Over-Ysselsche sangen en dichten(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Sonder ommesien. Een meester die het kint sorchvuldich schrijven leerde Sach dat het nade want sijn ogen stadich keerde Alwaer de sonneschijn de schadu roeren dee, Dies sprack hy: siet na my, en maeckt u dingen ree. 5[regelnummer] O Heer ghy wijst ons oock hoe wy ons moeten dragen, Ghy stieret onse hant na u goet welbehagen, Maer wy sien na de schim, en achten menschen sot, Die seggen dit of dat, vaeck meer als u gebot. Geeft dat van uwe leer wy nimmer af en wijcken 10[regelnummer] Maer goet doen onbeschroomt en sonder omme-kijcken. Vorige Volgende