24 October.
De wandeling was heel prettig, gister. Wij omnibusden tot het Huygensplein, en liepen toen naar Rijswijk, en daar nog rond. Wij dronken thee in het ‘Springend Paard’, of zoo iets, en wandelden half, en omnibusden half naar huis. Fred is zoo aardig en gezellig op dergelijke tochten, hij doet mij verhalen, en amuseert mij, zoodat ik de lengte van den weg bijna niet merk.
Maar 's avonds, toen was ik moe! Bij de thee las Fred mij voor; ik lag in een stoel, met gesloten oogen, en viel half in slaap. Van tijd tot tijd vroeg Fred mij:
- Luister je wel? en ik zei dan: