Ghy vraecht mij, of het boeck dat ghy hebt wtgegeven
Niet weerdich sij (Quintijn) om eeuwichlijck te leven?
Tmoet eeuwich zijn (Quintijn) want ick en sie daer in
Terwijlen ick het lees', noch eynde noch begin.
[tekstkritische noot]Aan een dichter. Hs. van Revius in C; 3-4. Eerst: ‘Tmoet eeuwich zijn (Quintijn) want die het leest, daer in // Noch hooft noch steert en siet, noch eynde noch begin.’