Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Naroep Vanonder wolken, gij, die ontstegen zijt, roep ik u na - vanuit den wervelenden storm der blaren waarin wij samen waren, waar ik nog sta geschroeid van dromen en van licht berooid, roep ik u en bezweer ik u: als ooit door liefde's laatste doodlijke gena vertwijfeling verrukking achterhaalde in dat verdwenen zweven uit al zicht, straal dan het woord neer op dit aangezicht, hoe dat gij zijt ontvlogen en waarheen dien gouden laatsten dag dat ik u zag gelijk een leeuwerik, die niet meer daalde - o, ziel, die steeg en roekeloos verdween juublend elysisch uit het eenzaam licht. Vorige Volgende