Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 222] [p. 222] Hans Lodeizen In een wereld van louter plezier in een wereld van louter plezier kwam ik haar tegen, glimlachend, en ze zei: wat liefde is geweest luister er naar in de bomen en ik knikte en we liepen nog lang in de stille tuin. de wereld van was louter golven en ik zonk in haar als een lijk naar beneden het water sloot boven mijn hoofd en even voelde ik een vis langs mij strijken in de stille zee. dag zei ik tegen haar kom ik je nog eens tegen, glimlachend maar de wind blies weg haar gezicht in het water en ik knikte en werd onzichtbaar in het stille leven. Vorige Volgende