Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 173] [p. 173] De vijand Mijn vijand ziet mij aan: Hij zegt, waar is uw Heere? Maar hoe kan hij verstaan Zolang hij naar mij kijkt, Dat heel de wereld reeds Het veld is uwer rozen, En ik een wortel ben Waar winter niet uit wijkt. Mijn vijand keert zich af: Terstond zie ik zijn handen, Zijn schouders en zijn hoofd Met ranken overstrooid - Hij die u niet herkent Gaat lachend door uw lente, Hij die uw zomer ziet Blijft wachten, onontdooid. Vorige Volgende