuifje - 1964, p. 105 |
Poëzieplaatje - 1965, p. 107 |
Klein tragisch ongeval - 1966, p. 110 |
Idylle - 1967, p. 110 |
Oranje boven - 1967, p. 112 |
Pang - 1967, p. 113 |
Doe het zelf schilderij. Een minuut denken aan de kettinghond - 1966, p. 114 |
|
|
MEY, Gaston de
Psychodelirium of a fetechis - 1969, p. 141 |
|
|
SEVEREN, Dan van
Kompositie - 1964, p. 68, p. 74 |
|
|
VANDENBRANDEN, Guy
|
|
VERSTOCKT, Marc
Groot geel objekt, p. 63 |
Rood dubbel objekt, ‘Janus’ - 1968, p. 76 |
|
|
|