Boschbessen plukken
De vacantie is wel prettig, maar ook wel erg heet. Boontjes en erwten plukken, daar krijg je zoo'n hoofdpijn van, maar boschbessen plukken in de dichte schaduw, dat is heerlijk.
Vader maakt er een feest van. 's Morgens heel vroeg gaan ze op pad, met een heele hoop andere kinderen. Ze hebben een grooten emmer bij zich, daarin zitten pakken boterhammen en een flesch met water en melk. Vruchten behoeven ze niet mee te nemen, die vinden ze onderweg genoeg.
Ieder heeft een klein trommeltje, om vol te plukken: dat leegen ze dan weer in den grooten emmer.
In de bosschen is het koel en zacht, het mos is zoo mooi groen. En zooveel boschbessen als er staan! Je plukt maar, je plukt maar, en er staan nog hoopen.
De emmer is al aardig vol, dan gaan allen weer naar huis! Wat zal Moeder een lekkere jam maken voor van den winter, en veel boschbessensap, dat zoo goed is als je pijn in je buik hebt. Dan zegt Moeder: ‘Weten jullie wel, die boschbessen heb je zelf geplukt!’