Ons feestje was erg huiselijk; alleen Ma, Meta, Lex en hun kleine jongen kwamen. Maar allen waren zoo vroolijk, dat het mij speet, toen 's avonds het rijtuig hen haalde. Vreemd, nù benijd ik Meta dikwijls, omdat zij zoo gezellig woont bij Ma, - en toen zij pas getrouwd was, kon ik mij onmogelijk begrijpen, dat zij niet oneindig liever een eigen omgeving had, dan in haar oude huisgezin te blijven. Natuurlijk is alles uitstekend, zooals het is ingericht, met het oog op Lex' reizen, - dan is het veel prettiger voor haar, om bij Ma te zijn. Neen, ik benijd Meta niet: getrouwd te wezen met een zee-officier is een van de akeligste toestanden, die er bestaan.
Toen ik dat eenige jaren geleden eens tegen Meta zei, - in mijn jeugdigen, tactloozen tijd, - antwoordde zij mij:
- Ja, maar wat is er aan te doen? Hij is nu eenmaal zee-officier....
- Ik zou 'm vragen van betrekking te veranderen....
- Nee! zei Meta vast. Dat zal 'k nooit doen! Ik wil niet de oorzaak zijn, dat z'n leven moeilijker of onaangenamer wordt.
Nu ik dit zoo bedenk, voel ik mij wel wat bezwaard, dat ik Fred genoodzaakt heb, niet alleen van werkkring, maar zelfs van woonplaats te veranderen, - maar, heusch, ik kón in Breda niet wonen, ik was te gehecht aan den Haag, - en Fred heeft het nu wel wat drukker, als gewoon advocaat, maar hij verdient toch ook veel meer dan als griffier.