Over-Ysselsche sangen en dichten
(1930-1935)–Jacobus Revius– Auteursrecht onbekendBegeerlijckheyt.Wanneer de sonne straelt so sietmen vele dingen
Sich roeren inde locht en door malcander dringen
Die in betogen we'er al ist schoon hoge dachGa naar voetnoot3
Het wackerste gesicht geensins beoogen mach:
5[regelnummer]
Het menschelijck gemoet gedurichlijck ontrusten
Beroerten sonder eynd' en tomelose lusten,
T'vernuft en sietse niet; alleen den claren schijn
Der Goddelijcker wet toocht dattet sonden zijn.Ga naar voetnoot7-8Ga naar voetnoot8
|
|