De geestelijke goudschaele
(1683)–Hendrik Rintjes– AuteursrechtvrijZijnde een versameling van een goedt getal uitgesochte geestelijke liedekens en psalmen
[pagina 76]
| |
Stemme: Van den 103. PsalmHeylighe Geest, Fonteyne aller goeden,
Salf-Olye der Christ’lijcke gemoeden,
Ga naar margenoot+Vervult ons hert met u Hemelsche kracht
Ga naar margenoot+Uyt-deylster van de Goddelijcke minne,
Maekt ons bequaem, op dat wy regt van sinnen
Ga naar margenoot+U Heerlijckheyt uytbreyden met aendacht.
2. Heylige Geest gy zijt een eeuwig wesen,
Gheen Creatuyr, die men kan sien of lesen
Doch Creatuyr van u ghetuygh’nis gheeft,
Ga naar margenoot+Want de Heyl’ghe menschen van u ghedreven
Ga naar margenoot+Hebben de Schrift door u wijsheyt beschreven
Ga naar margenoot+Waer van ‘t vernuft geen regt begrijp en heeft
2. Want gy zijt reyn, eenvuldig van manieren
De werelt wil haer wijsheyt hoogh vercieren
Ga naar margenoot+S’en kent niet, o Duyve soet van aert
Ga naar margenoot+Haer Wijsen in haer eyghen wijsheydt dolen,
Ga naar margenoot+En u wijsheyt die blijft voor haer verholen,
Ga naar margenoot+Die ghy alleen den kleynen openbaert.
3. Heylighe Geest, Gesante uyt den hoogen
Gy stelt den mensch de liefde Gods voor oogen
Om te beweghen sijn versteende hert,
Ga naar margenoot+Wat zonden dat den mensch hier heeft begangen
Daer van sal hy vergiffenis ontfangen,
Maer die u lastert niet vergeven wert.
4. God’lijke strael, seer suyver van natuyren
Ga naar margenoot+In een quaet-will’ge ziel komt gy niet duyren
Ga naar margenoot+Maer die u stemme hoort en u op doet
By dien komt ghy seer lieffelijck ghestreken,
| |
[pagina 77]
| |
En reynight hem van alle sijn gebreken,Ga naar margenoot+
Ia tot een Tempel maeckt ghy sijn gemoedtGa naar margenoot+
5. Door u beleyt den Vader uyt den ThroneGa naar margenoot+
Met Iesum Christum sijnen lieven Soone,
Komen te samen woonen by ‘s menschen kint,
Siet daer een hutte Godes by de menschen,Ga naar margenoot+
Wat mach men soeter paringe ghewenschen,
Het is de hooghste vreughde die men vindt.
6. O soete kracht van Godt neder gesonden
Om ‘s menschen hert met liefde te doorwondenGa naar margenoot+
Om ‘s menschen hert te openen ‘t verstant,Ga naar margenoot+
Om ‘s menschen hert te drijven en te leyden,Ga naar margenoot+
Om ‘s menschen hert Godt formig te bereydenGa naar margenoot+
Om ‘s menschen hert te zijn een seker pandtGa naar margenoot+
7. Dit seker pant Gods kind’ren wert gegheven,Ga naar margenoot+
Dies sy met hem in w aren vrede leven,
Lieff’lijck ghetroost en van vreese bevrijdt,Ga naar margenoot+
Want hy die vreest heeft eenighsins noch pijneGa naar margenoot+
Maer die daer heeft der liefden Medicijne,
Ghestadigh is hy inden Geest verblijdt.
8. Heylige Geest men hoort wel u geruchtenGa naar margenoot+
Maer daer gy woont daer sietmen uwe vrugten
Vyerige liefd’, en inwendighe vreught,Ga naar margenoot+
Een vreedsaem hert seer vriendelijck en goedig
Vol van gheloof, geduldigh, en sachtmoedig,
Met matigheyt bequaem tot alle deughtGa naar margenoot+
Pause.
9. Godts kinderen die van u werden gedrevenGa naar margenoot+
En is geen Wet noch regel hier ghegheven,Ga naar margenoot+
In alle waerheyt ghy haer leyden sult,Ga naar margenoot+
Leermeesters vreemt mogen sy wel ontbeeren,Ga naar margenoot+
U salvinghe haer alle dingh kan leeren,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 78]
| |
Ga naar margenoot+Want door de liefde werdet al vervult.
10. Gy maecktse een die eerst waren verscheyden,
Ga naar margenoot+By u en is geen Iode, Grieck, noch Heyden,
Ga naar margenoot+U tael verstaet elck een in sijn gheweet,
Ga naar margenoot+En die van uwen Wijn is in gheschoncken
Ga naar margenoot+Die smelt in liefd’ en wort daer van so dronken
Ga naar margenoot+Dat hy hem selfs en alle dingh vergheet.
Ga naar margenoot+11. Sorg hy verliest oock lust tot dese goeder
Ga naar margenoot+Hy weet van moeder, suster, noch van broeder
Ga naar margenoot+d’Oude ghewoont gaet al uyt sijnen sin,
So dat hy met hem selven is verleghen,
Even ghelijck de droncke menschen pleghen,
Heylighe Geest dat doet u soete min:
12. Heylighe vloedt van boven afghevloten
Ga naar margenoot+De Ziel daer ghy u selfs hebt in ghegoten,
Ga naar margenoot+Heeft troost en vreugt ook midden in ‘t verdriet
Sy is door u verzeghelt en verbonden,
Ga naar margenoot+En in de liefde Godts so gantsch verslonden,
Ga naar margenoot+Al heeftse Kruys nochtans s’en wankelt niet.
Ga naar margenoot+13. Heylige Geest, de ziel daer gy woont binnen
Ga naar margenoot+Geen Creatuyr en kanse overwinnen,
Ga naar margenoot+Want sy staet vast door u in Godt gegrondt,
Ga naar margenoot+In Godt die daer de meeste is van allen,
Ga naar margenoot+Wiens stercke hant sy niet en mach ontvallen
En dat uyt kracht van Godts eeuwigh verbondt.
|
|