Over-Ysselsche sangen en dichten(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Reysen. Wat batet veel gereyst in landen wijt-gelegen Soo ghy niet in en gaet des Heeren smalle wegen? Wat batet te besien soo menich schoone stat Soo ghy het hemelrijck int herte niet bevat? 5[regelnummer] Wat batet dat ghy roemt van velerhande spraken Indien des Geestes tael u niet en can vermaken? Wat batet dat ghy weet, en vele daer van cout, Hoe hier of daer een weirt sijn gasten onderhout Indien ghy niet en weet hoe dat ghy moet onthalen 10[regelnummer] Dien gast die in u siel comt vanden hemel dalen? Reyst vry ter plaetsen daer ghy vremde dingen siet, Maer wacht u, en vervremt van uwen Schepper niet. Vorige Volgende