Stilte, woedende trompet(1959)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Voortijdige Constellatie I Zie: de spijker is in de tempel gedreven Dood en leven zijn weergekeerd Naar hun uitgangsposities. De bokken Nog glibberig van het gehuichelde speeksel Liggen in verre woestijnen te drogen. Hard is de lucht, Hard. Lucht van vuisten. Een bronzen wind Ontsteekt in de holle standbeelden hoge Vergeefse gebaren waaronder de mensen Kouwelijk schuilgaan; - de enkeling Leeg en ontspannen, met rustige ogen Wachtend zoals de bomen op wacht staan In donkere weerbare wortels - Onder de gesp van de godendij Ademt het kind, het voortijdige ‘Wanneer zal de manlijke boom In een wolk van lippen ontploffen? Wanneer zal de vuist van de lucht Zich tot strelende vingers ontspannen?’ Zij zitten gehurkt om de landkaart Hun adem omcirkelt de bergen Hun adem wordt vierstemmig fluiten En namen fladderen op Als vogels, als meisjesrokken Zachtrose rivieren onthullend Een landschap van ademend vlees, Echt als bierschuim - In de knoestige dij van de god Sluimert het kind, het ontijdige Vorige Volgende