- Zie zo... en nou eerst wat drinken. - Wat zal het zijn, Ria?
Hij somde minstens twaalf dranken op. Ria vond het nog te vroeg voor whisky en nam cola met een tic. Ze was toch huiverig geworden. Henry dronk zijn whisky puur.
Toen ze een aantal platen hadden gedraaid zei hij: - We kunnen ergens gaan eten in de stad. Of zie jij kans zelf wat klaar te maken? Er staat genoeg in de koelkast.
- Een held in koken ben ik niet. Laat maar es zien wat je hebt, zei Ria.
- Weet je wat? We doen het samen!
Ze liepen elkaar in het piepkleine keukentje in de weg, maar dat mocht niet hinderen. Ria kreeg een dunne kamerjas. Ze begonnen nu echt vrolijk te worden nadat ze eerst uitvoerig hadden geborreld.
Na een uur zaten ze aan tafel.
Ossenstaartsoep, hors d'oeuvre, omelet met champignons, ijs en mokka met likeur tot slot.
Bij elk gerecht had Henry een andere wijnsoort.
- Een feestelijke zondag, Ria! Hij kon niet nalaten toch weer wat ziekenhuismoppen te tappen. Het lolligst vond hij altijd de reacties van de jonge zusjes als ze na hun korte vooropleiding, waarin weinig of niets verzwegen was van wat hen te wachten stond, een vragenuurtje hadden. Er was een zusje geweest dat zich hevig had beklaagd over een patiënt die, terwijl ze samen met een collega een bed opmaakte, had gekieteld. Ze was niet van plan ooit nog weer in die kamer te komen zo lang die man daar lag. Een getrouwde vent nogal.
- Kind... stel je niet zo aan... had haar collega gezegd. - Je bent toch niet aangerand?
Ria lachte. Ze wist drommels goed met mannenpatiënten om te gaan. Wie een grapje kon hebben en wie niet - Met vrouwen kon je vrijer omgaan.
- Ach... sommige jongens krijgen het ook wel moeilijk vooral als ze opknappen en goed gevoed worden. Het moet je maar overkomen genoegen te nemen met het aankijken van al dat lieve jonge goed.
- De doktoren staan daar boven, hè? zei Ria. Het klonk nogal uitdagend.
- In mijn werk heb ik er nooit last van, bekende Henry.