Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekend
[pagina 244]
| |
Voor de waerheyt houdet stant,
Waerheyt is een edel pant.
Strengelt vast der liefden bant,
Liefde doch de crone spant.
10[regelnummer]
Siedy een geveynsden quant
Dreycht hem met der hellen brant.
Die in openbare schant
Leven, wt de cudde ban't.
Vanden wollef aengerant
15[regelnummer]
Toont hem dapper uwen tant.
Volget niet des werelts trant
Of ghy werdet overmant.
Bouwet nimmer op het santGa naar voetnoot18
Maer op Christum die u sant.
20[regelnummer]
Weest soo doende predicant.
|
|