29 december 1944
‘Wie wil weten moet veel vergeten’, schreef ik in een aantekenboekje een goede twintig jaar geleden. Het is me maar al te goed gelukt. Bij het herlezen van 't dagboek van Hebbel na vier jaar - hoe weinig herinner ik me ervan! En van Ricarda Huch's boek over de romantiek? En toch houd ik aan die regel vast. Een sliblaag heeft al die lectuur toch achtergelaten. Jammer voor studerenden: op z'n sliblaag kan men niet geëxamineerd worden!
Verschil in wijze van lezen vroeger en nu: toén - op kwantum, op volume van kennis uit; lezen en studeren was ontdekking en verovering. Nu is het om 't even wat ik aanpak; in ieder boek lees ik ‘het’ boek. Iedere uitspraak, elke spreuk is een weg naar het midden.
Citaten uit Friedrich Hebbel, Durch Irren zum Glück (B. Behrs Verlag, Berlin 1907). |
|
pag. 16: |
‘Ich halte es für die grösste Pflicht eines Menschen, der überhaupt schreibt, dass er Materialien zu seiner Biographie liefere.’ |
pag. 20: |
‘Wirf nicht immer weg, was du verwirfst. Bist du was, so hängt all dein Tüchtiges oft mit Deinem Fehler zusammen, wie der Baum mit seinem Erdreich.’ |
pag. 25: |
‘Die Noth stumpft die Fühlfäden des inneren Menschen nicht ab, sondern verfeinert.’ |
pag. 32: |
‘Wiederholen alter Lektüre ist der sicherste Probierstein gewonnener weiterer Bildung.’ |
pag. 36: |
‘Niemand schreibt, der nicht seine Selbstbiographie schriebe, und dann am besten, wenn er am wenigsten darum weiss.’ |