6 October.
Ik verveel mij. Fred zit overhoopt met werk. Wat moet ik toch doen, alleen! Fred zegt: lezen, - en zoekt allerlei boeken uit zijn kast voor mij uit, - maar voor lezen moet je óok den lust hebben, anders sla je bladzij na bladzij om, zonder ook maar eenigszins te weten, wat daar op heeft gestaan. Dat is mij herhaaldelijk overkomen.
Vanmorgen zei Fred:
- Weet je wat, ga nu eens Balzac lezen, daar zal je zooveel aan hebben, heusch....
- Och, Balzac! ik houd veel meer van Zola! Oneindig meer! Daar staan dingen in, die je nooit meer vergeet. Herinner je je niet uit ‘Une Page d'Amour,’ als de kleine Jeanne door haar Moeder alleen wordt gelaten in de groote, hooge kamer, die uitziet over Parijs... O, die vochtige, kille, grijze atmosfeer.... en het kind daar alleen, in die koude, donkere, vreeselijke eenzaamheid.... 't Is zeker jaren geleden, dat 'k 't las, - maar 'k voel 't nog, ik voel 't nú nog!
- En Balzac, heb je daar wel 's iets van gelezen?
- Ja, zeker! Peau de Chagrin, en aan Une fille d'Eve ben ik begonnen, maar daar kon ik niet doorheen komen.
- Nu, dat zijn ook niet juist de boeken, om Balzac op zijn best te leeren kennen... Le Père Goriot moet je lezen. Eugénie Grandet....
- Nu geef me dan in 's hemelsnaam maar Le Père Goriot...
Wat Fred deed, - maar ik nam, op goed