Over-Ysselsche sangen en dichten

tekstkritische noten

Een coude dronck waters, Hs. van Revius in C met plaatsaanduiding; 3-4, eerst:

Dien couden beker nats ontsteekt in mijn     gemoet.
Een vier dat het in liefd'     smelten doet

Voor de gecursiveerde woorden durf ik echter niet volkomen instaan: onder de dikke doorhaling zijn ze bijna onleesbaar.

Een coude dronck waters.^*

Een couden beker nats in Christi naem gegeven
Wert rijckelijck beloont met het oneyndich leven.

Dien couden beker nats ontsteect in my een gloet

Die het vervrosen hert in liefde blaken doet.

* Een coude dronck waters, cf. Matthaeus 10:42.