Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendHeydens houwelijck.Soo wie een schone vrou van grieck of ander heyden
Vinck inden oorloch, en daer van niet wilde scheyden
Haer nagels corten most, afsnyden al haer haar,
Veranderen haer cleet, en trouwense daer naer:Ga naar voetnoot1-4
5[regelnummer]
O dichters, wildy u vermaken inde minne
Vande Romeynsche of de griecsche PiërinneGa naar voetnoot6
Snoeyt af al watse heeft van weytsche dertelheyt,
Van domme afgody, en spitse schamperheyt,Ga naar voetnoot8
Omhelsetse daer na, sy sal u kinders geven
10[regelnummer]
Die u gedachtenis in eeuwicheyt doen leven.
|
|