Al de gedichten(1888)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] Beslag LEDIGE aren in den oogst dragen hunne koppen hoogst. Als een kathedralebel klinken leêge tonnen hel. Ronkt een vliege rond een wagen, zij zal geld voor transport vragen. Veel geschreeuw en weinig wol maakt zoo menigen scheerder dol. Wist men al de pauwen die pauwen zijn uit gaai-genie! Kwame OEsopus' vosken weêr 't zonk zoo menig pronkhoofd neêr. Heil hem die aan 't spreekwoord houdt: al wat blinkt en is geen goud. Heden: Fouette cocher, en route! morgen: zulk een maakt bankroete! Zoo in 't groot en zoo in 't kleen: wist de knaap hoe menigeen voor wiens chic hij suft en beeft bij der kaarten.......... kanse leeft. [pagina 112] [p. 112] Fronsend voorhoofd, kop omhoog, bittere lippen, 't glas voor de oog: jonker Truc, van grootschheid bot, van pretentie stapelzot. In 't examen, zou men zeggen, komt hij elken koers weêrleggen. Maakt hem de uitslag bitter kleen, vol misprijzen stapt hij heen, wijl hem elkendeens gelaat spiegelt hoe zijn buis hem staat. Brand het in 't gebuurte, Pier overschreeuwt den chef-pompier. Jan heeft slechts geropen: waar? ziet gij hem staan blusschen daar? Angelijntje komt te trouwen: des zijn Pier en Jan in rouwen: Piers misbaar verschrikt de liên: Petrus trouwt een maand nadien; Jan kropt zijne smerten op, schiet zich 's avonds voor den kop. [pagina 113] [p. 113] Vrankrijk in een zenuwkramp, daagde Duitschland tot den kamp. Vrankrijk tierde: naar Berlyn! Duitschland zong: magst ruhig sein. Nauw was Vrankrijk ter frontieren roef! 't was uit met Vrankrijks tieren: roef alhier en Sedan bin, roef aldaar en Metz valt in, roef alhier en roef aldaar en Parijs lag kante en klaar. Sedert eene halve eeuw zingen wij den vlaamschen Leeuw. Edoch, kijkt en horkt rond u, als 't belieft, waar zijn wij nu? Ligt ons waalsch getuig in spaanderen? Spreekt men eindlijk vlaamsch in Vlaanderen? Vlaanderen, Vlaanderen, 't is hoog tijd: min beslag en min lawijd, blijft gij tot den strijd beraân vang hem eens ‘uût goeten’ aan! Vorige Volgende