Met twee maten(1956)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Gaston Burssens Uit: Elegie Gij hebt gezegd dat sterven moeilijk is Gij hebt gevraagd of het nog lang zou duren Gij hebt gemeend dat uwe laatste uren Zouden vervloeien met de duisternis In eenzaamheid van goudbehangen muren Maar neen 't was alles klaar en lichtdoordrongen Zoals gij immer wenste dat het was De zon scheen op uw aangezicht van was En op uw bed en op het helder waterglas Waarvan de prismakleuren in sordino zongen Gij hebt zo heerlijk mij gezeid Bij u te blijven tot de laatste stonde En in uw blik lag toen een zacht verwijt Dat ik u niet heb liefgehad te allen tijd Zoals gij mij te aller stonde En dit verwijt laat mij niet veel respijt Al hebt gij nooit verlangd dat ik meer van u hield Dan ik het heb gedaan Alleen begrijpt men niet vóór wat men heeft vernield Dat men nog stom kan staan Stom vóór het reddeloos verleden Stom als het leed dat gij hebt doorgeleden Vorige Volgende