Stilte, woedende trompet(1959)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Zomerconstellatie (legende) Waar onder de koperen helm Van de zon, de slapende krijger Paarden van purper het laatste Groen van hun schaduw graasden (De zee sloot haar tienduizend ogen En schepen verdwenen brandend Achter haar bloemzware wimpers Een spoor van briljanten nalatend) Ging hij in een zuil van wit licht Vlinders van vlammen zaaiend Over de schedelstad Met haar zwijgend gebit van ramen De mannen stonden op straat Nauwkeurig en definitief Als een worp pokerstenen; Er was een stomme muziek Van scharen en linealen De brandpunten van de ellipsen Zochten elkaar in een roes Van exacte wanhoop te naderen Het grote rad lag verkoold Aan de voet van de troon, de sultan Dacht in een hardstenen droom Aan zijn andere eendere zoon Hij nam de hem ring van de hand: Getallen ontbrandden als vingers Namen van zijn omschrijvend Tegen een hemel van waanzin [pagina 31] [p. 31] Een geur van zout en van Troje Deed de vazallen ontwaken Blauwe metalen maskers Met ogen als kogelgaten Maar het licht, in concentrische cirkels Trok als een schijnwerper samen Waar onder een wolkloze boom De leeuw en het meisje paarden Vorige Volgende