lend de sport ontdekken: gansch dien grooten waaier van geluk, waarachter het gisten der ontbindende passies en de sentimentsverwikkelingen stil liggen.
In dezen tijd is een harmonieus geluk niet denkbaar zonder sport, hetzij tennis of voetbal, hetzij gaaipeerschieten of biljarten. Heb vooral, lezer, niette veel vooroordeel tegen oudmodische speelsporten: kegelen en bollen, herinner ik mij met ontroering, beoefen ik al zoo gaarne als fietsen, voetballen en zwemmen.
Staat uw hart of een zekere stijfheid van de pezen en de beenen u niet toe ook uw geluk in de sport, het geluk der beweging, te vinden, let dan goed op, dat uw dassen recht zitten. Wie de losheid der leden mist, verwaarloost licht zijn uiterlijk voorkomen. De colknoop wordt zichtbaar. De broekspijpen krijgen koffiezakken aan de knieën. De schoentoppen krullen naar omhoog. Men moet philosoof zijn om onder die vogelschrikevolutie niet diep ongelukkig te worden. Er is een vreedzaam en hard geluk: dat van de monnikspij. Er is veel wisselend geluk: dat van de mode. Daartusschen ligt een breedeweg voor de lauwen, die, zooals gij weet, door den hemel worden uitgespuwd.
Maar de weg is smal, de goede weg althans, van de genietingen des geestes. Het geluk is een kwestie van juist afmeten wat gij kunt en niet kunt. De maat van zijn eigen krachten geest,