'Met de staart van een ander'(1964)–Paul Rodenko– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Guillaume van der Graft / De kanarie De vogel in de rieten kooi bezong het licht als goed en mooi. Het duister lag hem minder goed, hij had zo weinig bloed. Veren had hij, niet van gewicht, een keel in plaats van een gezicht, een snavel en een eigeleider en op zijn rug een vleugelspreider. De wereld is een wijzerplaat, zong hij, waarop het licht rondgaat. Een dag is maar een uur, zong hij, de spijlen hielpen hem daarbij. Maar 's avonds als het donker wordt valt er een schaduw in zijn strot; de stilte wordt voortdurend breder en zet zich dreigend naast hem neder. Hij schrompelt in zoals de maan, straks kan hij zelfs de kooi uitgaan Hij doet het niet. Hij steekt zijn lied diep in het dons van zijn verdriet. Vorige Volgende