Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ik keer mij toe en mijn gezicht Ik keer mij toe en mijn gezicht is overstroomd van dit ontmoeten, mijn opgaande ogen zijn gezwicht om al wat zij verduren moeten. Hen siddering van vluchtig vuur, o haren mantel om mijn leden, loopt pijnend zonder rust of duur van af mijn schouders naar beneden. Mijn hart hangt pover in den nacht van borst en angstig ademhalen en klopt nadrukkelijk en zijn jacht is overstelpend telken male. En luisterend naar mij zelve heen heb ik een vreemde stem vernomen, zoals de woorden een voor een over mijn doffe lippen komen. Vorige Volgende