7 september 1946
(Vroeger bij verschillende gelegenheden oude foto's gezien, onder andere een van omstreeks 1855, voorstellend een fotografisch atelier in de open lucht.) De mannenkleding van die tijd heeft iets merkwaardig pathetisch.
Levens van gelovige kleine burgers en arbeiders uit mijn kinderjaren. Van dichtbij gezien overweegt de spijt en het niet-begrijpen waarom die levens zich in zulk een hoek en vaak onder zoveel druk hebben afgespeeld. Hoe verder afstand echter, des te meer komt voor ons besef het zedelijk karakter van hun leven naar voren. Ze winnen aan zuivere menselijkheid, ze worden groter; het economisch milieu vervaagt weliswaar niet, het wordt integendeel in zijn tijdskarakter scherper zichtbaar (hun hooggehoede liberale werkgevers en broodheren!), maar het overheerst hen niet meer, het wordt bijna tot décor. Hun geloof heeft hun wereld overwonnen.
Achter recente herinneringen sluit zich de tijd als water en wat enige weken geleden is - ik denk op het ogenblik aan de literaire conferentie van 10 en 11 augustus in het Gereformeerd Zendingscentrum te Baarn - lijkt reeds nu in zijn ongrijpbaarheid legende, ofschoon we toen-gemaakte afspraken nog gemoedelijk inlossen, alsof we werkelijk nog eigenaar van dat verleden waren.
Terwijl dit zo is, kunnen we bijvoorbeeld als we stil in onszelf luisteren, nog horen - of liever, in ons doemen op - geluiden van heel vroeger: straatgeruchten; pratende stemmen die tot ons doordrongen door een houten vloer waaronder een balken zoldering en die daardoor iets onbeschrijfelijk dromerigs verkregen; ventergeroep; de bel van een opleidingsschip in een naburig haventje enzovoort. Die laatstbedoelde herinneringen zijn blijvender, wezenlijker; ze behoren tot een diepere laag. Dat verleden heeft zijn beslag gekregen en verandert niet meer.
Strikt genomen moet men niet alleen het schrijven en het geldverdienen gescheiden houden, maar ook het schrijven en het publiceren.
Christus dankte de Vader in het openbaar, dat Hij het voor de wijzen en verstandigen verborgen hield. Dit konden de wijzen en verstandigen horen en ze kunnen het nu zwart